29 453 Woningcorporaties

Nr. 426 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 oktober 2016

Tijdens het AO met uw Kamer op 6 oktober j.l. heb ik toegezegd voor de begrotingsbehandeling vanaf dinsdag 11 oktober nadere informatie te zullen verstrekken over de omvang van de door woningcorporaties betaalde en geraamde overdrachtsbelasting (OVB) en vennootschapsbelasting (VpB). Het Ministerie van Financiën kan dergelijke belastingcijfers niet op deze termijn beschikbaar stellen. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk over de geraamde cijfers informeren.

Tijdens het algemeen overleg is tevens de vraag aan de orde gesteld of corporaties bij woningoverdracht aan elkaar – in het kader van de regiovorming – vrijstelling zouden kunnen krijgen op de overdrachtsbelasting.

De overdrachtsbelasting kent een vrijstelling bij overdracht van onroerende zaken als onderdeel van een taakoverdracht tussen algemeen nut beogende instellingen (anbi). Voorwaarde voor toepassing van de vrijstelling is dat bij de overdracht commerciële factoren geen rol spelen. Dit betekent dat de onroerende zaken hooguit tegen de boekwaarde (op basis van historische kostprijs minus afschrijvingen) mogen worden overgedragen. Hoewel woningcorporaties kunnen kwalificeren als anbi en er sprake kan zijn van een taakoverdracht, wordt doorgaans niet voldaan aan de voorwaarde met betrekking tot de niet-commerciële factoren, omdat corporaties tegen hogere waarden aan elkaar overdragen. De vrijstelling is dan niet van toepassing. Het introduceren van een aangepaste vrijstelling voor een specifieke groep anbi’s (zijnde corporaties) is niet wenselijk, gelet op de staatssteunaspecten daarvan.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven