nr. 52
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juni 2007
Met deze brief kom ik tegemoet aan het verzoek van de Vaste Commissie
voor Verkeer en Waterstaat u te informeren over de stand van zaken op het
gebied van het verkeersveiligheidbeleid. Dit onderwerp gaat mij zeer aan het
hart. Het gaat hier immers om het terugdringen van groot menselijk leed, waarbij
ook nog eens een flink bedrag aan maatschappelijke kosten1 kan worden bespaard.
Ik maak van de gelegenheid gebruik te melden dat u de komende maanden
in elk geval nog zult worden geïnformeerd over het strategisch plan verkeersveiligheid,
de resultaten van het onderzoek naar de gevolgen van het eventuele verhogen
van de maximumsnelheid voor caravans en de voorwaarden die zullen gelden voor
de ervaringsfase met langere en zwaardere vrachtautocombinaties.
Ontwikkeling verkeersveiligheid is succesvol maar we zijn
er nog niet
Het aantal verkeersdoden vertoont al sinds begin jaren zeventig een dalende
trend. De daling in 2004 en 2005 was extra sterk en zoals ik u in mijn brief
van 23 april 2007 heb medegedeeld was het aantal ook in 2006 weer lager2. Nederland staat al jaren aan de top van de meest verkeersveilige
landen van de wereld.
Samen met de decentrale overheden zijn er voor verkeersveiligheid doelstellingen
vastgesteld. In 2010 mogen er maximaal 750 doden en 17 000 ziekenhuisgewonden
vallen in het verkeer en in 2020 maximaal 580 doden en 12 250 ziekenhuisgewonden.
In overleg met de decentrale overheden wil ik bezien of 500 doden in
2020 ook haalbaar is.
Ondanks de gunstige ontwikkelingen in de daling van het aantal verkeersdoden
vallen er op dit moment nog steeds ruim twee doden per dag en dat zijn er
nog steeds ruim twee te veel, elke dag weer. En de daling van het aantal ziekenhuisgewonden
blijft helaas achter. Dit is een aandachtspunt voor nader onderzoek en beleid.
We zijn er dus nog niet; alle reden om door te gaan met verkeersveiligheidbeleid.
Bijlage 1 geeft een overzicht van de stand van zaken van lopende maatregelen
op het gebied van verkeersveiligheid.1
Hierbij wordt tevens ingegaan op de ontwikkeling in het aantal ziekenhuisgewonden
en op de wijze waarop wordt omgegaan met de bijzondere ontwikkelingen in de
ongevalcijfers 2006, waarover ik u in mijn hiervoor genoemde brief berichtte.
De stijging van het aantal fietsers onder de verkeersdoden, vooral onder
ouderen, is één van de meest opvallende ontwikkelingen. In de
recente beantwoording van de kamervragen van de leden Van der Staaij en Duyvendak
heb ik al aangegeven dat ik fietsers in het verkeer als specifieke doelgroep
nader onder de loep zal nemen en in overleg met partners als de Fietsersbond
tot concrete maatregelen wil komen. Zo ondersteun ik het initiatief van de
Fietsersbond die de mogelijkheden gaat verkennen voor fietslessen voor kwetsbare
verkeersdeelnemers (kinderen en ouderen), vooral van een betere beheersing
van de fiets en gevaarherkenning, om op die manier een bijdrage te leveren
aan de verkeersveiligheid voor deze groep.
Een andere in het oog springende ontwikkeling is het feit dat het aantal
doden dat omkomt bij enkelvoudige ongevallen al jarenlang hoog is en slechts
beperkt daalt. Er zal nader onderzoek moeten komen naar de oorzaken van dit
type ongeval, zodat kan worden gezocht naar gerichte maatregelen om dit type
ongevallen te beperken.
Verder blijft de auto te water een prangend probleem. Eind vorig jaar
heeft het ministerie met partners een campagne gevoerd om de juiste manier
van ontsnappen uit een auto te water bekender te maken. Naast de juiste manier
van ontsnappen is de mogelijk levensreddende rol van de veiligheidshamer ook
een belangrijk onderdeel van deze campagne geweest. Daarom heb ik de branche
ook opgeroepen deze hamers standaard mee te leveren.
Forse inspanningen blijven nodig
Om de doelstellingen te kunnen realiseren en om de ambitie van permanente
verbetering te kunnen waarmaken, blijven forse inspanningen noodzakelijk.
Niet alleen van het Rijk, maar van alle partijen.
Er wordt momenteel gewerkt aan het opstellen van een strategische visie
verkeersveiligheid tot 2020. Hierbij gaat de aandacht met name uit naar de
concretisering van maatregelen die nodig zijn om de doelstellingen, vooral
die voor 2020, te halen. Duidelijk is reeds dat hiertoe de nodige inspanningen
zullen moeten worden verricht en dat keuzen moeten worden gemaakt. De grootste
winst lijkt nog te halen bij categorieën waar de daling van de ongevallen
de dalende trend niet volgt. We zullen u in het najaar meer uitgebreid informeren
over de strategie verkeersveiligheid tot 2020.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings