Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2012
In het AO luchtvaart dat op 6 september 2011 (Kamerstuk 31 936, nr. 87) heeft plaatsgevonden heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de uitkomsten
van de gesprekken over het functioneren van Commissie Regionaal Overleg Schiphol (CROS).
Door middel van deze brief geef ik invulling aan deze toezegging.
Op 26 september 2011 heb ik de heer Alders als voorzitter van de Alderstafel en de
heer Verheijen als waarnemend voorzitter van CROS verzocht mij te adviseren over de
wijze waarop de CROS en de Alderstafel Schiphol in de toekomst op een effectieve en
efficiënte wijze kunnen bijdragen aan de dialoog over de ontwikkeling van Schiphol
en haar omgeving.
Dit verzoek heb ik gedaan naar aanleiding van de brief van de voorzitter van de CROS
met het verzoek hem per 1 oktober 2011 te ontslaan als voorzitter van CROS. Deze brief
– en het interne evaluatieproces van de CROS – hebben mij aanleiding gegeven om niet
direct een benoemingsprocedure op te starten voor een nieuwe voorzitter van CROS.
Ik heb er voor gekozen eerst een gezamenlijk advies in te winnen bij de waarnemend
voorzitter van CROS en de voorzitter van de Alderstafel Schiphol.
Op basis van mijn verzoek hebben de heren Alders en Verheijen gesprekken gevoerd met
alle partijen die in 2011 participeerden in CROS en aan de Alderstafel: de bewonersvertegenwoordigers
van CROS, de bewonersvertegenwoordigers van de Vereniging Gezamenlijke Platforms (VGP),
de (ex-) bewonersvertegenwoordigers van het CROS-cluster Noord, de regionale bestuurders
en de luchtvaartpartijen KLM, LVNL en Schiphol Group. Met deze partijen is uitgebreid
de toekomst van beiden overlegorganen besproken.
Op 6 februari jl. heb ik het gezamenlijk advies van de heren Alders en Verheijen ontvangen.
Het advies geeft aan, dat er een structurele behoefte bestaat bij de partijen aan
een ontmoetingsplaats waar alle betrokkenen bij de luchthaven Schiphol en haar omgeving
vertegenwoordigd zijn: de luchtvaartsector, bewoners, gemeenten, provincies en het
Rijk. Op deze ontmoetingsplaats is ruimte voor informatie-uitwisseling en vindt consultatie
plaats.
Het advies laat tevens zien dat er een structurele behoefte is aan de gelegenheid
om in overleg, en zo nodig onderhandeling, op basis van een opdracht te kunnen adviseren
over de kaders waarbinnen het functioneren van de luchthaven met zijn nationaal en
regionaal belang in de omgeving kan worden ingepast.
Om op een effectieve en efficiënte wijze te voorzien in de geformuleerde behoefte,
wordt geadviseerd een overkoepelende «Omgevingsraad Schiphol» in te stellen onder leiding van één voorzitter en één gebundeld uitvoeringssecretariaat.
Voor het volledige advies verwijs ik u naar bijlage 11.
Ik omarm dit advies, omdat het tegemoet komt aan de wens om de structuur te bieden
voor zowel een ontmoetingsplaats áls een onderhandelingsplaats.
Als vervolg hierop heb ik – gezien de jarenlange ervaring en het uitgebreide netwerk
op dit dossier en de daarin geboekte resultaten – de heer Alders gevraagd om als kwartiermaker
de Omgevingsraad Schiphol vorm te gaan geven. Hij heeft hiermee ingestemd en ik heb hem door middel van bijgevoegde
opdrachtbrief benoemd tot kwartiermaker en tijdelijk voorzitter van CROS (zie bijlage
2)1.
Tijdens de plenaire vergadering van de CROS van 16 februari 2012, heb ik de leden
van de CROS over mijn voornemen geïnformeerd. Zij onderschrijven de ingezette richting
en willen betrokken blijven in het vervolgproces. Ik zal hierop toezien en ik heb
dit ook in de opdracht aan de heer Alders meegeven. Daarnaast heb ik de heer Alders
verzocht mij in de zomer van 2012 een tussenstand te melden, door bijvoorbeeld de
contouren van de nieuwe organisatie te schetsen en een aanpak te beschrijven voor
de verdere uitwerking hiervan.
Ik ga ervan uit dat ik u voldoende heb geïnformeerd.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J. J. Atsma