29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 598 MOTIE VAN DE LEDEN MICHON-DERKZEN EN VAN DER STAAIJ

Voorgesteld 1 juli 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Syriëgangers vertrokken zijn naar terroristisch gebied, daarmee de rechtsstaat hebben verworpen en zich hebben aangesloten bij IS, dat de meest vreselijke misdaden heeft gepleegd;

constaterende dat de Nederlandse Staat hen terecht wil laten vervolgen, maar dat Syriëgangers nadat zij door het OM zijn gedagvaard vervolgens door een beroep op artikel 6 EVRM fysieke aanwezigheid in de Nederlandse rechtszaal af proberen te dwingen, waardoor de Staat in één concreet geval is overgegaan tot repatriëring om beëindiging van de betreffende strafzaak te voorkomen;

constaterende dat repatriëring van Syriëgangers directe en indirecte bedreigingen veroorzaakt voor de betrokkenen bij de operatie aldaar en de nationale veiligheid van de Nederlandse samenleving als geheel;

verzoekt de regering, onderzoek te doen op welke alternatieve wijze het recht op een eerlijk proces geëerbiedigd kan worden, bijvoorbeeld door gebruik van digitale middelen, zodat fysieke aanwezigheid bij het strafproces niet vereist is voor succesvolle vervolging,

en gaat over tot de orde van de dag.

Michon-Derkzen

Van der Staaij

Naar boven