29 665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 407 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2021

Met deze brief informeer1 ik uw Kamer over het toetsingsadvies van de Commissie voor de milieueffectrapportage (hierna: Commissie) over het milieueffectrapport «Nieuwe Normen- en Handhavingstelsel Schiphol (hierna: NNHS)» en de passende beoordeling (in het kader van de Wet natuurbescherming) onderliggend aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (hierna: LVB). De ontwerpvergunning van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de Commissie bij haar toetsingsadvies betrokken. Het toetsingsadvies is als bijlage opgenomen in deze brief2.

Ik dank de Commissie voor het deskundige toetsingsadvies. In het toetsingsadvies geeft de Commissie aan dat het milieueffectrapport inclusief de passende beoordeling zoals dat door Schiphol is opgesteld zeer zorgvuldig is voorbereid en is opgebouwd. «De opstellers hebben ervoor gezorgd dat de meeste keuzes voldoende zijn toegelicht, en dat die keuzes en de gebruikte gegevens en rekenmethoden over het algemeen herleidbaar zijn. De effecten van het nieuwe stelsel worden met goed kaartmateriaal en uitgebreide tabellen inzichtelijk gemaakt, ook op lokaal niveau. Aan alle bronnen van hinder op Schiphol wordt aandacht besteed, zoals aan het platformverkeer en aan de op- en overslag van brandstof. Voor de meeste onderdelen is daarmee complete informatie beschikbaar.»

De Commissie signaleert ook een aantal tekortkomingen. Zo geeft de Commissie aan dat niet duidelijk is welk deel van de milieueffecten enkel en alleen aan de stelselwijziging is toe te schrijven. Ook plaatst zij kanttekeningen bij de wijze waarop de beschikbare emissierechten voor stikstof zijn gereconstrueerd en de benodigde rechten zijn bepaald. Wat betreft geluidshinder adviseert de Commissie voor een aantal hotspots en representatieve stedelijke en landelijke locaties de cumulatieve gevolgen van de verschillende geluidsbronnen te beoordelen. Voor het broeikasgas CO2 vindt de Commissie het van belang dat voor het vliegverkeer dat vanaf Nederlandse luchthavens vertrekt de totale emissies over het gehele traject in beeld worden gebracht.

De Commissie adviseert deze tekortkomingen te verwerken in een aanvulling op het MER, en pas daarna een besluit te nemen over het LVB in verband met de invoering van het NNHS.

Vervolg

Schiphol zal in de rol als initiatiefnemer voor het MER gevraagd worden de tekortkomingen in een aanvulling op het MER te verwerken. Ten behoeve van de voorhangprocedure van het LVB zal ik uw Kamer rond de zomer de reactie op het toetsingsadvies en de nota van antwoord toesturen met daarin de opvolging van de aanbevelingen. Daarbij wordt ook de beantwoording van de ingediende zienswijzen op het LVB gevoegd.

Vergunning Wet natuurbescherming Luchthaven Schiphol

Het toetsingsadvies van de Commissie heeft ook betrekking op documenten die onderliggend zijn aan de vergunningaanvraag op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) voor Schiphol. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zal in de vergunningprocedure ingaan op de op stikstofdepositie betrekking hebbende onderdelen van het toetsingsadvies. Mogelijke aanvullingen op of wijzigingen van de Wnb-vergunning voor Schiphol zullen in samenhang worden beoordeeld met de besluiten op de vergunningen voor de luchthavens Eindhoven Airport, Rotterdam-The Hague Airport en Lelystad Airport.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstuk 29 665, nr. 399.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven