Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 29936 nr. 32 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 29936 nr. 32 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 maart 2013
Bij brief van 19 december 2012 heeft u mij verzocht te reageren op het door de Registergroep aan de leden Vos (PvdA) en Gesthuizen (SP) overhandigde zwartboek, waarin tevens zijn vervat brieven van het Platform Zelfstandige Ondernemers, de Vereniging van Letterkundigen, de Vereniging SIGV-Gerechtstolken en Juridische Vertalers met betrekking tot de aanbesteding van vertaaldiensten en de situatie in de tolken- en vertalersbranche. In deze stukken wordt in hoofdzaak aandacht wordt gevraagd voor de aanbesteding van de bemiddelingsfunctie in de tolken- en vertalersbranche, de samenwerking met de bemiddelingsbureaus, de afnameplicht uit het Register beëdigde tolken en vertalers (hierna: Rbtv), alsmede de geldende tariefsvorming.
Alvorens ik inhoudelijk inga op voormelde onderwerpen, wil ik opmerken dat tolken en vertalers binnen het Nederlandse rechtsbestel een onmisbare rol spelen. Wil iemand effectief van zijn rechten gebruik kunnen maken, dan zal hij in elk geval in een door hem te begrijpen taal kennis en informatie over zijn juridische positie moeten kunnen verkrijgen. Veel wetten en verdragen kennen dan ook – met een wisselende mate van detaillering – bepalingen waarin is geregeld dat burgers die de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig zijn zich door een tolk of vertaler kunnen laten bijstaan. Deze bepalingen vormen een uitwerking van de eisen die artikel 6 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) stelt aan een behoorlijke wijze van procesvoering. De rechtsterreinen waarop de confrontatie tussen overheid en vreemdeling het indringendst is – het straf- en vreemdelingenrecht – gaan daarin het verst. Wanneer burgers als verdachte of veroordeelde van een misdrijf met Justitie in aanraking komen dienen zij in staat te worden gesteld hun verhaal in een voor hen verstaanbare taal te doen. Dit geldt onverminderd voor vreemdelingen binnen de asielprocedures. Verkeerd begrepen verklaringen kunnen immers grote persoonlijke schade tot gevolg hebben. Kwalitatief goede en integere tolken en vertalers zijn dan ook een onmisbaar onderdeel van het Nederlandse rechtsbestel.
Mede naar aanleiding van klachten bij de Nationale Ombudsman over malafide, kwalitatief gebrekkige en onvoldoende objectieve tolken en vertalers is in 2009 de Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: Wbtv) in werking getreden.1 De belangrijkste uitgangspunten van deze wet zijn het waarborgen van kwaliteit en integriteit van beëdigde tolken en vertalers werkzaam binnen het Nederlandse rechtsbestel. Teneinde de kwaliteit en integriteit van beëdigde tolken en vertalers te waarborgen is het Rbtv ingesteld. In dit register staan tolken en vertalers ingeschreven die hebben aangetoond in voldoende mate te beschikken over in de Wbtv opgenomen kwaliteitseisen. Om voor opname in het Rbtv in aanmerking te komen moet een tolk of vertaler beschikken over een diploma van een tolk- en/of vertaalopleiding op minimaal hbo-niveau, dan wel anderszins aantonen dat aan de wettelijke competenties wordt voldaan (artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit beëdigde tolken en vertalers (hierna: Bbtv)). Daarnaast wordt de integriteit bewaakt door middel van de eis van periodieke overlegging van een verklaring omtrent gedrag (hierna: vog).
De Wbtv verplicht in artikel 28, eerste lid, een aantal afnemers uit het domein van Veiligheid en Justitie in het kader van het straf- en vreemdelingenrecht in beginsel een tolk of vertaler uit het Rbtv in te zetten:
– de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, voor zover deze optreedt als hoogste instantie in het vreemdelingenrecht;
– de tot de rechterlijke macht behorende gerechten;
– het Openbaar Ministerie (hierna: OM);
– de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: IND);
– de politie;
– de Koninklijke Marechaussee.
Indien in het Rbtv geen tolk of vertaler beschikbaar is, kunnen tolken, geplaatst op de zgn. uitwijklijst, worden ingezet. Tolken en vertalers die niet aan de wettelijke kwaliteitseisen kunnen voldoen om in het Rbtv te kunnen worden geplaatst, vanwege het ontbreken van opleidingen of het ontbreken van onafhankelijke deskundigen die de kennis kunnen toetsen, kunnen op grond van artikel 2, derde lid, Wbtv, op deze uitwijklijst worden ingeschreven indien zij voldoen aan de inhoudelijke voorwaarden voor plaatsing op de uitwijklijst. Eerst indien zowel uit het Rbtv als de uitwijklijst geen tolk of vertaler beschikbaar is, biedt de Wbtv de mogelijkheid niet geregistreerde tolken of vertalers in te zetten.
Door tolken en vertalers wordt gesteld dat in de praktijk te lichtvaardig tolken en vertalers uit de uitwijklijst worden ingezet, terwijl er wel registertolken of -vertalers beschikbaar zouden zijn.
Van uit de wet voortvloeiende afnameplicht mag slechts in uitzonderlijke omstandigheden worden afgeweken (artikel 28, derde lid, Wbtv).2 Inzet van tolken die niet in het Rbtv zijn opgenomen is alleen toegestaan indien wegens de vereiste spoed een in het register ingeschreven tolk of vertaler niet tijdig beschikbaar is of indien in het register geen tolk of vertaler staat ingeschreven die gekwalificeerd is voor de vereiste bron- of doeltaal. Gelet hierop wordt in individuele gevallen afgeweken van de afnameplicht. Bijvoorbeeld bij ad hoc telefonische tolkopdrachten kan het niet bereikbaar zijn van een beëdigde tolk reden zijn voor het inzetten van een niet-beëdigde tolk. Het is overigens een gegeven dat een aanzienlijk aantal beëdigde tolken niet beschikbaar wil zijn voor deze specifieke vorm van dienstverlening. Daarnaast kan het voorkomen dat er voor specifieke talen geen tolken of vertalers in het Rbtv zijn ingeschreven, vanwege het ontbreken van opleidingen en/of toetsdeskundigen. Ik heb geen aanwijzingen dat de wettelijke afnemers de Wbtv op dit onderdeel niet voldoende naleven. De raad voor rechtsbijstand ziet wat betreft de inzet van Rbtv-tolken en -vertalers voor de gesubsidieerde rechtsbijstand toe op de contractuele verplichting van het bemiddelingsbureau beëdigde tolken/vertalers in te zetten. Periodiek overlegt het bemiddelingsbureau hiertoe overzichten en worden individuele opdrachten steekproefgewijs gecontroleerd. Daarnaast vinden controles plaats indien een klacht wordt ingediend bij de raad voor rechtsbijstand. Uit de overzichten die periodiek door de bemiddelingsbureaus worden overgelegd blijkt dat de inzet van Rbtv-tolken en -vertalers hoog is.
Volledigheidshalve merk ik in dit verband nog op dat de overheid, naast de wettelijke afnameplicht uit de Wbtv, ook voor een aantal andere tolk- en vertaaldiensten inschrijving in het Rbtv veelal als norm hanteert. In de meeste overeenkomsten met bemiddelingsbureaus (zie onderdeel 3a) is een met artikel 28 Wbtv vergelijkbare afnameplicht opgenomen. De achtergrond hiervan is dat de eisen gesteld aan in het Rbtv opgenomen tolken en vertalers een ondergrens vormen op het gebied van kwaliteit en integriteit voor andere taaldiensten dan die onder de afnameplicht vallen.
Uit het zwartboek blijkt dat een aantal tolken en vertalers zich niet goed kan vinden in de wijze waarop de raad voor rechtsbijstand het Rbtv en de uitwijklijst beheert.
Zoals hiervoor gesteld zijn in de Wbtv en het Bbtv criteria opgenomen waaraan een tolk of vertaler moet voldoen om in aanmerking te komen voor inschrijving in het Rbtv. Deze inschrijving moet elke vijf jaar worden verlengd. Daartoe dient de tolk of vertaler aan te tonen dat door middel van het volgen van aangewezen opleidingen en een minimum aan professionele opdrachten de vakbekwaamheid is bijgehouden. Daarnaast dient een vog te worden overgelegd. Bij gebrek aan opleidingen waarmee tolken en vertalers kunnen aantonen te beschikken over de wettelijke competenties, heeft de raad voor rechtsbijstand beleid ontwikkeld om op alternatieve manieren de competenties te kunnen aantonen. Zo worden speciale tolk- en vertaaltoetsen aangeboden die zijn afgeleid van de eindexamens van het HBO-onderwijs en kunnen dossiers onder bepaalde voorwaarden worden voorgelegd aan een commissie van deskundigen. Het aantal talencombinaties waarvoor toetsen beschikbaar zijn, is evenwel nog beperkt, waardoor het kan voorkomen dat tolken en vertalers niet aan de opleidingseisen die gelden voor het Rbtv, kunnen voldoen. Voor een deel van deze groep biedt inschrijving op de uitwijklijst soelaas. De Wbtv voorziet voorts in een mogelijkheid om rechtsmiddelen in te stellen tegen de beslissing van de raad voor rechtsbijstand de tolk/vertaler niet in te schrijven in het Rbtv of de uitwijklijst. Een tolk/vertaler kan overigens ook zonder ingeschreven te zijn in het Rbtv het vak van tolk/vertaler uitoefenen. De kans op opdrachten voor de overheid is alleen kleiner indien voor de betreffende taal Rbtv-tolken of -vertalers beschikbaar zijn. De verantwoording te voldoen aan de in de Wbtv gestelde eisen voor inschrijving ligt bij de tolk/vertaler zelf.
Het beleid inzake de toelating tot het Rbtv en de uitwijklijst is mede ontwikkeld door het Kwaliteitsinstituut Wbtv. In dit instituut hebben vertegenwoordigers zitting uit het onderwijsveld, de wetenschap, de tolk- en vertaalbranche en andere betrokken beroepsgroepen, zoals de advocatuur en de rechterlijke macht.
De beroepsorganisaties zijn voorts van mening dat het Rbtv moet worden opgeschoond. Door een overgangsbepaling in de Wbtv zou een grote groep tolken die is opgenomen in het Rbtv niet aan de kwaliteitsnormen voldoen. In de Nota naar aanleiding van het verslag inzake de Implementatie van de richtlijn inzake het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures alsmede in mijn brief van 31 januari 2013 heb ik reeds aangegeven dat ik deze stelling niet kan onderschrijven.3
In de kabinetsreactie op het interdepartementale beleidsonderzoek organisatie, financiering en kwaliteit van tolk- en vertaaldiensten4 is als uitgangspunt geformuleerd dat bij de inzet van tolken en vertalers de markt meer moet worden ingeschakeld en concurrentie en keuzevrijheid dienen te worden gestimuleerd. Geconcludeerd werd dat sprake was van een zekere kwaliteitsinstransparantie op de markten voor tolk- en vertaaldiensten. Een betere positionering van de verantwoordelijkheden voor financiering, organisatie en certificering was derhalve gewenst. Teneinde het publieke belang dat met beschikbaarheid van tolken en vertalers is gemoeid voldoende te waarborgen, is daarbij in overleg met de Nederlandse Mededingingsautoriteit gekozen gefaseerd over te stappen naar een systeem van openbare aanbesteding voor de bemiddelingsfunctie van tolk- en vertaaldiensten. Het uitgangspunt van marktwerking in de tolk- en vertaalmarkt blijf ik onderschrijven.
De redenen om een bemiddelaar in te schakelen voor de tolk- en vertaaldiensten zijn divers. Een bemiddelaar kan ervoor zorgen dat de markt efficiënter en goedkoper werkt, onder meer door de vrager en aanbieder snel bijeen te brengen, omdat de bemiddelaar de markt goed kent en een overzicht heeft van beschikbare talen, tolken en vertalers. Daarnaast kan de inschakeling van een bemiddelaar de (zoek)kosten bij de afnemer beperken, bijvoorbeeld met betrekking tot de facturering (één factuur), het bijhouden van lijsten van tolken en vertalers, kwalificaties en het (na)bellen totdat een geschikte tolk of vertaler is gevonden. De bemiddelaar biedt voorts een zekere leveringsgarantie en neemt arbeidsrechtelijke problemen uit handen. De uitbesteding van de bemiddelingsfunctie maakt het daardoor mogelijk dat de afnemer zich meer toelegt op zijn kerncompetenties en -taken.
In 2005 is een begin gemaakt met openbare aanbesteding door het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (hierna: TVcN) in de markt te zetten. TVcN voorzag destijds in de tolk- en vertaalbehoefte en werd tot dat moment nog volledig door het toenmalige ministerie van Justitie gesubsidieerd. De aanbesteding is gewonnen door Manpower Business Solutions, dat met ingang van 1 januari 2006 voorzag in de tolk- en vertaalbehoefte voor vele onderdelen van in het Justitie-domein, evenals voor de advocatuur, Vluchtelingenwerk en de gezondheidszorg. TVcN opereert als onderdeel van Manpower Business Solutions overigens nog met de eigen, vertrouwde, naam.
