Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2012
Uw Kamer heeft mij vandaag verzocht om de winteranalyse van NS en ProRail te doen
toekomen of toe te lichten om welke redenen toezending niet mogelijk is. Ik begrijp
dat uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg Spoor op donderdag 11 oktober wil spreken
over de analyse van NS en ProRail met de oorzaken van het out-of-control raken van
de treindienst op 3 februari.
Ik ben bereid om de commissieleden van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu
vertrouwelijk inzage te geven in de analyse van NS en ProRail naar het out-of-control
raken van het spoorsysteem op 3 februari 2012 *). Daarbij ben ik van mening dat voor
een goed begrip van de materie en de juiste duiding van de bedrijfsvertrouwelijke
interne processen, vertrouwelijke inzage van de analyse het best gepaard gaat met
een technische besloten briefing van NS en ProRail. Ik ben bereid om nog voorafgaand
aan het Algemeen Overleg Spoor op 11 oktober a.s. uw Kamer een korte technische briefing
te geven. Ik beveel u dat ten zeerste aan en zal NS en ProRail verzoeken hieraan mee
te werken.
Daarnaast wil u er op attent maken dat ik uw Kamer inmiddels op verschillende momenten
heb geïnformeerd dat de treindienst afgelopen winter weliswaar vestoord is geraakt
door verstoringen in de infrastructuur, materieel en de daaruit volgende personeelsstoringen,
maar dat deze niet de oorzaak waren van het out-of-control raken van het spoorsysteem.
Gebleken is dat de out-of-control situatie is veroorzaakt door 1) de huidige wijze
van de be- en bijsturing, 2) het ontbreken van een eenduidige commandostructuur, en
3) het ondermijnen van routinematig handelen door het introduceren van nieuwe (winter)
maatregelen. Ik heb u dit geheel aan meerdere oorzaken als bovenstaand geduid in het
winterweerprogramma, dat ik met mijn brief van 8 juni jongstleden1 naar de Kamer gestuurd heb. Het winterweerprogramma is dus niet gebaseerd op niet-functionerende
wissels, maar bovenal op bovenstaande hoofdoorzaken. Dat complexe samenspel van oorzaken
die het spoorsysteem out-of-control doet raken, heb ik ook herhaald in mijn brief
van 1 oktober jongstleden2 over de voortgang van de uitvoering van het winterweerprogramma. En ik heb u nogmaals
geïnformeerd over deze oorzaken in mijn brief van 8 oktober jongstleden3.
Gezien bovengenoemde correspondentie met uw Kamer is er voldoende basis om over de
oorzaken van het out-of-control raken van het spoorsysteem te spreken.
Ik blijf verder van mening dat, zoals in mijn brief van 8 oktober jongstleden gemeld,
de bedrijfsvertrouwelijke informatie die opgenomen is in deze analyse reden geeft
om het rapport u niet in de openbaarheid te doen toekomen. De analyse bevat toelichtingen
op interne processen, bijvoorbeeld op het gebied van bijsturing, personeel en materieel.
Daarnaast zouden concurrerende spoorbedrijven hun voordeel kunnen doen met inzichten
in die processen. Eerder is er op basis van het advies van mijn juridische dienst
besloten een Wob-verzoek met betrekking tot de analyse op grond van bedrijfsvertrouwelijke
gegevens af te wijzen.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
1) Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt
Tweede Kamer