29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 546 VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 3 juli 2014

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal nadere vragen en opmerkingen voorgelegd aan Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid van over de brief van 4 juni 2014 inzake het ontwerpbesluit tot aanpassing van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Kamerstuk 29 544, nr. 527).

De op 2 juli 2014 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door Staatssecretaris bij brief van 2 juli 2014 beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Van der Burg

Adjunct-griffier van de commissie, Weeber

PvdA

Wat is op dit moment de ondergrens voor arbeidsvermogen, op grond waarvan jonggehandicapten in de uitkeringsregeling of werkregeling instromen?

Wajongers die na 2010 in de Wajong zijn gestroomd komen in de uitkeringsregeling wanneer zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. In artikel 2:4 van de Wajong is dit als volgt geoperationaliseerd: iemand die «als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap, of bevalling duurzaam slechts in staat is om met arbeid niet meer dan 20% te verdienen van het maatmaninkomen» (minimumloon). UWV kijkt bij de vaststelling onder andere naar de vraag of iemand mogelijkheden heeft om in de Wsw te werken, wat de toekomstige mogelijkheden zijn en welke ondersteuning nodig is op een reguliere werkplek. Dit is conform de «beleidsinstructie Wet Wajong» (januari 2010). Dit is een goed instrument om het onderscheid tussen uitkeringsregeling en werkregeling te bepalen. Omdat in de toekomst het onderscheid tussen wel en geen arbeidsvermogen meer belang krijgt (in verband met het wel of niet krijgen van recht op Wajong 2015) is besloten het begrip arbeidsvermogen en de uitvoering ervan nader in te vullen.

Over hoeveel procent én om welk aantal Wajongers gaat het in het geval van een belastbaarheid van twee uur per dag?

In 0,9% van de gevallen waarin de verzekeringsarts in 2013 een functionele mogelijkhedenlijst heeft opgesteld is een belastbaarheid van twee uur per dag gegeven. In 2013 zijn er 16.052 toekenningen Wajong geweest. Bij een deel van deze toekenningen is geen functionele mogelijkhedenlijst opgesteld, omdat er geen benutbare mogelijkheden zijn. Het percentage Wajongers met een belastbaarheid van twee uur per dag is dus lager dan 0,9%.

Hoe moet worden geoordeeld over de belastbaarheid van een persoon in de volgende situatie: iemand moet zich tot het uiterste inspannen om twee uur per dag te werken tegen het wettelijk minimumloon (wml). Als deze persoon het iets rustiger aan doet, kan hij drie uur per dag werken maar ligt zijn productiviteit per uur onder het wml.

Deze casus zal zich bij de beoordeling door UWV niet voordoen. UWV stelt vast dat iemand maximaal twee uur per dag kan functioneren. De belastbaarheid staat los van productiviteit. De belastbaarheid is een medische beoordeling van onder andere het energetisch functioneren van iemand. Als iemand dus volgens de beoordeling van UWV voor twee uur per dag belastbaar is, dan is dat ook het maximum.

Waarop is de conclusie gebaseerd, dat het voor een werkgever blijkbaar wel interessant is om iemand in dienst te nemen die ten minste twee uur per dag belastbaar is en ten minste het wml kan verdienen?

Werkgevers nemen wel vaker mensen in dienst voor een beperkt aantal uur per dag of per week. Zo zijn er studenten en scholieren die soms kleine banen hebben, maar ook mensen met een beperking hebben banen voor weinig uur per dag. Wanneer zij in dat kleine aantal uren een normale productie kunnen leveren tegen ten minste het WML, kunnen zij wel degelijk interessant zijn voor een werkgever. Temeer daar deze mensen kunnen meetellen voor de banenafspraak.

Is die verwachting ook nog reëel als iemand wel twee uur belastbaar is, maar niet twee aaneengesloten uren kan werken?

Dat is het geval. Er zijn banen waarbij het niet bezwaarlijk is na een uur te pauzeren.

Komt deze groep in aanmerking voor de baangarantie?

Deze mensen kunnen in aanmerking komen voor de banenafspraak. Voor de banenafspraak gaat het er immers om dat iemand niet in staat is om per maand het WML te verdienen. Aangezien zij slechts een beperkt aantal uren kunnen werken, is de kans groot dat zij per maand minder dan het WML verdienen.

Kan de Staatssecretaris de verzekeringsgeneeskundige richtlijn die het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) gebruikt, waarin de grens van vier uur voorkomt, naar de Kamer toesturen?

Deze (openbare) richtlijn is bijgevoegd als bijlage1. Het betreft een richtlijn uit het jaar 2000. Daarbij is het goed te vermelden dat vanaf 1 januari 2015 een herziene richtlijn van kracht zal zijn. Deze herziene richtlijn zal te zijner tijd eveneens aan de Kamer worden gestuurd.

De leden van de PvdA-fractie vragen ten slotte waarom het UWV beoordeelt in blokken van twee uur? Kan het UWV niet anders dan in blokken van twee uur beoordelen?

Een exacte bepaling van de duurbelastbaarheid is niet mogelijk en zeker niet op het moment dat iemand feitelijk niet werkzaam is. Daarom is gekozen voor een systematiek waarin met stappen van twee uur per dag wordt gewerkt.

D66

Deze leden vragen de Staatssecretaris om meer duiding van de groep mensen die minder dan vier uur per dag belastbaar zijn, maar wel in staat zijn om ten minste twee uur per dag het wml per uur te verdienen. Om welke typen arbeidsbeperking gaat het voornamelijk bij deze groep?

Er zijn geen gegevens voorhanden waaruit blijkt dat mensen die twee uur per dag kunnen werken andersoortige arbeidsbeperkingen hebben dan mensen die vier uur per dag kunnen werken. Diverse oorzaken en aandoeningen kunnen ten grondslag liggen aan energieverlies. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld long- en hartaandoeningen.

Ook vragen deze leden een inschatting van het verdienvermogen van de groep mensen die twee tot vier uur per dag kunnen werken voor een salaris hoger dan het wml. Betreft het hier voornamelijk mensen die weinig meer dan het wml per uur kunnen verdienen, of gaat het ook om mensen met een groter verdienvermogen? Verder vragen de leden van de D66-fractie in welke typen banen deze groep voornamelijk werkzaam zal kunnen zijn.

Bij de groep die twee uur belastbaar is gaat het om een maximum per dag. Het gaat dus niet om mensen die twee tot vier uur per dag kunnen werken. Het is op dit moment niet goed mogelijk in te schatten hoe groot het loon kan zijn van de mensen met een belastbaarheid van twee uur per dag. Het is mogelijk dat iemand net in staat is per uur het WML te verdienen, maar ook een veelvoud van het WML is mogelijk. Om deze zelfde reden is het niet mogelijk aan te geven in welke type banen deze mensen voornamelijk werkzaam zullen zijn. Dat is sterk afhankelijk van het individuele geval. Wel kan bijvoorbeeld gedacht worden aan banen als vakkenvuller, maar ook, wanneer iemand hoger is opgeleid, als websitebouwer of als telefonist in een callcenter. Het is goed mogelijk dat zo iemand een zinvolle invulling geeft aan dit werk, maar door omstandigheden beperkt is in de duur waarop hij/zij dit per dag kan doen.

Deze leden vragen de Staatssecretaris of zij het aantal mensen uit deze doelgroep verder kan preciseren in absolute getallen. Om hoeveel mensen gaat het bij «enkele procenten van het totaal aantal beoordelingen»?

In 0,9% van de gevallen waarin de verzekeringsarts in 2013 een functionele mogelijkhedenlijst heeft opgesteld is een belastbaarheid van twee uur per dag gegeven. In 2013 zijn er 16.052 toekenningen Wajong geweest. Bij een deel van deze toekenningen is geen functionele mogelijkhedenlijst opgesteld, omdat er geen benutbare mogelijkheden zijn. Het percentage Wajongers met een belastbaarheid van twee uur per dag is dus lager dan 0,9%.

Verder is niet bekend in hoeveel gevallen een klant met een medische urenbeperking van twee uur per dag in staat is om het WML te verdienen. UWV heeft tot op heden geen reden gehad om deze combinatie van gegevens te registeren.

De leden van de D66-fractie vragen tot slot of zij het juist zien dat mensen die tot deze groep behoren, niet in aanmerking komen voor loonkostensubsidie, maar wel tot de doelgroep van de baangarantie behoren.

Dit is juist. Voor loonkostensubsidie moet sprake zijn van productiviteitsverlies per uur. Aangezien deze mensen per uur het WML kunnen verdienen, is er geen productiviteitsverlies per uur waarvoor een werkgever gecompenseerd zou moeten worden. Daarom komt deze groep niet in aanmerking voor loonkostensubsidie.

Voor de banenafspraak gaat het er om dat iemand niet in staat is om per maand het WML te verdienen. Aangezien zij slechts een beperkt aantal uren kunnen werken, is de kans groot dat zij per maand minder dan het WML verdienen.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven