30 111 Topinkomens

Nr. 101 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2016

Uw Kamer heeft mij op 4 februari 2015 via de motie Kerstens en Leijten1 verzocht er bij de diverse in de zorg- en welzijnssector actieve werkgeversorganisaties op aan te dringen bedoelde topinkomens onder de toepasselijke cao's te laten vallen. In reactie daarop heb ik aangegeven dat na de inwerkingtreding van de regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp2 per 1 januari 2016 zou worden bezien in overleg met werkgeversorganisaties wat de mogelijkheden en wensen zijn om topfunctionarissen in zorg en welzijn onder de toepasselijke cao’s te laten vallen.

De beloningen van topfunctionarissen zijn een terugkerend thema in de gesprekken met de werkgeversorganisaties van de zorg- en welzijnssector. De wens van uw Kamer is aan de werkgeversorganisaties overgebracht en besproken.

Hoewel het kabinet niet kan en wil treden in de eigen verantwoordelijkheid van werknemers en werkgeversorganisaties voor de cao-onderhandelingen en de daaruit voorkomende werkingsfeer van een cao zijn de verlaagde bezoldigingsmaxima van Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp mijns inziens een adequaat middel om maatschappelijk acceptabele bezoldigingen voor bestuurders in de zorg en de jeugdhulp te bewerkstelligen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Kamerstuk 30 111, nr. 81

X Noot
2

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 november 2015, Stcrt. 2015, nr. 42674.

Naar boven