29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 599 MOTIE VAN DE LEDEN MICHON-DERKZEN EN VAN DER STAAIJ

Voorgesteld 1 juli 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Syriëgangers zich schuldig maken aan terroristische en/of oorlogsmisdaden;

constaterende dat op dit moment niet kan worden uitgesloten dat het kabinet in zeer unieke en uitzonderlijke omstandigheden een Syriëganger terughaalt, voor berechting in Nederland;

constaterende dat terroristische misdrijven dusdanig ernstig zijn dat minimumstraffen zijn gerechtvaardigd om recht te doen aan de slachtoffers en de Nederlandse samenleving te beschermen;

overwegende dat andere landen, waaronder Duitsland, minimumstraffen kennen;

van mening dat de periode dat de verdachte in detentie zat buiten Nederland niet mag meetellen in de strafmaat;

verzoekt de regering, om de mogelijkheden tot het opleggen van minimumstraffen voor terroristische misdrijven uit te werken;

verzoekt de regering, bij deze uitwerking ook andere bestuurlijke en strafrechtelijke maatregelen mee te nemen, waaronder in elk geval:

  • na veroordeling van een terroristisch misdrijf automatische oplegging van een maatregel op,rond van de Wet langdurig toezicht, ook wanneer de terroristische misdrijven zijn gepleegd voor 1 januari 2018;

  • het schrappen van de verjaringstermijn bij voorbereiding van een terroristisch misdrijf als bedoeld in artikel 96 Wetboek van Strafrecht;

  • het intrekken van het Nederlanderschap;

en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Michon-Derkzen

Van der Staaij

Naar boven