29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving

Nr. 62 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2017

Het lid Karabulut (SP) verzocht tijdens de Regeling van Werkzaamheden op 6 juli jl. het kabinet om een brief naar aanleiding van het verschijnen van een rapport van de Henry Jackson Society over de rol van buitenlandse financiering van extremisme in het Verenigd Koninkrijk (VK) (Handelingen II 2016/17, nr. 97, item 8). Op 5 september jl. kreeg het lid de Graaf (PVV) daarnaast tijdens de Regeling van Werkzaamheden steun voor het verzoek om een brief van het kabinet over de financiering uit Koeweit van Nederlandse moskeeën (Handelingen II 2016/17, nr. 98, item 8). Met deze brief reageert het kabinet op beide verzoeken.

Rapport Henry Jackson Society

Begin juli verscheen een rapport van de Henry Jackson Society met als titel «Foreign funded Islamist Extremism in the UK». In het rapport, dat onder andere is gebaseerd op eerder verschenen rapporten, wordt geconcludeerd dat financiering afkomstig vanuit de Golfstaten en Iran bijdraagt aan verspreiding van extremistisch gedachtengoed in het VK, en dat hiertegen door de regering van het VK onvoldoende wordt opgetreden. In het rapport wordt daarbij een aantal acties benoemd die door andere Europese landen zijn genomen of worden overwogen. Nederland wordt in dit rapport niet genoemd.

Reactie Britse regering

Na het verschijnen van het rapport van de Henry Jackson Society heeft de Britse regering op 12 juli een samenvatting gepubliceerd van een eerder door het Home Office opgesteld intern en nog geheim rapport over financiering van extremisme. In deze gedeclassificeerde samenvatting staat dat kleine donoren binnen het VK het grootste deel van de financiering van extremistische groeperingen verzorgen, veelal van burgers die denken aan een goed doel te schenken. Enkele extremistische organisaties ontvangen volgens dit overheidsrapport ook structureel geld uit het buitenland, zonder die nader te benoemen. In reactie op het rapport van de Henry Jackson Society noemde een woordvoerder van de Britse regering de strijd tegen islamitisch extremisme een van de grootste uitdagingen van onze tijd, en verwees naar de rol die een door premier May aangekondigde «Commission for Counter-Extremism» hierbij moet gaan spelen. Het VK kondigde aan op dit terrein nauw te willen samenwerken met internationale partners.

Nederlandse inspanningen richting Golfstaten

Zoals bekend is het kabinet bezorgd over buitenlandse financiering die het risico vergroot op ongewenste beïnvloeding die bijdraagt aan antidemocratisch, anti-integratief en onverdraagzaam gedrag dat haaks staat op de uitgangspunten van de rechtsstaat en de waarden die in Nederland worden gekoesterd. Daarom voert Nederland op politiek en (hoog)ambtelijk niveau een actieve diplomatieke dialoog met Saoedi-Arabië, Koeweit, de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar over de onwenselijkheid van dergelijke financiering. Deze landen tonen begrip voor de zorgen die hierover in Nederland bestaan. Aangezien het organisaties in Nederland is toegestaan om financiering uit het buitenland te ontvangen, spant het kabinet zich in het bijzonder in om afspraken te maken met deze landen om de transparantie rondom financieringsstromen te vergroten, en om zo ongewenste financiering te ontmoedigen. Nederland was hiermee in 2016 een van de eerste Europese landen die hiertoe een structurele dialoog aanging met de Golfstaten.1

Berichtgeving over financiering vanuit Koeweit van Nederlandse moskeeën

Op 5 september jl. werd in het NRC bericht over financiering van Nederlandse moskeeën vanuit Koeweit, en informatie die het Ministerie van Buitenlandse Zaken daarover van Koeweit ontvangt. Uw Kamer werd, mede in antwoord op Kamervragen van de leden Sjoerdsma en Karabulut (Kamerstuk 29 614, nr. 60 en Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 2269), reeds op 6 juli jl. geïnformeerd over mogelijke financiële steun vanuit Koeweit aan Nederlandse organisaties. Bij die gelegenheid zijn tevens twee lijsten met informatie over Nederlandse organisaties die in Koeweit financiering hebben aangevraagd ter vertrouwelijke inzage met uw Kamer gedeeld.

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de van Koeweit ontvangen informatie inmiddels gedeeld met gemeenten. Op deze manier draagt het Rijk bij aan een completer beeld van buitenlandse financieringsstromen richting Nederland, waardoor gemeenten beter in staat worden gesteld het gesprek met instellingen over ongewenste financieringsstromen en daarmee samenhangend ongewenst gedrag aan te gaan.

Koeweit is het eerste land dat op deze schaal informatie deelt met Nederland. Het kabinet waardeert deze transparantie van de zijde van Koeweit en blijft met het land in actieve dialoog om deze transparantie verder uit te breiden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Onder andere in de Beleidsreactie op de notitie «Salafisme in Nederland», Kamerstuk 29 614, nr. 38 van 23 september 2015, de brief «Concretisering aanpak Salafisme», Kamerstuk 29 614, nr. 39 van 25 februari 2016, de brief «Transparantie buitenlandse financiering aan religieuze instellingen», Kamerstuk 29 614, nr. 50 van 5 juli 2016 en de brief «Ongewenste (buitenlandse) financiering van instellingen en activiteiten», Kamerstuk 29 614, nr. 56 van 4 december 2016.

Naar boven