Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2013
Om de effecten van de verhoging van het verplicht eigen risico per 1 januari 2013
goed in beeld te brengen heb ik in maart een evaluatie aangekondigd. Vervolgens heeft
op 30 mei een debat plaatsgevonden over mogelijke zorgmijding als gevolg van de verhoging
van het verplicht eigen risico1. Met deze brief informeer ik u over de verschillende onderzoeken die ik uitvoer rond
de verhoging van het verplicht eigen risico.
Verhoging verplicht eigen risico
Per 1 januari 2013 is het verplicht eigen risico in de Zorgverzekeringswet verhoogd
van € 220 naar € 350. Om de toegankelijkheid tot zorg te borgen is de extra verhoging
van het eigen risico (€ 115) via de zorgtoeslag volledig gecompenseerd voor de laagste
inkomens. Het maximumbedrag dat verzekerden met de laagste inkomens hierdoor in 2013
per saldo betalen aan het verplicht eigen risico bedraagt ongeveer € 94. Dit maximumbedrag
loopt vervolgens op, naarmate de zorgtoeslag daalt, tot € 350 voor verzekerden met
een inkomen vanaf € 30.939 (voor alleenstaanden) of € 42.438 (voor partners). Verzekeraars
bieden op verzoek veelal betalingsregelingen aan zodat het eigen risico niet in één
keer hoeft te worden betaald.
Onderzoek naar mogelijke effecten
Het verplicht eigen risico in de Zvw is ingevoerd vanuit de gedachte dat mensen een
deel van de kosten van de zorg zelf moeten dragen. Dit bevordert het kostenbewustzijn
bij het gebruik van zorg en helpt mee de betaalbaarheid van de zorg op langere termijn
te waarborgen. Het verplicht eigen risico kan er ook toe leiden dat mensen van zorg
af zien. Dergelijke zorgmijding is niet per definitie kwalijk. Als het gaat om het
voorkomen van onnodig zorggebruik is zorgmijding zelfs wenselijk.
Uit de eerdere evaluatie van het verplicht eigen risico (Ecorys, 2011) is gebleken
dat het verplicht eigen risico van € 150 in 2008 tot gevolg had dat minder zorg werd
afgenomen. Daarbij is geen verschil gevonden tussen verzekerden met hoge zorguitgaven
en verzekerden met lage zorguitgaven. Er was geen significant verschil waarneembaar
tussen verschillende inkomensgroepen. Het was niet mogelijk de effecten op de gezondheid
te meten om onderscheid te maken tussen noodzakelijke en niet-noodzakelijke zorg.
In het kader van de aangekondigde evaluatie van de recente verhoging van het verplicht
eigen risico laat ik verschillende onderzoeken uitvoeren:
-
– Om op korte termijn zoveel mogelijk zicht te krijgen op mogelijke zorgmijding wordt
een enquête gedaan onder verzekerden, waarin wordt gevraagd naar mogelijke zorgmijding
en de redenen daarvan (financieel en niet-financieel). Hierbij is een klankbordgroep
met veldpartijen betrokken. Deze partijen zijn gevraagd input te geven voor de vragen
die in de enquête gesteld worden en voor de analyse van de resultaten. De rapportage
ontvangt u voor de begrotingsbehandeling.
-
– Daarnaast laat ik een verkenning uitvoeren waarbij Nederland met een aantal andere
Westerse landen wordt vergeleken. Deze verkenning richt zich op het verzekerd pakket
voor de curatieve zorg en de financiering van dat pakket (waaronder eigen betalingen
zoals het eigen risico). Dit onderzoek is complex en zal enige tijd vergen. Ik zal
u dit voor de zomer 2014 doen toekomen.
-
– Tevens laat ik een onderzoek doen naar de effecten van de recente verhoging van het
verplicht eigen risico op basis van de daadwerkelijk verleende zorg. Dit onderzoek
wordt later in de tijd worden uitgevoerd, omdat de benodigde data pas lopende dit
jaar en volgend jaar beschikbaar komen. Voor zo’n onderzoek zijn gegevens nodig over
de zorg zoals deze gedeclareerd is door zorgverleners. In het voorjaar van 2014 kan
ik u naar verwachting een eerste rapportage sturen over de ontwikkeling van het zorggebruik
in de eerstelijnszorg. Over de ontwikkeling op het zorggebruik in de tweede lijn kan
ik u in de loop van 2015 informeren.
Ik vertrouw er op u hiermee te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid,Welzijn en Sport, E.I. Schippers