De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat op 1 maart 2017 de Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap
in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale
veiligheid in werking is getreden;
constaterende dat deze wet tot doel heeft de nationale veiligheid te beschermen door
de terugkeer van personen die zich hebben aangesloten bij een terroristische organisatie
te voorkomen door hun Nederlanderschap in te trekken;
constaterende dat tevens in deze wet is opgenomen dat het is bezwaarlijk om te wachten
met intrekken van het Nederlanderschap totdat betrokkene is teruggekeerd naar het
Koninkrijk en strafrechtelijk is vervolgd en veroordeeld, juist vanwege de onmiddellijke
bedreiging van de nationale veiligheid;
constaterende dat slechts in een zeer gering aantal gevallen de Nederlandse nationaliteit
is ingetrokken op basis van deze wet, terwijl er zich nog steeds Nederlandse uitreizigers
in het buitenland bevinden;
constaterende dat de Minister van Justitie en Veiligheid daarmee nog steeds geen uitvoering
heeft gegeven aan zijn toezegging van 12 juni 2018 om actief de dossiers van alle
onderkende Nederlandse uitreizigers te bezien op de mogelijkheid van het intrekken
van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid;
verzoekt de regering, om uiterlijk voor het zomerreces 2019 actief de dossiers van
alle onderkende Nederlandse uitreizigers, man of vrouw, te beoordelen op de mogelijkheid
van het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid,
en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Laan-Geselschap
Van Toorenburg