nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2004
Hierbij bied ik u het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij aan getiteld: Ruimte voor een zilte oogst,» Naar een omslag in de Nederlandse
Schelpdiercultuur»1. De hoofdinzet
van het kabinet voor de komende periode zal zijn te komen tot een schelpdiervisserijbeleid
dat perspectief biedt op een economisch gezonde bedrijfstak met productiemethoden
die de natuurwaarden respecteren en waar mogelijk versterken.
Het beleidsbesluit weerspiegelt de politieke filosofie van het kabinet
op verschillende punten:
• Verduurzaming van economische activiteiten («planet, people, profit») is nodig voor het ontwikkelen van
werkgelegenheid en inkomen in combinatie met een verbetering van de natuurkwaliteit
van de kustecosystemen;
• Vereenvoudiging van beleid en regelgeving;
• Meer verantwoordelijkheid bij het bedrijfsleven;
• Innovatie is noodzakelijk om klaar te staan voor de beleidsopgaven
van de toekomst.
Ik heb ervoor gekozen om het nieuwe beleid te laten lopen tot 2020, met
daarin voorzien twee tussentijdse evaluaties, te weten in 2008 en 2014. Een
lange looptijd is noodzakelijk om het bedrijfsleven voor een langere periode
zekerheid te geven over het te verwachten beleid. De EVA II onderzoeksresultaten
bieden hiervoor voldoende houvast.
Gegeven de onmogelijkheid van de kokkelsector
om op afzienbare termijn een zodanige verduurzamingslag te maken dat de mechanische
kokkelvisserij zonder risico's voor het systeem van de Waddenzee kan plaatsvinden,
wordt de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee verboden vanaf 1 januari
2005. Tegelijkertijd wordt in het kader van een vernieuwing van die sector
de mogelijkheid geboden om kweekexperimenten te doen in Westerschelde en Oosterschelde.
De mosselsector wordt ruimte geboden om de
hoeveelheid basismateriaal (mosselzaad) te vergroten door onder meer bevissing
van mosselzaadbestanden die anders verloren zouden gaan. Bovendien zullen
verbetering van de kwaliteit van mosselpercelen en vernieuwende productiemethoden
mogelijkheden krijgen. Tenslotte zal de sector gelegenheid krijgen om op experimentele
basis mosselzaadbanken te bevissen. De mosselsector dient zich structureel
voor de lange termijn te versterken binnen ecologische randvoorwaarden. Dat
is essentieel voor het behoud van de werkgelegenheid in de schelpdiersector
op langere termijn. Dit nieuwe beleid zal dit proces faciliteren.
Tenslotte is het van belang te wijzen op de randvoorwaardenten aanzien van natuur en milieu, waarbinnen
productieactiviteiten in onze kwetsbare kustecosystemen moeten passen. Slechts
duurzame vormen van schelpdiervisserij zijn mogelijk. Ik heb mij ervan overtuigd
dat het bedrijfsleven zich hiervan bewust is en dat het tevens bereid is om
in het kader van het co-management de noodzakelijke verantwoordelijkheden
op zich te nemen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C. P. Veerman