Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2013
In de week van 12 november 2012 is het treinverkeer in de Schipholtunnel op last van
de brandweer drie maal vanwege een rookmelding stil gelegd. NS en ProRail hebben naar
aanleiding hiervan besloten tot een extern onderzoek. Zoals toegezegd in mijn brief
van 13 december jl.1 ontvangt u hierbij het rapport over de brand- en rookmeldingen in de tunnel, zoals
ik dat van NS en ProRail heb ontvangen2.
Het onderzoek richt zich op de (achterliggende) oorzaken van de brand- en rookmeldingen,
wat de hinder voor reizigers is geweest en welke aanvullende maatregelen in techniek,
procedures en organisatie genomen kunnen worden om het aantal meldingen te verminderen
en de hinder voor de reizigers te beperken, zonder dat er concessies worden gedaan
aan de veiligheid.
In het rapport wordt de conclusie getrokken dat het veiligheidsregime in de Schipholtunnel
van een hoog niveau is. In het rapport worden een aantal aanbevelingen gedaan voor
maatregelen om hinder voor reizigers bij verstoringen als gevolg van brand- en rookmeldingen
terug te brengen. Dit, binnen het uitgangspunt van behoud van het huidige veiligheidsregime.
NS en ProRail brengen momenteel de uitvoerbaarheid van de maatregelen in kaart die
in het rapport worden aanbevolen, waaronder – samen met de Veiligheidsregio Kennemerland
– de mogelijkheid in de tunnel hittedetectie te plaatsen.
NS en ProRail nemen reeds een aantal maatregelen. Het NS-personeel wordt nog beter
geïnformeerd over werkzaamheden in verband met het opwaaien van stof. Ook worden reizigers
voortaan geïnformeerd over een aangelopen rem van een trein in verband met rookvorming.
Dit, om te voorkomen dat ten onrechte een brand- of rookmelding gedaan wordt.
De resultaten van het in kaart brengen van de uitvoerbaarheid van de maatregelen wil
ik graag betrekken bij mijn reactie. NS en ProRail geven aan de resultaten over ca.
twee maanden te verwachten. Dan informeer ik u hierover en geef ik u mijn reactie
op het rapport.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld