Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 september 2010
Ik heb u op 18 november 2009 (2009–2010, kamernummer 30 111 nr. 49) laten weten dat ik u nader zal informeren over het beloningsbeleid bij ProRail.
Commissie Dijkstal
Het uitgangspunt voor het beloningsbeleid is allereerst het rapport van de commissie Dijkstal waarin bij het bepalen van de
gewenste beloningsregimes de volgende criteria zijn gehanteerd: wettelijke taak, inkomsten uit publieke middelen, publiek
belang van de taak en de mate van commerciële concurrentie als contra-indicatie. In het kabinet is op basis van het rapport
Dijkstal besloten dat voor alle staatsdeelnemingen, waaronder ProRail, een beloningscode moet gaan gelden in de vorm van een
beloningsbeleid, vast te stellen door de aandeelhouder, met daarin steeds ook een maximale beloning.
Staatsdeelnemingenbeleid
De minister van Financiën heeft vervolgens in zijn brief van 24 oktober 2008 (kamerstuk 28 479, nr. 39) aan de Kamer een voorstel gedaan voor een normeringssystematiek bij de staatsdeelnemingen met als doel om hierin op een
verantwoorde wijze te kunnen differentiëren, en zo binnen het geheel van de staatsdeelnemingen effectief tot matiging van
het beloningsbeleid te komen. Deze systematiek kent een indeling in de categorieën publiek, publiek/markt en markt.
Door de heer Anker van de ChristenUnie is een, mede door de leden Kalma en De Pater ondertekende, motie ingediend om ProRail
(en ook Tennet en Holland Casino1) te normeren op 130% van het ministerssalaris (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 30 111, nr 42). Dit gegeven het feit dat deze bedrijven uitgesproken publieke taken verrichten, geheel in overheidshanden zijn, m.b.t.
hun hoofdtaken een monopoliepositie bezitten en niet of hooguit op onderdelen concurrentie ondervinden.
ProRail
Zoals reeds in het Kabinetsstandpunt naar aanleiding van het eindrapport van de evaluatie van de spoorwetgeving benadrukt,
zie ik ProRail als een publieke uitvoeringsorganisatie met een wettelijke taak, die grotendeels uit publieke middelen wordt
gefinancierd. Voor ProRail geldt dat circa 15% (jaarverslag 2009) van de opbrengsten afkomstig zijn uit de gebruiksvergoeding,
die vervoerders betalen voor gebruik van het spoor. In het Kabinetsstandpunt heb ik eveneens aangegeven dat ik het van belang
vind dat ProRail op een efficiënte wijze uitvoering geeft aan de publieke taken en zich zakelijk en bedrijfsmatig opstelt
ten aanzien van het maatschappelijk kapitaal. Het spoorvervoer ontwikkelt zich steeds meer tot een markt waarin partijen op
een zakelijke wijze met elkaar afspraken maken over prestaties en tarieven.
Op basis hiervan wilde ik een zorgvuldige afweging maken ten behoeve van de gewenste beloningscategorie voor ProRail. Zoals
ik tijdens het overleg van 26 november 2009 heb aangegeven moeten wij onze ogen niet sluiten voor de omgeving waarin een bedrijf
functioneert. Als we de taak van ProRail bezien zal niemand twijfelen aan de grote maatschappelijke impact van ProRail en
aan de grote complexiteit van het werkterrein. Waarbinnen ProRail in staat moet blijven om effectief te opereren in de zakelijke
markt van vervoerders en aannemers.
Gewenste beloningsbeleid
De Raad van Commissarissen van ProRail heeft een onderzoek laten uitvoeren naar het gewenste beloningsbeleid, dat rapport
vindt u hierbij2. Gezien mijn bovenstaande overwegingen vond ik het raadzaam om daar een second opinion op te laten uitvoeren. Ik heb aan
Towers Watson gevraagd dit uit te voeren en hun rapportage vindt u hierbij.
Op basis van de criteria voor het beloningsbeleid bij staatsdeelnemingen blijkt volgens Towers Watson dat voor ProRail de
categorie publiek het meest geëigend lijkt. Ook uit een vergelijking met Gasunie en TenneT blijkt dat ProRail:
– In hogere mate publiek wordt gefinancierd
– Minder directe commerciële concurrentie ervaart, maar wel in een competitieve en commerciële omgeving opereert
– Wel een Rechtspersoon met een wettelijke taak (RWT) is (in tegenstelling tot Gasunie en TenneT)
Towers Watson acht een indeling in de categorie Publiek/Markt evenwel voorstelbaar. Dit vanwege de door de Raad van Commissarissen
gewenste transformatie naar een proactieve en klantgerichte organisatie. Indien ProRail in deze categorie wordt ingedeeld
vindt Towers Watson dat ProRail in vergelijking tot TenneT als meer publiek kwalificeert. Dit vertaalt zich in een minimaal
even zware weging van de (semi)publieke referentiemarkt bij het vaststellen van de maximale beloning.
Conclusie
Na toetsing op de criteria van de commissie Dijkstal, het staatsdeelnemingenbeleid en het huidige takenpakket van ProRail
in ogenschouw nemend, acht ik de categorie Publiek het meest geëigend. Ik heb er vertrouwen in dat ProRail in staat blijft
haar taak goed uit te oefenen.
Dit betekent dat de bezoldiging van toekomstige bestuurders van ProRail, conform het vigerende beleid, circa ten hoogste € 188 000
zal bedragen (peildatum 1 januari 2009), overeenkomstig met wat eerder is aangegeven in de kabinetsstandpunten naar aanleiding
van de rapporten van de commissie Dijkstal.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings