29 453 Woningcorporaties

Nr. 221 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2012

Hierbij bied ik uw Kamer de rapportages «Sectorbeeld realisaties woningcorporaties verslagjaar 2010» en «Continuïteitsoordelen en solvabiliteitsoordelen 2011» van het Centraal fonds volkshuisvesting (CFV) aan.1 Het Sectorbeeld realisaties 2010 is op 21 december 2011 door het CFV aan mij aangeboden.

Bij brief van 11 augustus 2011 heeft uw Kamer de verwachte realisatiecijfers over 2010 ontvangen als onderdeel van het «Sectorbeeld voornemens woningcorporaties, prognoseperiode 2011–2015»2. Tevens heeft uw Kamer bij brief van 14 november 2011 deel 1 («Volkshuisvestelijke trends 2006–2010») van het Sectorbeeld realisaties gekregen3. Daarbij is aangegeven dat de sector in 2010 haar investeringen, ondanks de economische malaise, in behoorlijke mate op peil heeft weten te houden. Het Sectorbeeld realisaties 2010 maakt duidelijk dat het in financiële zin in de corporatiesector in 2010 over het algemeen goed is gegaan. Het eigen vermogen en de solvabiliteit zijn toegenomen in vergelijking met 2009, ondanks mindere resultaten bij nieuwbouw voor verkoop en afboekingen op grondposities. Ook de kasstromen uit woningexploitatie laten een duidelijke verbetering zien, met name door de in 2010 gedaalde onderhouds- en bedrijfslasten.

Wat betreft de financiële oordelen van het CFV ligt het beeld tussen dat van 2009 en 2010 in: er zijn in 2011 iets meer «B»-oordelen4 en predicaten «onvoldoende solvabiliteit» verstrekt dan in 2010 maar minder dan in 2009.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

TK 2010–2011, 29 453, nr. 201.

X Noot
3

TK 2011–2012, 29 453, nr. 214.

X Noot
4

B: voorgenomen activiteiten kunnen de vermogenspositie op korte of iets langere termijn in gevaar brengen.

Naar boven