Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2018
In navolging op mijn brief over de «Stand van zaken Regio Envelop» (Kamerstuk 29 697, nr. 37) informeer ik u, mede namens de Minister en de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over de BES-eilanden. Het kabinet heeft de ambitie om
de gebiedsgerichte aanpak tussen Rijk en regio’s verder te versterken. In het Regeerakkoord
(Kamerstuk 34 775, nr. 34) zijn zes opgaven specifiek benoemd. Deze opgaven worden met voorrang uitgewerkt
en tot besluitvorming gebracht.
In dit kader heeft het kabinet besloten om ook middelen uit de Regio Envelop aan te
wenden voor de problematiek op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Voor de inwoners van
de eilanden heeft Nederland immers een bijzondere verantwoordelijkheid.
Het kabinet legt daarbij conform het regeerakkoord de prioriteit bij het verbeteren
van het economisch perspectief in Caribisch Nederland, onder meer door versterking
van de infrastructuur en het terugdringen van armoede. Extra investeringen vinden
plaats onder voorwaarde dat goed bestuur en financiële verantwoording op een afdoende
niveau zijn geborgd.
Het kabinet zal een bijdrage ad € 30 miljoen leveren uit de Regio Envelop voor projecten
ten behoeve van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die worden ontwikkeld door de Minister
van LNV en de coördinerend Staatssecretaris van BZK in samenwerking met de interdepartementale
Stuurgroep Caribisch Nederland.
De middelen die het kabinet inzet, bieden zicht op het realiseren van plannen die
bijdragen aan de gewenste versterking van de samenleving en brede welvaart op de eilanden.
Een succesvolle aanpak vraagt een gezamenlijke vormgeving van projecten door Rijk,
eilandbestuur en -bewoners, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen.
Als we samen optrekken als overheden en daarbij ook verbindingen maken onze partners
op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zijn we effectiever in het oppakken van maatschappelijke
opgaven. In de komende periode zullen de Staatssecretaris van BZK en ik daarom in
samenwerking met de interdepartementale Stuurgroep Caribisch Nederland het gesprek
aangaan met de partners en stakeholders in Caribisch Nederland om te komen tot een
verdere uitwerking van kansrijke projecten. Daarbij zal ook aandacht worden besteed
aan de geformuleerde randvoorwaarden waaraan deze projecten zullen moeten voldoen.
Ik ben verheugd dat we op deze wijze een eerste stap kunnen zetten in de wens om het
economisch perspectief in Caribisch Nederland te verbeteren en ik zie uit naar het
verstevigen van de samenwerking tussen Rijk en regio in de komende periode.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten