Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 maart 2021
Met deze brief bied ik uw Kamer het «Geneesmiddelenoverzicht: wisselen ongewenst»
aan1. Het «Geneesmiddelenoverzicht: wisselen ongewenst» is in opdracht van het Ministerie
van VWS opgesteld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG).
In de brief van 10 februari 2020 (Kamerstuk 29 477, nr. 648) over de uitkomst van het bestuurlijk traject verantwoord wisselen van geneesmiddelen
heeft mijn voorganger aangekondigd te willen komen tot een «niet-wisselenlijst». Een
lijst van (generieke) geneesmiddelen die omwille van hun intrinsieke kenmerken moeten
worden uitgesloten van het wisselen om niet-medische redenen. Patiënten zouden per
slot van rekening geen onnodige gezondheidsrisico’s moeten lopen als gevolg van het
wisselen van geneesmiddelen.
Aansluitend op de bovengenoemde aankondiging is het CBG als onafhankelijke autoriteit
op het terrein van de kwaliteit, werking en veiligheid van geneesmiddelen door VWS
gevraagd deze opdracht uit te voeren. Na een zorgvuldig traject van bijna een jaar
waarbij het CBG belanghebbenden heeft geconsulteerd tijdens de uitvoering, is de opdracht
ten einde en heb ik onlangs het eindresultaat van het CBG mogen ontvangen2.
Naast het overzicht deel ik ook met u de leeswijzer bij het overzicht en de selectiecriteria
die aan de basis liggen van het overzicht3. In beide documenten gaat het CBG uitgebreid in op de onderliggende uitgangspunten
en criteria die zij heeft gehanteerd bij het opstellen van het overzicht. Naast de
intrinsieke eigenschappen van een geneesmiddel heeft het CBG ook foutieve inname door
mogelijke verwarring opgenomen als criterium. Het standpunt van het CBG is dat de
geneesmiddelen op het overzicht in principe gewisseld kunnen worden. Het gaat hier
immers om geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof, sterkte en toedieningsvorm en
waarvoor bioequivalentie is aangetoond. Het CBG maakt echter wel het voorbehoud dat
vanwege de ernst van de klachten die kunnen optreden, terughoudendheid bij het wisselen
van deze middelen is geboden en dat het wisselen enkel op verantwoorde en veilige
wijze kan plaatsvinden als de begeleiding van de patiënt bij een wisseling met zorg
en aandacht gebeurt.
Ik deel het voorbehoud dat het CBG maakt ten aanzien van de geneesmiddelen op het
overzicht. Ik ben blij dat na het vastlopen van het eerdere traject «Verantwoord Wisselen»
het gevoel van urgentie bij partijen niet is verdwenen als het gaat om het maken van
bestuurlijke afspraken hierover. Met het groeiend besef dat er afspraken nodig zijn,
hebben partijen aangegeven bereid te zijn opnieuw te kijken naar de mogelijkheden
van nadere afspraken. Afspraken in het belang van de patiënt. Ik ben zeer enthousiast
dat partijen na de oproep van mijn voorganger het traject opnieuw hebben opgepakt.
De CBG lijst kan daarbij behulpzaam zijn.
Het geneesmiddelenoverzicht van het CBG vraagt van partijen een hoge mate van alertheid
waarbij geldt dat het wisselen van de middelen uitsluitend is toegestaan als aan bepaalde
condities is voldaan. Het spreekt voor zich dat betrokkenen met voorrang hiermee aan
de slag gaan en nadere invulling geven aan deze condities.
Ik blijf uiteraard direct betrokken bij de genoemde ontwikkelingen en zal partijen
waar nodig ondersteuning bieden om de komst van nadere afspraken over het veilig wisselen
mogelijk te maken en zelfs, als het kan, te versnellen. Daarnaast zal ik ervoor zorgen
dat het «Geneesmiddelenoverzicht: wisselen ongewenst» periodiek wordt geëvalueerd
en geactualiseerd.
De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark