29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 1076 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 september 2021

In mijn brief van 9 april jl.1 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de analyse van UWV naar de beweegredenen van uitzendbedrijven om terug te keren naar de publieke verzekering voor de Ziektewet (ZW) en u geïnformeerd over de vervolgstappen die ik wilde gaan zetten.

In mijn brief heb ik aangegeven dat er een verdere verbetering in de regelgeving nodig is om het doel van een zo gelijk mogelijk speelveld op de hybride ZW-markt te bereiken. Ik kondigde aan een aanpassing van het Besluit Wfsv in voorbereiding te nemen, om de terugkeerpremie per 1 januari 2023 te verhogen naar de volledige sectorale premie in plaats van de thans geldende halve sectorale premie. De halve sectorale premie is namelijk onvoldoende om de staartlasten te financieren van werkgevers die na een periode van publieke verzekering kiezen voor het eigenrisicodragerschap. Het collectief van publiek verzekerde werkgevers draagt daardoor het restant van deze lasten. Dit vind ik onwenselijk, omdat een werkgever die steeds wisselt tussen het eigenrisicodragerschap en de publieke verzekering zo onvoldoende premie betaalt om zijn ZW-lasten te dekken.

Het conceptbesluit ter verhoging van de terugkeerpremie is door UWV en de Belastingdienst getoetst op uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en haalbaarheid. De Belastingdienst heeft in haar toets aangegeven dat zij het aanbieden van een herzieningsmogelijkheid aan werkgevers zoals opgenomen in het conceptbesluit als niet uitvoerbaar inschat, omdat de herzieningsmogelijkheid niet aansluit bij bestaande systemen. Een herzieningsmogelijkheid bij invoering per 1 januari 2023 zou vanuit het oogpunt van rechtszekerheid echter noodzakelijk zijn, zodat werkgevers die al voor publicatie van het besluit ter verhoging van de terugkeerpremie een aanvraag hebben gedaan om terug te keren per 1 januari of 1 juli 2022 op hun beslissing terug zouden kunnen komen. Zij konden ten tijde van het indienen van deze aanvraag immers geen rekening houden met de verhoging van de terugkeerpremie naar de volledige sectorale premie in 2023.

De verhoging per 1 januari 2024 is voor de Belastingdienst wel uitvoerbaar, omdat in dat geval geen herzieningsmogelijkheid nodig is. Ook voor UWV is de verhoging per 1 januari 2024 uitvoerbaar. Daarom heb ik besloten de datum van inwerkingtreding van de verhoging van de terugkeerpremie te verschuiven van 1 januari 2023 naar 1 januari 2024.

Het besluit tot aanpassing van het Besluit Wfsv in verband met de verhoging van de terugkeerpremie wordt naar verwachting in oktober 2021 gepubliceerd in het Staatsblad.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstuk 29 544, nr. 1045.

Naar boven