29 453
Woningcorporaties

nr. 44
MOTIE VAN HET LID DEPLA C.S.

Voorgesteld 30 mei 2006

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat fusies tussen woningcorporaties die leiden tot een woningcorporatie met meer dan 10 000 woningen, vaak leiden tot een monopoliepositie en ongewenste machtsconcentratie;

overwegende, dat de beheerslasten van woningcorporaties met meer dan 10 000 woningen hoger zijn dan bij kleinere woningcorporaties;

overwegende, dat uit onderzoek van onder andere het Centraal Fonds Volkshuisvesting blijkt dat fusies in ieder geval de eerste drie jaar leiden tot hogere overhead;

overwegende, dat de interne gerichtheid van een woningcorporatie in een fusieproces een negatief effect heeft op de prestaties van woningcorporaties;

overwegende, dat huurders en huurdersorganisaties aangeven dat grote fusies veelal leiden tot een toename van de afstand tussen huurders en woningcorporatie en een afname van de service;

overwegende, dat de minister fusies van woningcorporaties moet goedkeuren;

van mening, dat voor het toenemen van de investeringskracht van woningcorporaties efficiëntere oplossingen mogelijk zijn;

verzoekt de regering bij het toestaan van fusies die leiden tot woningcorporaties met meer dan 10 000 woningen een «nee, tenzij-principe» te hanteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Depla

Gerkens

Hermans

Naar boven