29 427 ILO-verdragen

Nr. 114 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 mei 2018

Het lid Gijs van Dijk (PvdA) heeft mij verzocht om een brief naar aanleiding van het aangevraagde VSO Internationale Arbeidsconferentie van hedenmiddag (Handelingen II 2017/18, nr. 85, Regeling van Werkzaamheden).

Bij dezen verhelder ik graag dat Nederland tijdens deze conferentie actief zal pleiten voor een instrument van de Internationale Arbeidsorganisatie om geweld en intimidatie op de werkvloer tegen te gaan.

Zoals ik heb aangegeven in de beantwoording van de Schriftelijke Kamervragen naar aanleiding van de instructie voor de Internationale Arbeidsconferentie 2018 (Kamerstuk 29 427, nr. 113) vind ik het positief dat de tripartite Internationale Arbeidsorganisatie over dit onderwerp spreekt, want niet alleen overheden, maar ook werkgevers en werknemers kunnen, en moeten, een rol spelen om geweld en intimidatie in de sfeer van werk effectief uit te bannen. Bovendien is dit een wereldwijd probleem, die een discussie op mondiaal niveau rechtvaardigt en die gaat leiden tot een instrument dat wereldwijd inzetbaar is.

Nederland zal er in de besprekingen dan ook op aandringen dat er minimaal een aanbeveling zal worden geformuleerd die overheden, werkgevers en werknemers wereldwijd handelingsperspectief biedt om bij te dragen aan de uitbanning van geweld en intimidatie op de werkvloer.

Benadrukt moet worden dat dit de eerste plenaire discussie over dit onderwerp is. In 2019 zal deze discussie naar verwachting worden afgerond.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven