29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 85 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2013

Refererend aan het verzoek van uw Kamer van 18 september jongstleden wil ik in deze brief graag ingaan op het fenomeen mobiel banditisme. Er is de afgelopen anderhalf jaar veel gedaan tegen mobiel banditisme: de politie verricht wekelijks specifieke en maandelijks grootschalige acties daartegen en de activiteiten die ik in mijn brief over dit onderwerp van 26 maart 2012 (Kamerstuk 29 911, nr. 64) heb aangekondigd zijn effectief. Ik zie het recente rapport Mobiel Banditisme van de Universiteit Utrecht1 als een ondersteuning van mijn beleid.

Mobiele bendes: actueel beeld

De politie heeft een actueel criminaliteitsbeeld van mobiel banditisme. Ten opzichte van het criminaliteitsbeeld zoals in mijn brief van 26 maart 2012 geschetst is er weinig veranderd. Uit de analyse van politiecijfers uit 2012 valt te concluderen dat er sinds 2010 fors meer Oost-Europese verdachten zijn aangehouden en dat een groot gedeelte is aangehouden voor een vermogensdelict (bij de Roemeense en Litouwse verdachten is dat 80 à 87%) terwijl zij in meer dan 50% van de gevallen woonachtig zijn in het buitenland (Roemenen en Litouwers zelfs 87% resp. 71%). In 2012 zijn bijna 5.000 personen (in 2010: bijna 4.300) Oost-Europese personen die niet in Nederland woonachtig zijn, aangehouden op het verdenking van het plegen van vermogensdelicten. Een groot deel van hen maakt deel uit van mobiele bendes. Het algemene beeld is dat er sprake is van een toename van diverse vormen van vermogensdelicten door Oost-Europese bendes, waaronder (woning)inbraken, voertuigcriminaliteit en winkeldiefstallen.

Het rapport Mobiel Banditisme van prof. Siegel geeft een goed beeld van de aard van het fenomeen en bevat waardevolle observaties. Enkele van de belangrijkste conclusies zijn: «Er worden in Nederland aanzienlijke inspanningen verricht om Oost- en Centraal-Europese rondtrekkende bendes aan te pakken. Deze inspanningen betreffen zowel repressieve en preventieve maatregelen als nieuwe wetten en operationele, bestuurlijke en technologische vernieuwingen. Hiermee volgt Nederland andere West-Europese landen die al langer worstelen met deze problematiek.» En: «Als gevolg van de hogere prioriteit die nu wordt gehecht aan de bestrijding van mobiel banditisme en diverse initiatieven om deze vorm van georganiseerde misdaad in Nederland terug te dringen, is het aantal gevallen van ladingsdiefstal en skimming inmiddels afgenomen.»

Uit het rapport blijkt niet dat er specifieke beweegredenen zijn om naar Nederland te komen: Nederland staat niet bovenaan de lijst van populaire landen, Nederland is uitwisselbaar met elk ander Europees land waar veel te halen valt. Zodra het ergens te heet onder de voeten wordt verkast men weer naar een andere regio. Verder is vooral de armoede en het gebrek aan perspectief in het land van herkomst doorslaggevend om op het criminele pad te gaan in het «rijke» Westen.

Een belangrijke conclusie van het onderzoek is ook dat de detentieomstandigheden in Nederland veelal niet als positief gezien worden, met andere woorden: de Nederlandse cel wordt niet als een hotel beleefd. Bovendien vindt men de straffen in Nederland te hoog.

Er leven in uw Kamer vragen over de stelling uit het rapport dat Oost-Europese bendes de spullen uit inbraken, waarvan steeds is gedacht dat zij ze mee naar het buitenland namen, gewoon hier op de zwarte markt verkopen. Allereerst wil ik opmerken dat de markten waarover het hier gaat niet zwart zijn in de zin van illegaal. Bij de Beverwijkse Bazaar is sprake van verticaal toezicht: OM, politie, gemeente, de belastingdienst en andere handhavingsdiensten controleren deze markt regelmatig en hanteren een integrale aanpak. Daarnaast is sprake van horizontaal toezicht door de Beverwijkse Bazaar zelf. Als er voldoende concrete aanwijzingen zijn, stellen OM en Politie strafrechtelijke onderzoeken in. Dit is in het verleden ook gebeurd en dit heeft tot veroordelingen geleid.

Weerbaarheid: stand van zaken

Er is sinds mei 2012 een integraal actieplan tegen mobiele bendes in uitvoering, dat een groot aantal acties van publieke en private partners omvat en een integrale aanpak voorstaat met vele acties op het terrein van preventie, repressie en tegenhouden alsmede de oprichting van een Gemeenschappelijke Informatie Organisatie (GIO). Op het gebied van preventie zijn alle maatregelen inmiddels uitgevoerd. Deels verliep dat via het Actieplan Criminaliteit tegen Bedrijven (ACtB), waarover ik u conform mijn toezegging in het AO over woninginbraken van 12 juni jl nader zou informeren. Doel van het Actieplan is Nederland veiliger te maken voor ondernemers en werknemers en zodoende een bijdrage te leveren aan een veiligere samenleving. In de afgelopen anderhalf jaar zijn belangrijke resultaten geboekt, zowel gericht op de dadergerichte preventie als op de voorkoming van slachtofferschap en gebiedsgerichte preventie. Zo heb ik op 4 juni 2013 de Veilig Ondernemen Scan gelanceerd, waarmee de ondernemer zelf zijn risico kan bepalen voor verschillende typen delicten. Detailhandel Nederland heeft in februari van dit jaar de campagne «Uw kiezers, onze klanten» gelanceerd, gericht op de lokale politici waarin preventieve maatregelen zoals een verbod op geprepareerde tassen in de APV gepropageerd worden. De op te richten Gemeenschappelijke Informatie Organisatie (GIO) zal zich verder met preventie bezighouden. Ook zijn er concrete hulpmiddelen voor het bedrijfsleven gemaakt ter voorkoming van acquisitiefraude en cybercrime. Verder noem ik het Keurmerk Veilig Ondernemen waarvan er van begin 2012 tot en met 1 september 2013 157 zijn uitgereikt. Nader onderzoek in aanvulling op dat van de Universiteit Utrecht door het WODC ten behoeve van tegenhouden van mobiele bendes moet helpen het barrièremodel tegen mobiel banditisme verder te versterken, te beginnen bij moment van binnenkomst in Nederland, het vervoer, verblijf en modus operandi tot aan de heling en de besteding van het criminele vermogen. Om heling verder te bestrijden is sinds 2012 het Digitaal Opkopersregister (DOR en de aansluiting op stopheling.nl in Apeldoorn met succes beproefd: er konden 44 verdachten worden aangehouden en 68 zaken opgelost. Het DOR wordt daarom verder verbreid: inmiddels zijn er 44 gemeenten op aangesloten.

Winkelketens en transportbedrijven beschikken vaak over informatie over mobiele bendes, zoals beeldmateriaal, kentekens van voertuigen, namen en modi operandi. Sinds 2010 delen ze deze informatie met de Informatie Organisatie van de Landelijke Eenheid (voorheen Ipol). De politie analyseert en combineert die informatie met andere politiële informatie. Mede dankzij deze aanpak is al een aantal actieve dadergroepen aangehouden. De GIO zal voortaan deze informatie op bruikbaarheid controleren alvorens deze met de politie te delen maar ook terugkoppelen aan bedrijven om ze te waarschuwen voor dreigingen zodat zij voorzorgsmaatregelen kunnen nemen.

Repressieve aandacht

De politie zal de integrale aanpak van mobiel banditisme continueren en op onderdelen intensiveren en blijven bijdragen aan een offensieve dadergerichte strategie. Daartoe zal zij snel en adequaat gegevens uitwisselen, zowel op nationaal niveau als met buitenlandse politiediensten en internationale organisaties. Op basis van een real-time informatiebeeld zal de politie partners in de aanpak ondersteunen bij het kiezen van effectieve interventies gericht op dadergroepen, verblijfplaatsen, veelgebruikte routes, facilitators en hotspots in het helingcircuit. Daarnaast zal de politie opsporingsonderzoeken en handhavings- en controleacties blijven uitvoeren gericht op het aanpakken en tegenhouden van mobiele banditisme.

De politie-aanpak van mobiele bandieten bestaat uit 3 onderdelen:

  • a. Identificeren van mobiele bendes en versterken informatie gestuurde aanpak door politie en partners. De politie verzamelt en analyseert informatie van verschillende partners binnen en buiten de politie, waaronder EuropOL en de GIO, en verstrekt vervolgens concrete informatie- en/of interventieadviezen aan de verschillende partners. De intelligencevoorziening zal tevens het Europese EMPACT-programma Organised Property Crime ondersteunen, waaraan de Nederlandse politie deelneemt.

  • b. Verstoren en frustreren van mobiele bendes in Nederland. Daartoe zal de politie een groot aantal substantiële acties in de sfeer van opsporing, handhaving en controle uitvoeren. Deze versterkte aanpak zal zich richten op dadergroepen, verblijfplaatsen, bekende routes, het helingcircuit en facilitators. Bij de reguliere grootschalige verkeerscontroles blijft mobiel banditisme een vast aandachtpunt en de technische signaleringsmogelijkheden van ANPR en grensbewakingsystemen zullen daarbij beter benut gaan worden.

  • c. Versterken ketenaanpak mobiel banditisme: in 2014 zal de internationale informatie-uitwisseling (24/7 vaststelling juiste identiteit en antecedenten binnen wettelijke en organisatorische mogelijkheden) bij aangehouden vreemdelingen verder gestroomlijnd worden. Daarnaast zal de politie landelijk de dossieropbouw ten behoeve van adequate afdoening door OM, Rechterlijke Macht en IND optimaliseren. Bij het OM is een speciale officier van justitie hiermee belast, naast de officieren van justitie die belast zijn met reguliere onderzoeken naar mobiele bendes.

Verdachten uit Oost-Europa zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland (en die vermoedelijk lid zijn van een mobiele bende) worden zoveel mogelijk vastgehouden zodat afdoening via snelrecht leidt tot lik op stuk beleid. De ketenaanpak wordt ook afgestemd met het ZSM-traject.

Roma

Misdrijven door Roma krijgen niet meer, maar ook niet minder aandacht. De door een lid van uw Kamer gememoreerde 250 miljoen euro schade voor burgers en bedrijfsleven wordt niet veroorzaakt door Roma alleen maar door alle mobiele bendes tezamen. Samen met mijn ambtgenoot van SZW werk ik in het kader van het Programma aanpak uitbuiting (Roma-)kinderen samen met Nederlandse gemeenten aan een integrale aanpak gericht op kinderen (uit multiprobleem-gezinnen met een Roma-achtergrond) die ingezet worden voor het plegen van (kleine) criminaliteit. De Kamer is per brief geïnformeerd over dit programma. Inzicht in hoe familieclans internationaal opereren leidt tot een gerichte aanpak voor de ontmanteling van die infrastructuur. Daarnaast blijft de opvang van (kind)slachtoffers, hun bescherming en de aanpak en bestraffing van daders van belang.

Veel gemeenten hebben bedelarij al strafbaar gesteld in hun APV. Ik ben bezig gedwongen bedelarij op te nemen in het Wetboek van Strafrecht als een vorm van mensenhandel. Er is daar immers sprake van uitbuiting. Wanneer kinderen worden gedwongen tot bedelarij, maar ook tot zakkenrollerij, inbraak of winkeldiefstal zal dat een strafverzwarende omstandigheid zijn, dus ook wanneer het slachtoffer zestien of zeventien jaar oud is. De Eerste Kamer behandelt het wetsvoorstel dit najaar.

Europese samenwerking

In de samenwerking met Duitsland en België heeft het gezamenlijke Bureau voor Euregionale Samenwerking een thematische werkgroep rondtrekkende dadergroepen die zich bezighoudt met de bestrijding van grensoverschrijdende woninginbraken en car- en homejackings. Dat is een afspraak die ik met mijn Duitse en Belgische collega’s gemaakt heb. Die werkgroep zal begin 2014 verslag uitbrengen over de resultaten hoe in 2014 verder gewerkt zal worden. Ik zal dit najaar apart spreken met mijn Belgische collega van Binnenlandse Zaken en onder andere met haar bespreken hoe wij onze samenwerking op dit punt verder kunnen versterken.

Zowel Polen, Bulgarije, Roemenië als Litouwen beschikken over zgn Asset Recovery Offices, zodat ontneming ten van criminele opbrengsten vergemakkelijkt wordt. Met Polen en Roemenië hebben we ook al goede operationele ervaringen. Alle landen zijn heel actief op dit punt en willen van ons leren.

Van de Oost-Europese lidstaten hebben er reeds meerdere het kaderbesluit-Wets geïmplementeerd. Ik heb mijn Bulgaarse en Roemeense collega’s en marge van de JBZ-Raad van oktober aangesproken op het belang van deze afspraak om Europese gedetineerden en dus ook leden van mobiele bendes hun straf in eigen land te laten ondergaan.

Per 1 januari 2014 geldt op grond van de toetredingsverdragen vrij verkeer van werknemers met Bulgarije en Roemenië. Ik verwacht niet dat dit grote en negatieve gevolgen zal hebben voor de problematiek van het mobiele banditisme. Immers er is al geruime tijd recht op vrij reizen binnen de Europese Unie en dat is alles wat mobiele bendes nodig hebben.

In toenemende mate maken wij gebruik van het instrument ongewenstverklaring. In 2011 betrof dat 230 EU-burgers, in 2012 330 en in de eerste helft van 2013 waren dat er al 180. In 2012 hebben 220 ongewenstverklaarde EU-burgers Nederland aantoonbaar verlaten. ECRIS, het Europees systeem van uitwisseling van gegevens uit strafregisters, zal daarbij in toenemende mate helpen. Bij een pilot dit jaar bleek dat in de helft van de gevallen relevante informatie werd verkregen over gearresteerde EU-burgers. Een derde daarvan bleek een strafblad elders te hebben en dat was van nut om hogere straffen te kunnen eisen en bij het ongewenst verklaren c.q. (negatief) beoordelen van het verzoek tot opheffen van hun ongewenstverklaring. De meeste Europese lidstaten hebben ECRIS in de praktijk geïmplementeerd.

De partners in de vreemdelingenketen investeren fors in de herkenning van vreemdelingen in de strafrechtketen, zodat aansluitend op het strafrechtelijke traject, criminele vreemdelingen waar mogelijk uit Nederland kunnen worden verwijderd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven