29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD

Nr. 79 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2012

In het voortgezet algemeen overleg met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van uw Kamer op 1 februari jl. (Handelingen II 2011/12, nr. 48, item 3, blz. 3–6) is, in het licht van het feit dat de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002) dit jaar tien jaar bestaat, besproken dat een evaluatie van de wet aan de orde zou kunnen zijn. Overwogen werd daarbij dat het van belang is om te weten dat de bevoegdheden van de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten toereikend zijn, dat de waarborgen voldoen, dat het toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten goed geregeld is en volstaat en dat het belangrijk is om periodiek te toetsen of het stelsel van democratische controle in Nederland nog steeds dekkend en van hoge kwaliteit is. Tijdens het overleg heb ik aangegeven in beginsel welwillend te staan tegenover een evaluatie maar dat een consultatie van de andere voor de Wiv 2002 verantwoordelijke ministers, nodig was alvorens ik met een definitief oordeel zou kunnen komen.

Ik heb inmiddels in de Raad voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (RIV) de mogelijkheid van een evaluatie besproken en ik kan u mededelen dat een evaluatie van de Wiv 2002 door alle betrokken bewindslieden wordt ondersteund.

Tevens wordt overwogen om een evaluatiebepaling in de Wiv 2002 op te gaan nemen, waarmee ook voor de toekomst in een periodieke evaluatie van de Wiv 2002 zal worden voorzien. Hierbij geldt nadrukkelijk, zoals ik ook in het voortgezet algemeen overleg reeds naar voren heb gebracht, dat de betrokken ministers het noodzakelijk achten om nu eerst uitvoering te geven aan een reeds ingezet wijzigingstraject van de Wiv 2002, alvorens wordt overgegaan tot een eerste evaluatie van de Wiv 2002.

Deze wetswijziging, die naar verwachting begin 2013 bij uw Kamer kan worden ingediend, zal niet alleen zien op het opnieuw regelen van de niet-controversiële onderdelen uit het in maart 2011 ingetrokken wijzigingsvoorstel (kamerstukken 30 553), maar ook op diverse wijzigingen welke voortvloeien uit de bevindingen in het toezichtsrapport van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten inzake de inzet van Sigint door de MIVD (CTIVD nr. 28). Een spoedige totstandkoming van de in dat kader voorziene wijzigingen van de Wiv 2002 is noodzakelijk om de door de CTIVD in haar toezichtsrapport geconstateerde tekortkomingen weg te kunnen nemen en ervoor te zorgen dat wet en praktijk weer op elkaar aansluiten. Naar het oordeel van het kabinet heeft dit prioriteit en dient een evaluatie van de Wiv 2002 aldus na totstandkoming van de hiervoor benoemde wetswijzigingen plaats te vinden.

Voor de zomer ontvangt u een voorstel waarin zal worden ingegaan op de wijze waarop een evaluatie van de wet zou kunnen worden ingevuld.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

Naar boven