De tweede Europese aanbesteding is in 2009 aangevangen, waarbij de bemiddelingsfuncties voor tolk- en vertaaldiensten verder in de markt zijn gezet. Om zo veel mogelijk marktwerking te bevorderen is de aanbesteding opgedeeld in vier kleinere percelen:
– perceel 1: Justitie en overig (Schadefonds Geweldsmisdrijven, Stichting NIDOS, Vluchtelingenwerk Nederland, Raad voor de Kinderbescherming, Landelijk Bureau Inning Ouderbijdragen, Dienst Terugkeer en Vertrek, Dienst Justitiële Inrichtingen);
– perceel 2: gesubsidieerde rechtsbijstand (raden voor rechtsbijstand, advocatuur, Amnesty International, Juridisch Loketten);
– perceel 3: Centraal Orgaan opvang Asielszoekers;
– perceel 4: opsporing en handhaving (Belastingdienst (FIOD en Douane), Koninklijke Marechaussee, opsporingsdiensten van het ministerie van Sociale Zaken met uitzondering van het Agentschap SZW en de Inspectie Werk en Inkomen).
Een aantal brancheorganisaties van tolken en vertalers is van mening dat voornamelijk de prijs bepalend is geweest bij de gunning. Een gunning van een aanbesteding kan volgens twee criteria plaatsvinden: het criterium laagste prijs of het criterium economisch meest voordelige inschrijving (EMVI). EMVI is een combinatie van prijs, kwaliteit, leveringsvoorwaarden etc., waarbij per aanbesteding wordt bepaald in welke verhouding deze tot elkaar staan. De gunning van de aanbestedingen voor tolk- en vertaaldiensten heeft plaatsgevonden met het criterium EMVI als uitgangspunt. Uit de programma’s van eisen alsmede de scoring rules van de Europese aanbestedingen voor de bemiddeling van tolk- en vertaaldiensten blijkt dat de prijs weliswaar een belangrijk element is geweest bij de gunning, maar dat daarnaast aspecten gericht op kwaliteit en deskundigheid (inzet Rbtv-tolken en -vertalers) alsmede het adequaat kunnen omgaan met fluctuaties belangrijke gunningsaspecten zijn geweest.
Met ingang van 1 januari 2010 is met Concorde Group een overeenkomst gesloten voor de bemiddeling van tolkdiensten op perceel 2 (gesubsidieerde rechtsbijstand) en met TVcN voor de overige percelen. Voor de bemiddeling van vertaaldiensten binnen het VenJ-domein, Defensie, Financiën en SZW is Concorde Group gecontracteerd. Door de politie zijn vervolgens in 2011 de telefonische tolkdiensten en vertaaldiensten Europees aanbesteed en is Concorde Group gecontracteerd voor de bemiddeling van deze diensten. Overigens merk ik op dat binnen het domein van VenJ op dit moment verschillende raamovereenkomsten zijn gesloten die voorzien in tolk- en vertaaldiensten. Slechts twee van de zes raamovereenkomsten worden thans door Concorde Group uitgevoerd. Geen enkele marktpartij beschikt binnen het domein van VenJ dan ook over een machtspositie.
Het is mij bekend dat de beroepsorganisaties niet gelukkig zijn met de aanbesteding van de bemiddelingsfunctie voor tolk- en vertaaldiensten. Mede daarom worden momenteel bij de voorbereiding van de nieuwe aanbestedingsprocedure voor tolk- en vertaaldiensten ten behoeve van het perceel gesubsidieerde rechtsbijstand in samenspraak met de verschillende tolk- en vertaalorganisaties bezien welke verbeteringen (alternatieven) kunnen worden aangebracht. Bij deze marktconsultaties worden onder meer het doel van de aanbesteding, de behoefte van de opdrachtgevers en de inkoopstrategie bij de verschillende tolk- en vertaalorganisaties getoetst. Inmiddels heeft een aantal bijeenkomsten met de tolk- en vertaalorganisaties plaatsgevonden om wensen ten aanzien van de aanbesteding te inventariseren en om te bezien welke gunningsvoorwaarden passend zijn. Deze Europese aanbestedingen voor tolk- en vertaaldiensten binnen het perceel rechtsbijstand worden op mijn verzoek voorbereid door de raad voor rechtsbijstand.
Een van de aandachtspunten bij de nieuwe aanbesteding op het perceel rechtsbijstand zal ook zijn dat er voor kleinere ondernemers minder beletselen zijn om bijvoorbeeld via verkoopcombinaties meer tegenwicht te bieden aan relatief grote marktpartijen. Het is van belang dat aan het midden- en kleinbedrijf en zzp-ers geen onredelijke eisen worden gesteld aan opdrachten, maar ook dat opdrachten niet onnodig groot zijn door samenvoeging, en de administratieve lasten niet onnodig hoog zijn. In dit kader wijs ik op een recente wijziging van de Mededingingswet.5 Deze wijziging betreft de zgn. bagatelvrijstelling. Afspraken tussen ondernemingen die onder de grenzen van de bagatelvrijstelling in artikel 7, tweede lid, van de Mededingingswet vallen, worden niet beschouwd als inbreuk op het kartelverbod.
Een deel van de tolken/vertalers is ontevreden over de samenwerking met de bemiddelingsbureaus. Zij stellen minder opdrachten te krijgen en te kampen te hebben met een dalende omzet. Concorde Group bemiddelt op een andere manier dan de tolken/vertalers van oudsher gewend waren. Blijkens overzichten die door Concorde Group worden overgelegd, is de werkwijze van Concorde Group efficiënt en leidt deze tot goede resultaten, evenals de werkwijze die TVcN reeds enkelijke jaren voert. Tolken en vertalers die niet inspelen op de veranderende markt, kunnen hiervan nadelige gevolgen ondervinden. Niet onbelangrijk is in dit verband overigens dat de vraag naar tolkdiensten de afgelopen jaren aanzienlijk is afgenomen, onder meer doordat het ministerie van VWS sinds 2012 tolkdiensten in de gezondheidszorg niet langer vergoedt en ook de instroom van vreemdelingen is gedaald in de afgelopen jaren.
Naast het systeem van de Europese aanbesteding wordt binnen het VenJ-domein door een aantal diensten zelfstandig tolk- en vertaaldiensten ingekocht. Het zijn voornamelijk het openbaar ministerie (OM), de rechtspraak, de politie en de IND – allen vallend onder de Rbtv-afnameplicht – die voor bepaalde tolk- en vertaaldiensten de inkoop zelf hebben georganiseerd. Om pragmatische, logistieke, tactische en financiële redenen (bijvoorbeeld de strakke planning van het primair proces in asielzaken of bijzondere eisen wat betreft integriteit van taptolken) maken zij geen gebruik van een bemiddelaar en hebben mitsdien niet openbaar aanbesteed. De politie heeft, zoals eerder gemeld, wel de telefonische tolk- en de vertaaldiensten Europees aanbesteed en heeft een contact hiervoor gesloten met Concorde Group. Voormelde diensten vergoeden tolk- en vertaaldiensten conform het Besluit tarieven in strafzaken (Btis) dan wel de Regeling tolkenvergoeding IND. Anders dan op verschillende plaatsen in het zwartboek wordt gesuggereerd, wordt bij de behandeling van strafzaken derhalve geen gebruik gemaakt van bemiddelaars.
Uit het zwartboek blijkt dat de tolk- en vertaalorganisaties van mening zijn dat hun tarieven door de bemiddelingsbureaus onder druk worden gezet. Daarnaast hebben de tolk- en vertaalorganisaties het gevoel dat het bemiddelingstarief dat door de bemiddelingsbureaus wordt doorberekend aan de tolken en vertalers, waardoor zij een lager tarief zouden ontvangen.
De bemiddelingsbureaus ontkennen dat de tolktarieven worden afgeroomd dan wel dat de bemiddelingskosten worden verhaald op de tolken en vertalers. De bemiddelaars kunnen, om de door de overheid gewenste marktwerking te bevorderen, in zekere zin sturen op de prijs. Dit mag echter nooit ten koste gaan van de kernwaarden in het Wbtv, te weten kwaliteit en integriteit (inzet van tolken en vertalers uit het Rbtv). Zulks is ook in de contracten met de bemiddelingsbureaus vastgelegd. De markt van tolk- en vertaaldiensten is evenwel een diffuse markt, die bestaat uit vele deelmarkten. Op een aantal deelmarkten is VenJ de enige afnemer, op andere deelmarkten wordt de vraag naar tolk- en vertaaldiensten voornamelijk gegenereerd door het bedrijfsleven. Verschillen in de vraagzijde leiden bij normale concurrentieverhoudingen logischerwijs tot prijsverschillen op de verschillende deelmarkten.
In de komende Europese aanbesteding op het perceel gesubsidieerde rechtsbijstand zal overigens worden getracht meer op bemiddelingskosten te sturen. Samen met de diverse tolk- en vertaalorganisaties worden de mogelijkheden verkend of door een boekingssysteem op basis van bijvoorbeeld internettechnologie de bemiddelingskosten kunnen worden teruggedrongen ten gunste van een hogere vergoeding voor de tolken en vertalers.
De tolk- en vertaalorganisaties spreken hun ongenoegen uit over het feit dat de tolk- en vertaaltarieven in het Btis sinds 1981 niet meer zijn geïndexeerd.
In 2003 heeft voor het laatst een aanpassing van de tarieven voor tolken en vertalers in het Btis plaatsgevonden, waarbij de minimum- en maximumtarieven voor werkzaamheden van vertalers zijn komen te vervallen. Daarnaast is in 2003 voor tolken een zgn. voorrijtarief van € 20,23 ingevoerd voor tolken die werkzaamheden bij gerechten verrichten. Op deze voorrijvergoeding kan een tolk maximaal twee maal per dag aanspraak maken. Naast het Btis bestaat de Regeling tolkenvergoeding IND. De tarieven in deze regeling zijn grosso modo gelijk aan de tarieven in het Btis, wel zijn er verschillen in de wijze van berekening en vaststelling van reiskosten.
Het kabinetsstandpunt in 2004 was dat bij de inzet van tolken en vertalers de markt meer moet worden ingeschakeld en dat de totstandkoming van concurrentie moet worden gestimuleerd. Inmiddels is met aanbesteding ervaring opgedaan en is in de markt een zekere prijsconcurrentie ontstaan. Vaste tarieven vormen vanuit mededingingsoptiek een vorm van concurrentiebeperking en werken marktverstorend in die sectoren waar al via openbare aanbesteding in de tolk- en vertaalbehoefte wordt voorzien. Een verhoging van het vaste tarief staat haaks op marktwerking. Door tariefregulering kan een tolk of vertaler zich niet op basis van het tarief onderscheiden van andere tolken of vertalers. Concurrentie stimuleert tolken en vertalers de kwaliteit van hun diensten te verbeteren.
Gelet op het vorengaande alsmede gelet op het feit dat de budgettaire situatie van het rijk dwingt tot een grote terughoudendheid ten aanzien van extra uitgaven, acht ik aanpassing van de tarieven in het Btis thans uiterst ongewenst. Daarbij teken ik nogmaals aan dat de vraag naar tolk- en vertaaldiensten de laatste jaren sterk is gedaald. Aan de aanbodzijde is hierdoor een overschot ontstaan. Dat leidt ertoe dat veel taaldiensten kunnen worden verricht door gekwalificeerde aanbieders zonder dat daarvoor hogere tarieven nodig zijn.
Tenslotte
Ten slotte wil ik nogmaals benadrukken dat tolken en vertalers een onmisbare schakel zijn op het terrein van de Nederlandse rechtspleging. Kwaliteit en integriteit zijn daarbij onontbeerlijk. De tolk- en vertalersmarkt is in de afgelopen jaren veranderd. De vraag naar tolk- en vertaaldiensten vanuit de overheid is aanzienlijk teruggelopen. Daarnaast heeft marktwerking geleidelijk zijn intrede gedaan, waarbij vraag en aanbod efficiënter op elkaar worden afgestemd en innoverende werkwijzen worden ingevoerd. In deze veranderende markt acht ik het van groot belang in gesprek te blijven met de brancheorganisaties van tolken en vertalers en zal ik de inbreng vanuit deze organisaties in mijn beleidsvorming ten aanzien van het Europese aanbestedingstraject betrekken.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven
De Raad van State heeft dit onlangs onderstreept bij uitspraak van 28 juni 2012 (LJN: BX0621).
Wet houdende wijziging van de Mededingingswet ter versoepeling van de uitzondering op het verbod van mededingingsafspraken, Stb. 2011, 569 en 570, iwtr. 3 december 2011.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29936-32.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.