29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 668 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2015

Hierbij zend ik u de rapportage «Cao-afspraken 2014» over de inhoudelijke ontwikkelingen van cao’s1. Van de gelegenheid maak ik gebruik om een toezegging gestand te doen.

Rapportage «Cao-afspraken 2014»

De rapportage geeft een beeld van de stand van zaken van cao-afspraken op het gebied van contractloonontwikkeling, de onderkant van het loongebouw, doorgroei in loonschalen, afstand tot de arbeidsmarkt, normale arbeidsduur, bovenwettelijke aanvullingen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, flexibele beloning, flexibele arbeidsrelaties, de financiële positie van cao-fondsen en duurzame inzetbaarheid. Het onderzoek is gebaseerd op een steekproef van 100 cao’s. Onder deze cao’s vallen circa 5 miljoen werknemers (85% van alle werknemers onder een cao).

Contractloonmutatie

Op basis van de beschikbare loongegevens bedraagt de gemiddelde contractloonmutatie in 2014 1,1% op niveaubasis2. Dat is 0,4%-punt lager dan in 2013. De contractloonmutatie loopt uiteen van gemiddeld 0,8% in de zorgsector, 1,1% in de marktsector tot 1,4%-punt in de overheidsector3. Naar economische sector bezien is de mutatie het hoogst in de sector industrie (1,7%) en het laagst in de sector vervoer en communicatie (0,3% op niveaubasis).

Rekening houdend met de overloopeffecten uit vorige jaren is het beeld dat in 2014 de gemiddelde contractloonmutatie op jaarbasis uitkomt op 1,0%. Dit is 0,6 procentpunt lager dan in 2013 (2013: 1,6%).

De inflatie bedraagt in 2014 1% (CBS). Het beeld is dan ook dat de gemiddelde contractloonstijging rond het inflatieniveau ligt. In 2013 en 2012 lag deze nog onder inflatieniveau.

Toezegging bovenwettelijke aanvullingen WW

Tijdens het Algemeen Overleg Arbeidsmarktbeleid van 4 juni 2014 heb ik uw Kamer toegezegd om in de eerstvolgende cao-rapportage aandacht te besteden aan het monitoren van bovenwettelijke aanvullingen op de WW (Kamerstuk 29 544, nr. 547). Bij het toezenden van de rapportage «Cao-afspraken 2013» heb ik u in mijn begeleidende brief van 8 juli 2014 (Kamerstuk 29 544, nr. 549) gewezen op hoofdstuk 6 waarin aandacht is besteed aan bovenwettelijke aanvullingen op de WW. In bijgaande rapportage «Cao-afspraken 2014» is in hoofdstuk 6 verder invulling gegeven aan mijn toezegging en zijn de afspraken over aanvullingen in het derde WW-jaar expliciet in beeld gebracht.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Niveaubasis houdt in dat geen rekening is gehouden met de overloopeffecten i.e. de effecten van afspraken over wijzigingen in beloningen uit vorig jaar die doorwerken in 2014 en de afspraken uit 2014 die doorwerken naar 2015. Bij jaarbasis tellen deze effecten wel mee. Zie verder Bijlage II uit de cao-rapportage voor een nadere toelichting op de berekeningswijze.

X Noot
3

Voor de overheidsectoren is nog voor relatief weinig werknemers een akkoord over heel 2014 afgesloten, zodat voor deze sector sprake is van een voorlopig cijfer.

Naar boven