Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2020
De regering staat voor een eerlijke arbeidsmarkt waarop mensen gelijke kansen krijgen.
Daarom is het Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie 2018–2021 ingericht (Kamerstuk 29 544, nr. 834). Het Actieplan kent drie pijlers: toezicht en handhaving, onderzoek en instrumenten
en kennis en bewustwording. Binnen de pijler onderzoek en instrumenten is een breed
onderzoeksprogramma ingericht. Hierbinnen wordt onderzocht hoe werving en selectieprocedures
in Nederland er uitzien en hoe- en wanneer discriminatie zich voor kan doen in deze
procedures. Daarnaast wordt onderzocht hoe hier effectief toezicht op ingericht kan
worden door de Inspectie SZW. Met deze brief breng ik enkele opgeleverde onderzoeken
onder uw aandacht.
Aan bureau RADAR/Art.1 is gevraagd de meldingen die betrekking hebben op arbeidsmarktdiscriminatie
bij de landelijke antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) nader te analyseren1. Meldingen bij ADV’s over arbeidsdiscriminatie hadden de afgelopen vijf jaar in 43
tot 51% van de gevallen betrekking op werving en selectie, waarmee dit veruit de grootste
subcategorie is. Leeftijd, geslacht en herkomst zijn daarbij de meest voorkomende
discriminatiegronden. Ook blijkt wederom, op basis van kwalitatief onderzoek door
Radar, dat melding doen veel kan vragen van het slachtoffer.
In 2018 is onderzoek gedaan door onderzoekers van de Vrije Universiteit in opdracht
van het College voor de Rechten van de Mens naar leeftijdsdiscriminatie in vacatureteksten.
Op verzoek van de Tweede Kamer is dit onderzoek herhaald door de Inspectie SZW2. Een algoritme is toegepast op alle vacatureteksten uit 2018. Het gaat hierbij om
ruim 2,6 miljoen unieke vacatureteksten. De resultaten zijn vergelijkbaar met het
onderzoek uit 2018. 67.277 (2,5%) tot 96.646 (3,6%) vacatureteksten bevatten termen
die duidden op leeftijdsdiscriminatie, dit is procentueel vergelijkbaar met de resultaten
uit 2018. Alhoewel het aantal gedetecteerde vacatures procentueel laag is, is dat
in absolute aantallen nog steeds een groot getal, waarbij enkele bedrijven verantwoordelijk
zijn voor het grootste aandeel positieve «hits». Dit geeft de Inspectie SZW waardevolle
informatie over waar de risico’s op discriminatie het hoogst is en waar dus risicogericht
toezicht gehouden kan worden. Een aantal van de betreffende bedrijven kan dan ook
een inspectie tegemoetzien.
Door onderzoeksbureau Panteia is in opdracht van de Inspectie SZW een marktverkenning
uitgevoerd naar werving en selectie door derden3. Hiertoe behoren onder andere uitzendondernemingen, detacheringsbedrijven, wervings-
en selectiebureaus en andere intermediairs. Daarnaast worden in deze marktverkenning
de ontwikkelingen bij assessmentbureaus en werkplatforms beschreven alsmede het gebruik
van digitale systemen en AI bij de werving en selectie. TNO heeft een onderzoek uitgevoerd
naar digitale arbeidsmarktdiscriminatie4, waarbij zij vooral hebben gekeken naar de geautomatiseerde systemen en algoritmen
die bij de werving en selectie door werkgevers en door derden op dit moment in gebruik
zijn, welke ontwikkelingen daarin zichtbaar zijn en hoe het toezicht daarop vorm kan
worden gegeven. Door onderzoeksbureau Kantar is een onderzoek gedaan naar beleving
en ervaringen van jonge ouders en ouderen met arbeidsmarktdiscriminatie en uitsluiting5. In dit onderzoek is een aantal focusgroepen georganiseerd waarbij gekeken is hoe
deze doelgroepen bij het solliciteren discriminatie tegenkomen op de arbeidsmarkt.
Nadere toelichting op deze en andere lopende onderzoeken en acties binnen de pijlers
toezicht en handhaving, onderzoek en instrumenten en kennis en bewustwording volgt
in de voortgangsrapportage van het Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie 2018–2021.
Deze wordt voor de zomer aan uw Kamer toegezonden.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark