Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2019
Met deze brief bied ik u het rapport van de Bestuurlijk Regisseur Volkshuisvestelijke
opgave Vestiamaatwerkgemeenten aan1.
Begin 2019 heb ik, in overleg met de provincie Zuid-Holland en de zogenaamde maatwerkgemeenten
van Vestia, Hamit Karakus gevraagd om als bestuurlijk regisseur oplossingsrichtingen
te inventariseren met betrekking tot de sociale woningbouw in die gemeenten. Het betreffen
de gemeenten Brielle, Barendrecht, Pijnacker-Nootdorp, Westland, Zuidplas en Bergeijk.
In deze gemeenten heeft Vestia een substantieel aandeel in de lokale voorraad van
sociale huurwoningen. Als gevolg van het noodzakelijke financiële herstel van Vestia,
zal een deel van de gereguleerde woningen in die gemeenten op termijn worden geliberaliseerd
of verkocht aan derden. Dat kan op termijn druk zetten op de benodigde hoeveelheid
sociale huurwoningen indien er geen andere corporaties zijn die dat deel van de opgave
overnemen. De bestuurlijk regisseur heeft verkend of er mogelijkheden zijn en bereidheid
is bij andere corporaties in de regio om de opgave van Vestia in die gemeenten over
te nemen.
Ik spreek mijn grote waardering uit voor de inzet van de heer Karakus, Vestia, de
lokale corporaties, de gemeenten en de andere betrokkenen die constructief met elkaar
in dialoog zijn getreden over hoe deze opgave gezamenlijk opgepakt kan worden. De
bestuurlijk regisseur signaleert een momentum om de komende maanden tot concrete afspraken
te komen en doet hiertoe een aantal aanbevelingen in zijn rapport.
De bestuurlijk regisseur adviseert in ieder geval een aanpak door middel van de organisatie
van bestuurlijke tafels per afzonderlijke maatwerkgemeente in die gemeenten waar dit
nodig is, waarin de gemeente en de corporatie(s) die het bezit van Vestia overneemt
afspraken maakt ten aanzien van de gewenste omvang van de lokale sociale woningvoorraad,
met oog voor het verdelingsvraagstuk in de regio. Ik zal mij, in het kader van de
snelheid, direct inspannen voor het organiseren van deze bestuurlijke tafels door
het aanstellen van een bestuurlijk regisseur voor het in goede banen leiden van deze
tafels. Dit zal ik doen in afstemming met de regio.
In het rapport worden tevens enkele aanbevelingen gedaan voor faciliterende maatregelen
binnen huidige wet- en regelgeving ten behoeve van de lokale afspraken. Ik sta hier
welwillend tegenover en zal de komende periode onderzoeken wat ik zou kunnen doen
om tegemoet te komen aan deze aanbevelingen. In overleg met de regio zal ik met een
reactie komen. Over de voortgang van het traject zal ik de Kamer informeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren