Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2019
Tijdens het mondelinge vragenuur van 14 mei jongstleden heb ik uw Kamer toegezegd
een brief te sturen over de bezetting van een varkenshouderij in Boxtel, het dreigingsbeeld
en eventuele vervolgmaatregelen (Handelingen II 2018/19, nr. 81, mondelinge vragen
van het lid Geurts aan de Minister van Justitie en Veiligheid over ruim 200 activisten
die een varkenshouderij in Boxtel bezetten). Met deze brief doe ik deze toezegging
gestand.
Afgelopen zaterdag heb ik samen met de Minister van LNV een bezoek gebracht aan het
getroffen boerenbedrijf. De impact van het gebeuren op de betrokkenen heeft mij bijzonder
geraakt. De afgelopen week heb ik uitvoerig gesproken over de wijze waarop dit is
ervaren door de boeren en de bedrijfstak als geheel, waaronder met vertegenwoordigers
van Land- & Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO Nederland) en Producenten Organisatie
Varkenshouderij (POV). Ik herhaal hier nogmaals dat dergelijke acties, die strijdig
zijn met onze rechtsstaat, niet worden getolereerd en dat de politie, onder het gezag
van het openbaar ministerie of de burgemeester hier tegen optreedt. De overheid tolereert
geen eigenrichting.
Zoals ik ook bij de behandeling van de mondelinge vraag in uw Kamer heb aangegeven,
ben ik van mening dat, ondanks de complexiteit, het samenwerkingstraject in de driehoek
van teamchef politie, gebieds-officier van justitie en locoburgemeester in Boxtel
beheerst is verlopen. Over de aanpak van dierenrechtenextremisme in het algemeen bericht
ik u onderstaand, tevens ga ik nader in op de genomen maatregelen.
De politie monitort landelijk actief dierenrechtenactivisme. Mogelijke signalen worden
hiermee snel landelijk gedeeld. Ook in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN)
wordt structureel aandacht besteed aan fenomenen rond verschillende vormen van radicalisering,
extremisme en terrorisme1. Rond dierenrechten is er in Nederland voornamelijk sprake van activisme. De gebeurtenissen
in Boxtel zijn echter aan te merken als extremisme, nu personen bereid zijn geweest
de wet te overtreden. De overheid treedt gebalanceerd op tegen activisme, zolang dit
binnen de grenzen van de democratische rechtsorde blijft, maar treedt hard op indien
sprake is van extremisme. Beide vormen nemen in Nederland vooralsnog niet toe, maar
door het intimiderende karakter van opeenvolgende acties neemt de onrust, met name
onder de boerengemeenschap wel flink toe.
Naar aanleiding van de recente gebeurtenissen in Boxtel heeft de politie in afstemming
met het openbaar ministerie de aanpak van openbare orde problematiek voortkomend uit
dierenrechtenactivisme/-extremisme in de landbouwsector tegen het licht gehouden.
Er is daarbij een handelingskader opgesteld dat door de politie gedeeld kan worden
met de lokale driehoeken. In het gesprek met LTO Nederland en de POV heb ik afgesproken
dat de wederzijdse informatie-uitwisseling wordt geïntensiveerd, en dat er contactpunten
komen bij de politie zodat de samenwerking en verdere uitwisseling geoptimaliseerd
kan worden. De politie zal hier op korte termijn over verder spreken met de betrokken
partijen. Ook zal er aanvullend een factsheet door mijn departement ter beschikking
worden gesteld aan LTO Nederland en de POV, dat een aantal algemene vragen vanuit
de sector beantwoordt.
Over het strafrechtelijk vervolg kan ik inhoudelijk weinig mededelingen doen, aangezien
het om een lopend onderzoek gaat. Feitelijk kan ik uw Kamer melden dat er 64 aanhoudingen
van activisten inzake art. 138 Wetboek van strafrecht (lokaalvredebreuk), 12 aanhoudingen
van activisten inzake 447e Wetboek van strafrecht (niet kunnen tonen identiteitsbewijs)
en één aanhouding van een tegendemonstrant inzake 350 Wetboek van strafrecht (vernieling
van een politiebus) zijn verricht. Alle 64 wegens lokaalvredebreuk aangehouden activisten
zijn de dag na de bezetting heengezonden met een dagvaarding die in persoon is betekend.
Daarmee is zoveel als mogelijk zeker gesteld dat de verdachten (eventueel bij verstek)
kunnen worden veroordeeld.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus