Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2013
Op 29 januari jl. heeft u namens het lid Monasch (PvdA) gevraagd om een brief over
het toenemende aantal huisuitzettingen als gevolg van de economische crisis. Gevraagd
is of ik de ontwikkeling herken en of er nadere afspraken zijn gemaakt met verhuurders
om het aantal huisuitzettingen tot een minimum te beperken. Ook heeft u aangegeven
dit dossier in relatie te willen bespreken met de antwoorden op de kamervragen over
executieveilingen, onderhandse executies en de Nationale Hypotheek Garantie (NHG).
Cijfers over huisuitzettingen uit corporatiewoningen worden jaarlijks door Aedes,
vereniging van woningcorporaties gepubliceerd. In 2011 vonden 6000 huisuitzettingen
plaats (het betreft hier een extrapolatie op basis van een enquête onder corporaties).
Dat is een zeer lichte stijging ten opzichte van de jaren 2009 en 2010 toen in beide
jaren het aantal 5900 was. Gegevens over 2012 zijn nog niet bekend. Er kunnen verschillende
redenen zijn voor een huisuitzetting. De meest voorkomende redenen zijn huurachterstand,
overlast of illegale praktijken (bijvoorbeeld hennepteelt). Veruit de belangrijkste
reden is een te hoog opgelopen huurachterstand van de bewoners.
Corporaties proberen huisuitzettingen zoveel mogelijk te voorkomen. Dit is niet alleen
in het belang van de huurder maar ook in hun eigen belang. Een huisuitzetting is immers
een ingrijpende gebeurtenis voor de huurder en brengt bovendien aanzienlijke kosten
met zich mee. Corporaties zijn al in een vroeg stadium alert op huurachterstanden,
de zogenoemde «vroegsignalering». Hiermee proberen corporaties te voorkomen dat de
betalingsachterstanden van huurders oplopen tot problematische schulden. Dat doen
zij onder meer door tijdig betalingsregelingen te treffen, huisbezoeken af te leggen
via «achter-de-voordeur» projecten en door afspraken te maken met de gemeente en/of
maatschappelijke organisaties over vroegtijdige signalering en doorverwijzingen te
realiseren.
Ook als de huurachterstanden zodanig zijn opgelopen dat er uiteindelijk een vonnis
tot ontruiming van de rechtbank is, proberen corporaties in veel gevallen toch nog
tot een oplossing te komen.
Aedes stimuleert corporaties ook om het aantal huisuitzettingen zoveel mogelijk te
voorkomen, onder andere door het verspreiden van goede voorbeelden van de aanpak van
huurachterstand onder haar leden.
Met betrekking tot de koopsector zijn er geen cijfers over het aantal huisuitzettingen
bij mij bekend. De NVB (Nederlandse Vereniging van Banken) liet mij weten dat in het
overgrote deel van de gevallen van betalingsproblemen bij een hypotheek een oplossing
kan worden bereikt waarbij verkoop van de woning kan worden voorkomen.
Executieveilingen vinden veelal slechts plaats indien de consument echt niet meewerkt
of onvindbaar is. Aan de hand van vragen van de leden Knops, Omtzigt en Van Hijum
over executieveilingen en onderhandse executies en de NHG, ga ik uitgebreid in op
de ontwikkelingen met betrekking tot het aantal gedwongen verkopen. De antwoorden
geven inzicht in de wijze waarop hypotheekverstrekkers handelen bij betalingsachterstanden.
De antwoorden op deze vragen kunt u één dezer dagen tegemoet zien. Verder heb ik u
in mijn brief (Kamerstukken II, 2012/13, 29 453, 285) aangegeven welke informatie ik u op het punt van de restschulden bij hypotheken
zal doen toekomen.
Het voorkomen van huisuitzettingen is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid
van verhuurders en hypotheekverstrekkers. Hoewel ik er van overtuigd ben dat zij er
alles aan doen om betalingsachterstanden en huisuitzettingen zoveel mogelijk te voorkomen
zal ik het belang hiervan in mijn overleggen met betrokken partijen nog eens onderstrepen.
De minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok