nr. 81
MOTIE VAN HET LID JACOBI C.S.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat containerschepen een risico op onveilige situaties
en (natuur)ongevallen vormen door hun route boven en dicht bij de Waddeneilanden;
constaterende, dat Nederland in maart deelneemt aan een trilaterale regeringsconferentie
over de Waddenzee;
overwegende, dat vanuit het project Lashing@Sea van onderzoeksinstituut
Marin blijkt dat de verschillende standaarden en onduidelijke richtlijnen
voor het zekeren van zeecontainers een van de redenen voor het overboord vallen
van zeecontainers is;
overwegende, dat het onderzoek van Marin heeft aangetoond dat het zogenaamde
wringen van de schepen tijdens de vaart, een negatief effect heeft op de verankering
van containers aan dek van schepen;
overwegende, dat een van de aanbevelingen vanuit Lashing@Sea is
dat er een eensluidende interpretatie van internationale richtlijnen ontbreekt
en dat hierdoor vele verschillende standaarden voor het zekeren van lading
naast elkaar worden gebruikt;
overwegende, dat het overboord slaan van containers een onaanvaardbaar
risico voor het zeemilieu en de veiligheid op zee met zich meebrengt;
verzoekt de Nederlandse regering om in vervolg op de aanbevelingen van
Marin en Lashing@Sea het voortouw te nemen om internationaal tot eensluidende
standaarden te komen op het gebied van het zekeren van containers,
en gaat over tot de orde van de dag.
Jacobi
Roefs
Wiegman-van Meppelen Scheppink
Neppérus
Polderman