29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 149 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 september 2010

Met de brief van 1 juli 2010 (kenmerk 2010Z10291/2010D28209) heeft de vaste commissie voor Defensie mij verzocht, in aanvulling op de reeds ontvangen evaluaties van de kleine missies en van de operatie Atalanta (Kamerstukken 29 251, nrs. 141 en 144), de Kamer te informeren over de kosten van de nazorg in verband met deze missies. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

De kleinere missies waarom het hier gaat, zijn gelijktijdig uitgevoerd met de missie in Afghanistan. Voor de nazorg van militairen die aan een kleine missie hebben deelgenomen is in 2009 ten dele gebruikgemaakt van voorzieningen voor de – veel grotere – missie in Afghanistan. De brief van de staatssecretaris van Defensie van 22 december 2008 (Kamerstuk 30 139, nr. 52) bevat een schatting van de kosten van nazorg in verband met de Afghanistan-missie in de twee voorafgaande jaren. Het is niet mogelijk vast te stellen welk deel van de kosten ten behoeve van de missie in Afghanistan met kleinere missies samenhingen. Ook moet worden bedacht dat de zorgkosten van de missie in Afghanistan niet maatgevend zijn voor uitzendingen in het algemeen, omdat de taken van militairen en de omstandigheden waaronder deze moeten worden uitgevoerd per missie kunnen verschillen. Zoals de staatssecretaris in zijn brief van 22 december 2008 heeft uiteengezet, worden kosten die direct aan een missie zijn verbonden ten laste gebracht van de HGIS. Bij nieuwe missies zal een raming van de kosten voor nazorg worden gemaakt.

Er is wel inzicht in de kosten die in verband met kleinere missies zijn gemaakt voor het adaptatieprogramma en de nazorgvragenlijst. In de Veteranennota 2009–2010 (Kamerstuk 30 139, nr. 75) heb ik uiteengezet hoe de nazorg bij missies is vormgegeven. Een belangrijk onderdeel is de adaptatieperiode waarin onder meer een groepsgesprek onder leiding van een gespreksleider wordt gehouden. Militairen die dat wensen, kunnen tijdens de adaptatie bovendien een beroep doen op de dienst Bedrijfsmaatschappelijk Werk en de Militair Geestelijke Gezondheidszorg.

De locatie van de adaptatieperiode kan van missie tot missie verschillen. Militairen die in Bosnië zijn ingezet hebben de adaptatieperiode in het land zelf doorgebracht. De kosten hiervan bedroegen in 2009 € 25 000.

Voor de militairen in overige missies was de adaptatie op Kreta, evenals voor de militairen uit Afghanistan. Na de operatie Atalanta is het adaptatieprogramma tijdens de terugreis aan boord van de Hr.Ms. Evertsen uitgevoerd. Zes hulpverleners zijn daarvoor aan boord gegaan en de kosten bedroegen € 10 000.

Na enige maanden ontvangen teruggekeerde militairen de Nazorgvragenlijst. Indien de beantwoording van de vragenlijst daartoe aanleiding geeft, wordt de desbetreffende militair benaderd om vast te stellen waaruit de hulpvraag bestaat. Voor de kleine missies (475 militairen) en de operatie Atalanta (224 militairen) bedroegen de kosten in verband hiermee ongeveer € 10 000.

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

Naar boven