Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 maart 2015
Naar aanleiding van het verzoek van uw Kamer (Handelingen II 2014/15, nr. 64, item 7) om nadere informatie over het onderwerp arbeidsmarktdiscriminatie in het interview
Liever een dode terrorist dan een dode onschuldige van Minister-President Rutte in de Metro van 16 maart jongstleden bericht ik u het
volgende.
Ten aanzien van discriminatie op de arbeidsmarkt geeft de Minister-President in genoemd
interview aan dat mensen met een migrantenachtergrond op de arbeidsmarkt veel hindernissen
tegenkomen. Uiteraard laat dit onverlet dat alle betrokken partijen, werknemers, ook
met een migrantenachtergrond, werkgevers én de overheid zich gezamenlijk optimaal
moeten inzetten om discriminatie op de arbeidsmarkt te bestrijden. Alleen op deze
wijze wordt voorkomen dat toekomstdromen eindigen in frustratie en dat talent wordt
verspild.
Elke discriminatoire handeling is alleen daarom al onacceptabel en dient met kracht
te worden bestreden. Het voorkomen en bestrijden van arbeidsmarktdiscriminatie vergt
een gezamenlijke aanpak van kabinet, werkgevers en werknemers. Migranten moeten niet
opgeven, maar wij moeten streng zijn tegen discriminatie.
Ook is het van belang dat mensen die geconfronteerd worden met discriminatie hier
melding van maken bij een antidiscriminatievoorziening of het College voor de Rechten
van de Mens of aangifte doen bij de politie. Op deze wijze kan discriminatie worden
aangepakt en kan tevens een beter inzicht in de aard en omvang van discriminatie ontstaan.
De taak van de overheid is om voorwaarden te scheppen die noodzakelijk zijn om discriminatie
te voorkomen en tegen te gaan.
Omdat discriminatie op de arbeidsmarkt nog steeds voorkomt en wordt ervaren zet het
kabinet concrete stappen om dit krachtig te bestrijden. Op 16 mei 2014 heb ik aan
uw Kamer het Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie en kabinetsreactie SER advies «Discriminatie werkt
niet» verzonden1. Hierin worden de acties van het kabinet op het gebied van bestrijding van arbeidsmarktdiscriminatie
langs vijf sporen beschreven: handhaving; melding en registratie; kennis en bewustwording;
diversiteitsbeleid en onderzoek.
In dit actieplan is opgenomen dat de Kamer over de voortgang van het actieplan in
2015 wordt geïnformeerd. Aangezien de meeste acties uit het actieplan in het voorjaar
tot resultaat zullen leiden, zal ik uw Kamer vóór de zomer berichten over de stand
van zaken.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher