29 684 Waddenzeebeleid

Nr. 159 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2018

In het AO Wadden van 24 januari 2018 (Kamerstuk 29 684, nr. 158) is aan de Minister van IenW een vraag gesteld door de heer Van Dijk (PvdA) over het Programma naar een Rijke Waddenzee: «Op welke manier wil het kabinet invulling geven aan de voortzetting van het Programma naar een Rijke Waddenzee.» De Minister van IenW heeft aangegeven deze vraag over te brengen naar de Minister van LNV. Hierbij mijn antwoord op de gestelde vraag.

Op dit moment loopt er een evaluatie naar het Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW). De evaluatie zal dit voorjaar worden afgerond en worden aangeboden aan de opdrachtgevers van PRW, te weten; het Ministerie van LNV, IenW, EZK, de drie Waddenprovincies, de Kust- en Waddeneilandgemeenten en de Coalitie Wadden Natuurlijk (een samenwerkingsverband van 8 natuurorganisaties die actief zijn in de Wadden). Op basis van de evaluatie zullen de opdrachtgevers en het Regiecollege Waddengebied in gezamenlijkheid met een voorstel komen over hoe en in welke vorm de rol van het PRW voortgezet kan worden na 2018. Dit voorstel zal vóór de zomer van 2018 gereed zijn, zodat er tijdig duidelijkheid gegeven kan worden. Ik zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van de evaluatie en over hoe, in samenwerking met de opdrachtgevers en Regiecollege Waddengebied, invulling gegeven gaat worden aan de doelen van PRW na 2018.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven