29 517 Veiligheidsregio’s

Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 september 2011

In juli 2011 is u het voorstel voor de wijziging van de Wet veiligheidsregio’s in verband met de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid en in verband met de volledige regionalisering van de brandweer toegezonden. In de Memorie van Toelichting bij dit voorstel is over de financiële consequenties van de regionalisering het volgende opgenomen: «Gemeenten die voor 1 januari 2011 besloten hebben om een gemeentelijke brandweer te handhaven, kunnen worden geconfronteerd met eventuele ontvlechtings- of frictiekosten, nu zij verplicht worden hun gemeentelijke brandweer bij de regio onder te brengen. De verwachting bestaat dat deze kosten zullen worden terugverdiend door besparingen in de beheerkosten van een regionale brandweer. Niettemin wordt naar de kosten, besparingen en efficiencyvoordelen een onderzoek ingesteld, waarin tevens wordt gekeken naar eventuele gevolgen voor de BTW-compensatie». Met deze brief informeer ik u over de uitkomst van het onderzoek. Dit onderzoek is in de periode maart – augustus 2011 door bureau Cebeon uitgevoerd. Bij dit onderzoek waren zowel het Veiligheidsberaad, de VNG als de betreffende ministeries VenJ, BZK en Financiën betrokken.

Financiële gevolgen van de regionalisering

Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat er bij de veiligheidsregio’s sprake is van ontwikkel- en ontvlechtingskosten die samenhangen met het proces van regionalisering. Als voorbeelden hiervan zijn te noemen de kosten van omschakeling van (administratieve) processen, kosten van verhuizing, modificaties, de inzet van extra capaciteit in verband met voorlichting en ter voorbereiding en begeleiding van het regionaliseringsproces. Het zijn kosten van incidentele aard. Ze doen zich voor in de eerste jaren van overgang van de gemeentelijke naar de regionale brandweer. Na verloop van tijd nemen deze af, totdat na voltooiing van het regionaliseringsproces er geen sprake meer is van kosten die met de regionalisering samenhangen.

Daar tegenover staat dat er ook sprake is van besparingen. Deze zijn van structurele aard. Dit is veelal het gevolg van schaalvoordelen, zoals minder overhead, inkoop- en aanbestedingsvoordelen en een efficiëntere uitvoering van diverse primaire en ondersteunende processen. In de jaren dat het regionaliseringsproces wordt opgestart zijn deze besparingen nog gering. Naarmate de regionalisering meer is uitgekristalliseerd, neemt de omvang van de besparingen toe tot een structureel niveau.

Uitgedrukt in cijfers kan de uitkomst van het onderzoek als volgt geschetst worden.

Het landelijk totaal van de (incidentele) kosten bedraagt € 134 mln. Deze kosten worden binnen een periode van 7 jaar nadat het besluit tot regionalisering is genomen terugverdiend door de besparingen die het gevolg zijn van regionalisering. Daarna is er sprake van een geregionaliseerde brandweerorganisatie die minder kost dan de situatie waarin de brandweer op gemeentelijk niveau is georganiseerd. Overigens is er in een aantal regio’s al sprake van een geregionaliseerde brandweer, waarbij de incidentele kosten al zijn gemaakt. Van het totale bedrag van € 134 mln. is ruim € 58 mln. al gerealiseerd.

Hierbij merk ik op dat in de cijfers mogelijke extra kosten, die het gevolg zijn van kwaliteitsverbetering, niet zijn opgenomen. Deze zijn niet het gevolg van het besluit tot regionalisering. Deze kosten zouden ook zijn gemaakt zonder dat er van regionalisering sprake is.

Samenvattend kan als uitkomst worden geformuleerd dat de kosten voor de baat uitgaan. Het zijn de gemeenten die op termijn de voordelen van regionalisering zullen gaan merken. De extra uitgaven die de gemeenten daar in de beginjaren voor zullen moeten doen kunnen worden beschouwd als een investering in een doelmatiger organisatie van de brandweer. Een organisatie die tevens meer mogelijkheden in zich heeft om de kwaliteit van de brandweer op een hoger niveau te brengen.

Gevolgen van de regionalisering voor de mogelijkheid van BTW-compensatie

Indien de brandweertaak een wettelijke taak van de veiligheidsregio is geworden, is het voor de regio’s niet meer mogelijk dat zij de BTW op de brandweeruitgaven kunnen compenseren via de deelnemende gemeenten. Naar het financiële nadeel dat de regio’s hierdoor ondervinden is eveneens onderzoek gedaan. Uit dit onderzoek is gebleken dat het nadeel € 44,1 mln. bedraagt. Het bedrag van € 44,1 mln. komt bovenop het bedrag van € 15,5 mln., waarvoor de veiligheidsregio’s zijn gecompenseerd bij de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s. Het totaal van de compensatie voor de veiligheidsregio’s komt daarmee op € 59,6 mln. De regio’s zullen ook nu worden gecompenseerd door middel van een overheveling uit het BTW-compensatiefonds.

Bijgaand treft u de onderzoeksrapportage aan1, bestaande uit twee delen: het onderzoek naar de financiële gevolgen (deelrapport A) en het onderzoek naar de gevolgen voor BTW-compensatie (deelrapport B).

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven