Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2021
De kwaliteit van zorg voor patiënten en de effectiviteit van behandelingen moet boven
elke twijfel verheven zijn. Dat zijn essentiële thema’s voor VWS. Door veel partijen
in het veld en door de overheid wordt hier op dagelijkse basis aan gewerkt.
De druk op de zorgkosten neemt toe, de arbeidsmarkt wordt steeds krapper. Aan de andere
kant is er qua behandelingen ook steeds meer mogelijk en stijgt de vraag naar zorg
door bijvoorbeeld de vergrijzing. In dat spanningsveld groeit de noodzaak om die effectiviteit
van zorg helder in het vizier te hebben. En om steeds weer helder met elkaar voor
ogen te hebben wat we onder goede kwaliteit verstaan en hoe we daar vanuit de overheid
én door de veldpartijen aan willen werken.
Met de moties van 20 januari 2021 (Kamerstuk 31 016, nr. 332) en 8 juli 2021 (Kamerstuk 29 689, nr. 1112) verzoekt u met de medische beroepsgroepen tot een model te komen waarin richtlijnen
doorlopend worden geactualiseerd en explicieter worden over de effectiviteit van zorg.
Daarnaast verzoekt u om een werkwijze te ontwerpen waarbij niet bewezen effectieve
zorg altijd in een onderzoeksetting gegeven wordt.
Ik onderschrijf met u volledig het belang van de kwaliteit en effectiviteit van zorg.
Richtlijnen zijn daarvoor een belangrijk vehikel, net als onderzoek naar de effectiviteit
van zorg.
De uitdagingen rond de kwaliteit en effectiviteit van zorg vragen om een breder perspectief.
Ik bereid daarom een visie en agenda voor, voor de versterking van de kwaliteit en
effectiviteit van zorg. Ik wil uw moties daar in samenhang in meenemen en beantwoorden.
Daarbij betrek ik ook de positie van de patiënt, de mogelijkheden om te leren en te
verbeteren op de werkvloer, de rol van zorginkopers en de kansen die samenwerking
in netwerken en in de regio kan bieden. Ik ga in overleg met beroepsgroepen en vertegenwoordigers
van andere betrokken partijen en andere overheden. U ontvangt deze visie en agenda
komend voorjaar.
Het is aan een volgend kabinet om besluiten te nemen over de uitvoering van deze agenda
en dat te delen met uw Kamer.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge