Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2015
De vaste commissie voor VWS heeft gevraagd naar de manier waarop zorgverzekeraars
wijkverpleging hebben ingekocht en of er inzicht kan worden gegeven over de huidige
omvang van de opnamestops en waar in Nederland zich deze voordoen. In deze brief zal
ik deze vragen beantwoorden.
De manier waarop is ingekocht
In het akkoord verpleging en verzorging zijn verscheidene afspraken gemaakt die gevolgen
hebben gehad op de manier waarop wijkverpleging in 2015 is ingekocht.
Om de continuïteit van zorg zoveel mogelijk te borgen is in het akkoord overeen gekomen
dat met alle zorgaanbieders die in 2014 extramurale verpleging en verzorging binnen
de AWBZ verleenden, ook contractafspraken zijn gemaakt voor 2015.
Over de taakstelling is in datzelfde akkoord vastgelegd dat deze in de regel gerealiseerd
wordt door het volume aan zorg terug te brengen. De gehanteerde prijzen onder de AWBZ
in 2014, zijn door zorgverzekeraars over het algemeen als uitgangspunt genomen voor
de contractafspraken voor 2015.
Tevens staat in dit akkoord dat verzekeraars aanbieders niet boven de financiële omvang
van 2014 minus de afgesproken taakstelling 2015 contracteren, met ruimte voor differentiatie
tussen zorgaanbieders. Daarnaast is afgesproken dat partijen een uiterste inspanning
leveren om een overschrijding te voorkomen. Dit is dus een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Bij de inkoop hebben verzekeraars met aanbieders meestal een budgetplafond afgesproken,
om invulling te geven aan de inspanningsverplichting om het macrobudget te beheersen.
Zorgverzekeraars moeten voldoende zorg bij aanbieders gecontacteerd hebben om aan
hun zorgplicht te voldoen.
Wachtlijsten
Op dit moment heb ik, naast de waarschuwing die door een aantal aanbieders is afgegeven,
geen gegevens die duiden op een wachtlijst of opnamestops.
Als het contract dreigt vol te lopen, dienen aanbieders in de eerste plaats in contact
te treden met de betrokken zorgverzekeraar.
In de meeste inkoopcontracten hebben zorgverzekeraars een zogenaamde doorleverplicht
opgenomen waarmee zorgaanbieders ook bij het overschrijden van hun budget de benodigde
zorg aan cliënten moeten leveren. Dit ontslaat zorgverzekeraars echter niet van hun
zorgplicht. De zorgverzekeraar zal als dat nodig is, moeten beoordelen of er bij andere
zorgaanbieders nog ruimte is in het contract. Eventueel kan de zorgverzekeraar, onder
condities, aanvullende productieafspraken maken.
In de Zvw is vastgelegd dat zorgverzekeraars zorgplicht hebben. Verzekerden hebben
recht op tijdige hulp. Tevens zijn er door het veld zelf normen vastgesteld voor wachttijden
(de zogenaamde Treeknormen). De NZa houdt toezicht op de zorgplicht door zorgverzekeraars
en handhaaft wanneer noodzakelijk.
Ik houd de ontwikkelingen rondom wijkverpleging en het ontstaan van wachtlijsten en/of
opnamestops de komende tijd samen met partijen scherp in de gaten. Op dit moment zijn
er geen landelijke cijfers beschikbaar waaruit blijkt dat het beschikbare kader ontoereikend
zou zijn. Indien hiertoe aanleiding is, ga ik met partijen in gesprek.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn