Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2011
De commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD) heeft in het kader van haar taak bedoeld
in artikel 64, tweede lid, onder a, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 een onderzoek verricht naar
de door de AIVD uitgebrachte ambtsberichten in de periode van oktober 2005 tot en met mei 2010. Naar aanleiding van dit onderzoek
heeft de commissie een toezichtsrapport vastgesteld. Het openbare toezichtsrapport alsmede mijn reactie daarop treft u bijgaand
aan1. Het toezichtsrapport heeft geen geheime bijlage.
De CTIVD heeft onderzoek verricht naar de door de AIVD uitgebrachte ambtsberichten over een periode van bijna vijf jaar. In
dat kader heeft zij de dossiers onderzocht van in totaal 566 ambtsberichten.
Een belangrijke constatering van de CTIVD is dat, in aanmerking genomen het grote aantal ambtsberichten dat door haar is onderzocht
en de lange periode die het onderzoek beslaat, zij een beperkt aantal kritiekpunten heeft.
De ambtsberichten die de AIVD heeft uitgebracht aan het Openbaar Ministerie, de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de categorie
«overige ontvangers», zoals burgemeesters en korpschefs van de politie, voldoen naar het oordeel van de CTIVD in het algemeen
aan de wettelijke vereisten.
Ten aanzien van ambtsberichten die de AIVD aan het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie uitbrengt in het
kader van aanvragen voor exportvergunningen constateert de CTIVD dat de AIVD in de laatste jaren verbeteringen heeft aangebracht
in zijn werkwijze, waardoor thans in overeenstemming met de wettelijke vereisten wordt gehandeld. Een groot aantal van de
aanbevelingen die de CTIVD in dit verband (nog) doet is reeds lopende het onderzoek door de AIVD opgepakt.
De CTIVD constateert verder dat de berichten van de AIVD aan de voorzitters van politieke partijen over (kandidaat-)politieke
ambtsdragers en de berichten aan de formateur of de minister-president over kandidaat-bewindspersonen zowel wat het beleid
als de uitvoering betreft bepaalde structurele tekortkomingen vertonen. Het behoeft geen betoog dat de procedures voor vorenbedoelde
berichten met uiterste zorgvuldigheid dienen te worden uitgevoerd. Daartoe zal onder meer het huidige beleidsdocument dat
dateert uit 2010 worden aangepast op de punten die de CTIVD in haar rapport naar voren heeft gebracht, waarna het document
opnieuw aan de partijvoorzitters kan worden toegezonden. Tevens zullen de procedures zodanig worden aangepast dat er in hogere
mate sprake zal zijn van schriftelijke vastlegging en centraal belegde dossiervorming.
Ik sluit af met de conclusie dat ik mij kan vinden in de bevindingen van de CTIVD in het rapport. De AIVD brengt in het algemeen
op zorgvuldige wijze ambtsberichten uit. Het beperkte aantal kritiekpunten dat de CTIVD heeft onderschrijf ik en de daaruit
voortvloeiende aanbevelingen neem ik over.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner