Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2020
Er is met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) om informatie
verzocht inzake de Financial Intelligence Unit-Nederland (hierna: FIU-Nederland).
In verband met de (gedeeltelijke) openbaarmaking van documenten over de FIU-Nederland,
wil ik uw Kamer attenderen op dit besluit (zie bijlage)1. De (gedeeltelijk) openbaar gemaakte documenten zijn te vinden bij het besluit op
rijksoverheid.nl.
Voortgang verkenning positionering FIU-Nederland
Bij brief van 23 juli 2019 heb ik uw Kamer bericht over een aantal actuele wijzigingen
in de organisatie en werkwijze van de FIU-Nederland.2 Aanleiding hiervoor was dat op basis van gesprekken tussen de FIU-Nederland, de politie
en mijn ministerie vraagtekens werden geplaatst bij de wijze en grondslag voor de
verstrekking van politiegegevens voor de taak van de FIU-Nederland. Om eventuele onduidelijkheid
of onjuistheid te voorkomen, heb ik samen met de FIU-Nederland, de politie, het OM
en het Ministerie van Financiën binnen het huidige wettelijke kader een oplossing
geïdentificeerd.
In die brief heb ik u voorts bericht dat deze oplossing is doorgevoerd. De FIU-Nederland
heeft in de werkprocessen waarborgen ingebouwd om vermenging van taken en oneigenlijk
gebruik van bevoegdheden te voorkomen. Aangegeven is ook dat de Auditdienst Rijk hier
een audit op zal houden. Ook heb ik aangegeven dat ik de gekozen oplossing als extra
toets voorleg aan de Autoriteit persoonsgegevens (AP).
Om ervoor te zorgen dat de medewerkers van de FIU-Nederland de werkzaamheden ook in
de toekomst zo goed mogelijk kunnen vormgeven, heb ik tot slot in die brief aangegeven
dat ik een verkenning ben gestart naar de toekomstige positionering van de FIU-Nederland.
De aangepaste werkwijze, zoals beschreven in mijn brief, heb ik inmiddels voorgelegd
aan de AP. De AP heeft aangegeven voor zichzelf geen rol meer te zien, omdat de nieuwe
werkwijze al is ingevoerd. De AP heeft geadviseerd dit te bespreken met de functionaris
voor gegevensbescherming. Ik heb een en ander inmiddels besproken met de functionaris
voor gegevensbescherming van mijn ministerie en met die van de FIU. Beiden hebben
aangegeven zich te kunnen vinden in deze huidige, tijdelijke werkwijze. De functionarissen
voor gegevensbescherming bevestigen, zoals al aangegeven in de brief van 23 juli 2019
aan de Kamer, dat het daarbij van belang is dat de werkwijze, die in afwachting van
de toekomstige positionering van de FIU-Nederland wordt gehanteerd, met voldoende
waarborgen is omkleed, waardoor vermenging van taken en oneigenlijk gebruik van bevoegdheden
wordt voorkomen. Dit wordt betrokken bij de audit van de Auditdienst Rijk waarvoor
de eerste stappen reeds zijn gezet.
Over de werkwijze op de lange termijn ben ik een verkenning gestart naar de gewenste
positionering en wijze van taakuitvoering door FIU-Nederland. Daarbij is het uitgangspunt
dat de FIU-Nederland haar taken zo efficiënt en effectief mogelijk ten behoeve van
het opsporen en voorkomen van witwassen en financieren van terrorisme kan uitvoeren,
vanzelfsprekend met inachtneming van de regels ten aanzien van de bescherming van
persoonsgegevens. Momenteel worden verschillende opties om de FIU-Nederland te positioneren
in beeld gebracht en uitgewerkt. Hierbij zal ik ook de uitkomsten van de audit door
de Auditdienst Rijk betrekken, zodra de resultaten daarvan bekend zijn. Ik zal uw
Kamer over de voortgang en uitkomsten van deze verkenning berichten.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus