nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2004
Op initiatief van het ministerie van LNV is onlangs een project afgerond
met als titel «Slim Fruit». Dit project is in gezamenlijkheid
met betrokken keuringsdiensten (PD, KCB) en het tuinbouwbedrijfsleven tot
stand gekomen. Gaarne stel ik u hierbij op de hoogte van de inhoud van het
eindrapport (bijlage 1)1.
Doel van dit project is te komen tot een meer efficiënte en effectieve
inrichting van de import- en exportkeuringen van groenten en fruit. Vanuit
deze doelstelling is eind vorig jaar het project gestart, waarbij is gekeken
naar:
1. de inhoud van de genoemde keuringen en
2. organisatie van het keuringswerk, oftewel de vraag welke keuringsdienst
voert de inspecties uit.
De belangrijkste aanbevelingen ten aanzien van de inhoud van de keuringen
zijn om met ingang van 1 januari 2005 de keuring van geïmporteerde
groenten en fruit te baseren op een risico-analyse en om het bedrijfsleven
onder voorwaarden zelf de EU-kwaliteitscontrole te laten doen. Het toepassen
van risico-analyse bij invoer betekent dat niet alle groenten en fruit meer
worden geïnspecteerd, maar alleen die producten waar in het verleden
veel afwijkingen zijn gevonden. Daarnaast kunnen bedrijven, die een goed georganiseerde
kwaliteitscontrole hebben, vanaf 1 januari 2005 een erkenning krijgen
waardoor ze minder bezoeken ontvangen van de overheidsinspecteurs.
Zoals ik onder punt 2. reeds aangaf is in het project tevens gekeken naar
de organisatie van het keuringswerk. Op dit moment voeren, naast de Plantenziektenkundige
Dienst (PD), een viertal zelfstandige bestuursorganen (KCB, NAK, NAKtuinbouw
en BKD) fytosanitaire en kwaliteitskeuringen uit. Dat heeft geleid tot een
onoverzichtelijke lappendeken van afspraken tussen de keuringsdiensten over
de uitvoering van fytosanitaire inspecties. In het project is gekeken naar
de mogelijkheden van een privaat keuringsmodel waarbij het KCB
alle keuringen uitvoert en de PD hierop toezicht houdt.
Vervolgens is door LNV breder gesproken met de organisaties uit de plantaardige
sector (onder andere Productschap Tuinbouw, LTO, Plantum, HBAG) over dit private
keuringsmodel. Mijn ministerie heeft daarop het bedrijfsleven gevraagd of
een overdracht van de fytosanitaire import- en exportkeuringen van plantaardige
producten van de PD aan de ZBO's bespreekbaar is. Deze vraag is positief beantwoord
(zie bijlage 2)1 en we zijn overeengekomen om
het zogenaamde private keuringsmodel het komende jaar in de breedte uit te
werken.
De bovengenoemde beleidslijn past in de ontwikkeling waarbij directe overheidscontrole
wordt vervangen door toezicht op controle. Dit sluit aan bij mijn motto »van
zorgen voor naar zorgen dat» en bij het kabinetsbrede programma naar
een «Andere Overheid». Handelsbedrijven in groenten en fruit hebben
immers zelf alle belang bij keuringen waardoor ze in staat zijn om hun producten
te importeren of uit te voeren naar landen buiten de EU. Daarom moeten èn
kunnen ze in mijn visie ook een deel van de verantwoordelijkheid van de keuringen
op zich nemen. Hierbij kan het bedrijfsleven zelf sturen op efficiency. Mijn
ministerie kan door explicitering van randvoorwaarden en goed toezicht door
de PD haar publieke taak, die voortvloeit uit internationale afspraken, borgen.
Over de voortgang van de mogelijke overdracht van keuringstaken van de
PD aan de ZBO-keuringsdiensten zal ik uw Kamer op de hoogte houden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C. P. Veerman