29 683 Dierziektebeleid

Nr. 187 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2014

Met deze brief informeer ik u over de maatregelen die ik neem met betrekking tot de invoer van jonge pups zoals aangekondigd in mijn brief van 22 oktober 2013 (Kamerstuk 29 683, nr. 171) en de Europese aanscherping van de nieuwe veterinaire voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren.

Wijziging regelgeving

Per 29 december 2014 wijzigen enkele bepalingen in de Europese veterinaire regels voor het verkeer in honden, katten en fretten waarmee verspreiding van rabiës (hondsdolheid) wordt tegengegaan. De wijzigingen betreffen onder andere een verduidelijking en aanscherping van de regels voor de afgifte van paspoorten voor honden, katten en fretten (waarin zowel het chipnummer als de gegevens met betrekking tot de rabiësvaccinatie zijn opgenomen). De regels behelzen onder andere administratieplichten en maatregelen ter voorkoming van het in omloop raken van lege paspoorten. Deze nieuwe regels dragen bij aan een verbeterd toezicht op de hondenhandel omdat zij de tracering van afgegeven paspoorten makkelijker maken en de fraude met paspoorten tegengaan. De »basisregels» zoals deze nu al gelden, honden, katten en fretten dienen bij invoer en intracommunautair verkeer (zowel commercieel als niet-commercieel) te worden gevaccineerd en gechipt en vergezeld te zijn van een paspoort, wijzigen niet.

Vrijstelling ongevaccineerde dieren

De wijziging van deze regels, in combinatie met de incidenten met de invoer van een met rabiës geïnfecteerde pup in 2012, en twee van rabiës verdachte, maar vals positief gebleken pups in 2013, zijn voor mij voorts aanleiding geweest de huidige vrijstelling van vaccinatie van jonge dieren tegen rabiës opnieuw tegen het licht te houden. Op dit moment bestaat onder voorwaarden een vrijstelling voor de vaccinatie tegen rabiës voor dieren onder de 3 maanden die in Nederland worden ingevoerd. De Europese regels staan een dergelijke afwijking van de vaccinatie regels toe.

Er is een toenemend risico van insleep door de toegenomen handel in pups uit nieuw toegetreden Oost-Europese lidstaten die niet allemaal een rabiësvrije status hebben. Ook constateer ik een toenemende aandacht voor dierenwelzijn in het buitenland en een daarmee ook groeiende behoefte dieren naar Nederland te halen of mee te nemen vanuit het vakantieland. De incidenten van afgelopen jaren hebben voorts de grote impact van een verdenking geïllustreerd.

Ik besef dat het intrekken van deze vrijstelling ook de intracommunautaire handel van met name jonge pups beperkt. Honden, katten en fretten kunnen bij intrekking van de vrijstelling pas vanaf een leeftijd van 151 weken worden ingevoerd in plaats van 8 weken2. Dit zal voor een deel van de handelaren een aanpassing van de werkwijze vergen. De aanvoer van jonge dieren uit andere lidstaten wordt beperkt waardoor mogelijk sprake kan zijn van een prijsstijging voor de kopers of langere wachttijden vanwege ontoereikend aanbod van jonge Nederlandse pups. Hierbij merk ik wel op dat ook een tiental andere lidstaten waaronder Frankrijk en Engeland eveneens geen vrijstelling geven. Opheffen van de vrijstelling betekent derhalve ook gelijktrekking met een groot aantal andere lidstaten.

In het licht van de hiervoor beschreven ontwikkelingen en het feit dat rabiës een dodelijke zoönose is acht ik de afschaffing van de vrijstelling gerechtvaardigd.

Overige

Verder merk ik op, in het licht van de toezegging om het «Belgische model» te bezien, dat op dit moment een Europees onderzoek loopt naar de misstanden in de hondenhandel. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek wordt bepaald of nadere maatregelen nodig zijn. Ik acht het om die reden niet opportuun om met eenzijdige aanvullende welzijnseisen voor de import van dieren te komen.

Tot slot kan ik u melden dat in samenwerking met o.a. de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) en de Stray Animal foundation Platform vorige week een informatieve bijeenkomst is georganiseerd voor stichtingen die zwerfdieren importeren teneinde met hen in gesprek te gaan over o.a. de risico’s van hondsdolheid en hen nader op de hoogte te brengen van de geldende regelgeving en de komende wijzigingen daarvan.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Vaccinatie op 12 weken plus een verplichte wachttijd van 3 weken teneinde vaccinatie aan te laten slaan

X Noot
2

Ingevolge verordening 1/2005 over het welzijn van dieren tijdens transport mogen jonge pups vanaf 8 weken worden vervoerd zonder het moederdier.

Naar boven