29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

Nr. 333 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2012

Op 10 oktober heeft minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu toegezegd een onderzoek dat de raden van bestuur van NS en Prorail geïnitieerd hebben toe te zenden zodra zij dit ontvangt. U ontvangt bij deze de rapportage «Optimaliseren van de samenwerking tussen NS en ProRail» die aan mij verstrekt is door NS en Prorail (Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer).

Zoals gemeld betreft dit een onderzoek van NS en Prorail waarbij zij ondersteund zijn door een extern bureau. Het onderzoek had als doel knelpunten in de onderlinge samenwerking te signaleren die een verdere verbetering van het spoorsysteem in de weg staan. NS en Prorail zijn dit traject op eigen initiatief gestart ter voorbereiding op hun gezamenlijke verbeteraanpak in het kader van de uitwerking van de Lange Termijn Spooragenda. De hoofdlijn van de conclusie zoals die eerder mondeling vernomen was, is reeds weergegeven in de brief aan uw Kamer van 5 oktober jl. over de Lange Termijn Spooragenda (Kamerstuk 29 984, nr. 313). De rapportage licht de eerder gemelde conclusies toe. Voorts worden de conclusies meegenomen in de verbeteraanpak van de NS en Prorail. Conform toezegging aan uw Kamer zal u samen met de definitieve Lange Termijn Spooragenda worden geïnformeerd over de aanpak en mijlpalen van dit verbetertraject in relatie tot de te zetten stappen en mijlpalen in de concessietrajecten.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W. J. Mansveld

Naar boven