Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2018
Hierbij zend ik u de rapportage «Cao-afspraken 2017» over de inhoudelijke ontwikkelingen
van cao’s1.
Rapportage «Cao-afspraken 2017»
De rapportage geeft een beeld van de stand van zaken van cao-afspraken op het gebied
van de contractloonontwikkeling, de onderkant van het loongebouw, doorgroei in loonschalen,
afstand tot de arbeidsmarkt, normale arbeidsduur, bovenwettelijke aanvullingen bij
ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, flexibele beloning, contracten voor
bepaalde tijd, duurzame inzetbaarheid en bevordering van (een bredere) inzetbaarheid.
Het onderzoek is gebaseerd op een steekproef van 99 cao’s. Onder deze cao’s vallen
circa 4,5 miljoen werknemers, dit is 80% van alle werknemers onder een cao.
Contractloonmutatie
De rapportage toont een gemiddelde contractloonontwikkeling van 1,6% in 2017 op niveaubasis2. In vergelijking met 2016 ligt de gemiddelde contractloonmutatie in 2017 0,5%-punt
lager. De contractloonmutatie loopt uiteen van gemiddeld 1,2% in de overheidssector,
1,7% in de marktsector tot 1,8% in de zorgsector. Naar economische sector bezien is
de mutatie op niveaubasis het hoogst in de sector vervoer en communicatie met 1,9%
en het laagst in de sectoren landbouw en visserij, zakelijke dienstverlening en overige
dienstverlening met 1,6%.
De voorlopige cijfers voor 2018 zijn gebaseerd op 52 akkoorden (peildatum februari
2018). Deze akkoorden zijn van toepassing op 2,5 miljoen werknemers. Voor deze 2,5
miljoen werknemers betekent dit dat de contractloonontwikkeling op niveaubasis in
2018 0,2%-punt hoger ligt dan in 2017 en uitkomt op 1,8%.
Rekening houdend met de overloopeffecten uit vorige jaren is het voorlopige beeld
dat in 2018 de gemiddelde contractloonmutatie op jaarbasis uitkomt op 1,9%. Dit is
0,5%-punt hoger dan in 2017 (2017: 1,4%).
De inflatie bedraagt in 2017 1,4% (CBS, CPI afgeleid). De gemiddelde contractloonstijging
ligt in 2017 op inflatieniveau.
In het AO Arbeidsmarktbeleid van 14 februari jl. is door het lid Van Weyenberg verzocht
of ik in de volgende cao-rapportage nader zicht kan geven in hoeverre in cao’s de
ontziemaatregelen worden afgebouwd en veel meer wordt geïnvesteerd in duurzame inzetbaarheid
(Kamerstuk 29 544, nr. 815). Dit is meegenomen in de rapportage en in de hoofdstukken 9 en 10 is expliciet aandacht
besteed aan deze twee thema’s.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees