Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 29398 nr. 481 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 29398 nr. 481 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2015
Overeenkomstig het verzoek van het lid Oskam (CDA) van 1 oktober 2015 (Handelingen II 2015/16, nr. 9, item 8) doe ik uw Kamer met deze brief mijn reactie toekomen op het bericht van RTL Nieuws van 30 september 2015, dat foto’s van buitenlandse verkeersovertreders ten onrechte massaal zouden zijn vernietigd. Ik betrek hierbij ook het bericht van RTL Nieuws van 2 oktober 2015 over deze kwestie.
De berichtgeving van RTL Nieuws hangt nauw samen met de beslissingen die zijn genomen op een tweetal Wob-verzoeken. Blijkens deze Wob-verzoeken wilde RTL Nieuws een goed beeld verkrijgen van het uitblijven van boetes/sancties voor elektronisch vastgestelde mogelijke verkeersovertredingen, begaan door bestuurders van voertuigen met een buitenlands kenteken. De besluitvorming in deze Wob-procedures is nog niet afgerond, omdat in beide gevallen nog een bezwaarschriftprocedure aanhangig is.
In deze brief ga ik in paragraaf 1 eerst in op de handhaving van verkeersvoorschriften in het algemeen en op de handhaving waarbij gebruik wordt gemaakt van flitsfoto’s in het bijzonder. Paragraaf 2 bevat vervolgens een beschrijving van de taakverdeling tussen politie en CJIB in dit opzicht. In paragraaf 3 ga ik in op het wettelijk kader dat van toepassing is; daarbij ga ik ook in op de suggestie van RTL Nieuws om flitsfoto’s te bewaren voor wetenschappelijke doeleinden. En in paragraaf 4 ga ik tenslotte in op de Wob-procedures en de correspondentie die daarover met RTL Nieuws heeft plaatsgevonden.
Wij werken in Nederland voortdurend aan het veiliger maken van het verkeer over de weg. Handhaving van verkeersvoorschriften is daarbij een belangrijk instrument. Uiteraard dienen alle verkeersdeelnemers in Nederland zich aan de regels te houden. Ook de personen met een voertuig met een buitenlands kenteken. Personen die een overtreding begaan kunnen hiervoor een boete ontvangen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de politie ziet dat iemand een overtreding begaat en de betreffende persoon direct aanhoudt. Ook via digitale handhavingsmiddelen kunnen overtredingen worden geconstateerd en kunnen personen worden beboet. De mogelijkheden van digitale handhaving worden steeds verder uitgebreid. Zo is het met de komst van de Richtlijn voor Cross Border Enforcement (CBE) mogelijk om Europese kentekenhouders te beboeten bij overtredingen die «op kenteken» worden geconstateerd. Voor het feitelijk kunnen beboeten van buitenlandse kentekenhouders in Nederland is het wel noodzakelijk dat uitwisseling van kentekenregistergegevens plaats kan vinden. Ook moeten de kentekens op geautomatiseerde wijze door de systemen kunnen worden herkend. Dit is inmiddels het geval met kentekenhouders uit Duitsland, België, Frankrijk en Zwitserland; zij worden beboet bij overtredingen1. Een volgende belangrijke stap is het (via digitale handhavingsmiddelen) beboeten van personen met een Pools kenteken die een overtreding begaan. Dit gebeurt vanaf eind 2015. In 2016 en volgende jaren zullen ook kentekenhouders uit andere landen boetes ontvangen. Over dit onderwerp is uw Kamer eerder geïnformeerd bij de beantwoording van vragen van het lid Visser (VVD), respectievelijk de leden Van Helvert en Omtzigt en de leden De Rouwe en Oskam (allen CDA)2. Het streven is om uiteindelijk aan alle verkeersovertreders met een Europees kenteken (geautomatiseerd) een boete op te leggen.
Flitsfoto’s worden gemaakt met behulp van flitspalen, mobiele radarsets en trajectcontrolesystemen. Bij de geautomatiseerde verwerking van flitsfoto’s vindt een selectie van foto’s plaats. Indien het kenteken wordt herkend en het een kenteken betreft uit een van de hiervoor genoemde landen, wordt naar de kentekenhouder een boete gestuurd. Foto’s waarbij het kenteken – ook na handmatige controle – niet wordt herkend, worden niet verder verwerkt. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om foto’s van buitenlandse kentekens uit landen die (nog) niet op het systeem zijn aangesloten of foto’s van niet-leesbare Nederlandse of buitenlandse kentekens.
Voor een goed begrip is de periode voor en na 8 oktober 2013 van belang. Tot 8 oktober 2013 kwamen foto’s van verkeersovertredingen die met digitale handhavingsmiddelen werden gemaakt rechtstreeks bij de politie terecht. De politie stuurde naar het CJIB (onderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie) alleen de gegevens van die verkeersovertredingen waarbij het in die periode mogelijk was om een inningsbeschikking te verzenden: namelijk de gegevens van verkeersovertredingen begaan met auto’s met Nederlandse, Belgische, Duitse en Zwitserse kentekens. Het CJIB kreeg derhalve niet de beschikking over gegevens van verkeersovertredingen waarbij het niet mogelijk was om een inningsbeschikking te verzenden. Dat zijn dus de gegevens van verkeersovertredingen begaan met auto’s met kentekens uit overige landen die nog niet digitaal afleesbaar zijn en de gegevens van verkeersovertredingen, begaan met voertuigen met een Nederlands, Belgisch, Duits of Zwitsers kenteken dat door de digitale handhavingsmiddelen niet leesbaar was. Deze gegevens bleven bij de politie.
Vanaf 8 oktober 2013 is sprake van een geleidelijke overdracht van de verwerking van de foto’s van verkeersovertredingen van de digitale handhavingsmiddelen naar het CJIB. Sinds die datum wordt een deel van de foto’s van verkeersovertredingen die door digitale handhavingsmiddelen worden gemaakt, ook rechtstreeks naar het CJIB verzonden. Sinds die datum komen dus zowel bij de politie als bij het CJIB rechtstreeks foto’s van verkeersovertredingen terecht waarbij het momenteel nog niet mogelijk is om een inningsbeschikking te verzenden. Het ministerie (in casu het CJIB) had derhalve vóór oktober 2013 niet, en daarna wél de beschikking over foto’s van verkeersovertredingen waarbij het (nog) niet mogelijk is om een inningsbeschikking te verzenden. Dit is een relevant gegeven in verband met de Wob-verzoeken.
Op dit moment verwerkt de politie flitsfoto’s van de mobiele radarsets en een aantal flitspalen en het CJIB die van de andere flitspalen en de trajectcontrolesystemen.
Flitsfoto’s bevatten doorgaans privacygevoelige gegevens, zoals het kenteken, het merk en het type auto. Bij de verwerking van deze privacygevoelige gegevens moet daarom de privacyregelgeving in acht worden genomen.
De grondslag voor het verwerken en bewaren van flitsfoto’s door het CJIB is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Op grond van de Wbp mogen persoonsgegevens niet langer worden bewaard dan noodzakelijk is voor het doel van de verwerking. Dit doel is voor het CJIB het verzenden van inningsbeschikkingen en de incasso. Het CJIB heeft in het kader van de opstart van de verwerking van flitsfoto’s een overgangsperiode voor de vernietiging van gegevens in acht genomen, mede om de prestatieafspraken met leveranciers te kunnen nakomen. Afgesproken werd dat gegevens uit 2013 en 2014 waarbij het nog niet mogelijk was om een inningsbeschikking te verzenden, in ieder geval tot 1 juli 2015 zouden worden bewaard. Het CJIB liet weten dat deze gegevens op 14 juli 2015 zijn verwijderd uit de primaire systemen die het CJIB kan raadplegen. De feiten en omstandigheden rond deze handelwijze zijn onderwerp van de bezwaarprocedure. Deze procedure moet zorgvuldig worden behandeld. Mocht daaruit nog relevante informatie over de handelwijze van het CJIB naar voren komen, zal ik u daarover informeren.
Naast de Wbp gelden tegelijkertijd administratief-technische voorschriften op grond van de Archiefwet. Er moeten selectielijsten worden gemaakt van gegevens die worden bewaard en gegevens die worden vernietigd. Het CJIB hanteert daarvoor het Basisselectiedocument (BSD). Mij is gebleken dat dit document nog niet is aangepast aan de in paragraaf 2 aangeduide nieuwe taak van het CJIB in het kader van de verwerking van flitsgegevens. Ik heb inmiddels de noodzakelijke aanpassingen in gang gezet.
De politie is voor de verwerking van flitsfoto’s gebonden aan de Wet politiegegevens (Wpg). Uit deze wet vloeit voort dat flitsfoto’s gedurende één jaar na de datum van eerste verwerking mogen worden verwerkt met het oog op de uitvoering van de dagelijkse politietaak. Verkeershandhaving is onderdeel van de dagelijkse politietaak. De politie mag, indien nodig voor een goede taakuitvoering en binnen de grenzen van de Wpg, de foto’s ook voor andere doeleinden gebruiken. Daardoor mag de politie flitsfoto’s langer bewaren dan het CJIB. De flitsfoto’s moeten in ieder geval uiterlijk vijf jaar na de datum van eerste verwerking worden verwijderd. Na verwijdering zijn de gegevens in beginsel niet langer toegankelijk voor operationele doeleinden en mogen zij gedurende nog eens vijf jaar slechts gebruikt worden voor een beperkt aantal doeleinden, zoals de afhandeling van klachten en de verantwoording van verrichtingen. Vijf jaar na de datum van verwijdering moeten de gegevens worden vernietigd, tenzij deze verwijderde gegevens als archiefbescheiden waarde hebben als bestanddeel van het cultureel erfgoed of voor historisch onderzoek. De gegevens die na de genoemde termijnen niet worden vernietigd, moeten zo spoedig mogelijk worden overgebracht naar een archiefbewaarplaats. Daarop zijn regels uit de Archiefwet van toepassing.
In de praktijk wordt in de processen onderscheid gemaakt tussen flitsfoto’s die wel en flitsfoto’s die niet kunnen worden gelezen en/of herkend. De bruikbare flitsfoto’s worden verder verwerkt voor de verzending van inningsbeschikkingen door het CJIB. De bruikbare flitsfoto’s en de niet-leesbare en niet-herkenbare flitsfoto’s worden in separate bestanden gezet en deze worden gebruikt als back-up. Deze back-up bestanden zijn in beginsel niet bedoeld en ook niet toegankelijk voor operationele doeleinden. Daarmee zijn deze gegevens in feite verwijderd in de zin van de Wpg. In het korps worden nog verschillende termijnen gehanteerd voor het vernietigen van de verwijderde gegevens. Dit is een residu uit het vorige politiebestel, toen elk van de 26 politiekorpsen zijn eigen werkwijze had. De Wpg biedt de ruimte voor deze verschillen; elk van de termijnen is met deze wet in lijn. Het voorgaande gezegd hebbende, merk ik zorgvuldigheidshalve op dat, hoewel mij door de politie is bevestigd dat de processen zo zijn ingeregeld, niet is uit te sluiten dat de uitvoering ervan nog niet volledig is geharmoniseerd.
In de mediaberichtgeving van RTL Nieuws is de suggestie gedaan om flitsfoto’s die niet door de systemen worden herkend, alsnog te bewaren voor wetenschappelijke doeleinden. Het alsnog structureel bewaren van de onbruikbare flitsfoto’s uitsluitend voor wetenschappelijk onderzoek of statistiek, terwijl deze in het geheel niet kunnen worden gebruikt voor het opleggen van inningsbeschikkingen, kan binnen de kaders van de privacywetgeving niet als een noodzakelijke verwerking worden gezien.
RTL Nieuws heeft in de afgelopen jaren twee Wob-verzoeken bij mijn ministerie ingediend om informatie over geflitste buitenlandse bestuurders te verkrijgen.
Het eerste Wob-verzoek dat aan mijn ministerie was gericht, dateert van 23 september 2013. Het tweede Wob-verzoek dat aan mijn ministerie was gericht, dateert van 17 juli 2015. Ik zal hieronder op beide verzoeken afzonderlijk ingaan.
Het Wob-verzoek van 23 september 2013
In het oorspronkelijke Wob-verzoek van 23 september 2013 deelde RTL mee een goed beeld te willen krijgen van het uitblijven van sancties/boetes voor elektronisch vastgestelde mogelijke verkeersovertredingen, begaan door bestuurders van voertuigen met buitenlandse kentekens. Naar aanleiding van dat oorspronkelijke verzoek, dat in de tijd was beperkt tot de periode van 1 januari 2009 tot de datum van het verzoek (23 september 2013), zijn verschillende procedures doorlopen. In totaal zijn door het ministerie drie beslissingen genomen: een primaire beslissing van 17 december 2013, een beslissing op bezwaar van 16 april 2014 en ten slotte, nadat de rechter het beroep van RTL bij uitspraak van 16 oktober 2014 gegrond had verklaard, een nieuwe beslissing op bezwaar van 25 november 2014. Bij al deze beslissingen ging het uitdrukkelijk om gegevens uit de periode van 2009 tot 23 september 2013.
In het laatste besluit in deze reeks, te weten de bezwaarschriftbeslissing van 25 november 2014, is aangegeven dat de gegevens die blijkens de uitspraak van de Rechtbank bij het Wob-verzoek hadden moeten worden betrokken niet bij het ministerie berustten, maar bij de nationale politie. Het betrof foto’s van verkeersovertredingen waarbij het niet mogelijk was een inningsbeschikking te verzenden. Het ministerie had daarvóór alleen gezocht naar data-overzichten en niet naar foto’s. Daarom werd het Wob-verzoek vervolgens ter behandeling overgedragen aan de korpschef van de nationale politie, aangezien de korpschef, als het bestuursorgaan van de eigenstandige rechtspersoon politie, beslist op Wob-verzoeken die betrekking hebben op bij hem berustende documenten. Tegen deze beslissing heeft RTL op 30 december 2014 beroep ingesteld bij de Rechtbank Midden-Nederland. Bij uitspraak van 20 april 2015 heeft de Rechtbank echter geoordeeld dat het verzoek terecht aan de korpschef was doorgezonden. De besluitvorming in die procedure bij de politie bevindt zich in de fase van behandeling van het bezwaar. Op de uitkomst hiervan kan vanzelfsprekend niet vooruit worden gelopen.
Het Wob-verzoek van 17 juli 2015
Bij brief van 17 juli 2015 heeft RTL een nieuw Wob-verzoek bij mijn ministerie ingediend. Het oogmerk van het verzoek was ook in dit geval een goed beeld te verkrijgen van het uitblijven van sancties/boetes voor elektronisch waargenomen mogelijke verkeersovertredingen.
Als tijdvak voor dit Wob-verzoek werd vermeld: «van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014». Het verzoek zag op flitsgegevens bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In dit geval kwam dat neer op gegevens die bij het CJIB, een onderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, berustten. In het besluit van 8 september 2015 is medegedeeld dat de door RTL verzochte informatie over 2014 als data werd geregistreerd in een dataregistratiesysteem van het CJIB, maar dat deze data voor zover aanwezig bij het CJIB conform de daarvoor geldende regels van de Wet bescherming persoonsgegevens waren vernietigd. In het besluit aan RTL werd tevens vermeld dat mogelijk (een deel van) de door RTL verzochte informatie wel aanwezig was bij de politie. Aangezien RTL in haar brief van 17 juli 2015 uitdrukkelijk had aangegeven dat alléén werd verzocht om stukken bij mijn ministerie (waarvan de politie, zoals bekend, geen deel uitmaakt) is het verzoek conform die aanwijzingen niet aan de politie doorgezonden.
RTL Nieuws heeft inmiddels een bezwaarschrift ingediend tegen de beslissing van mijn Ministerie van 8 september 2015. Ook hier geldt dat op de uitkomst van die bezwaarprocedure niet vooruit kan worden gelopen.
In de media is aangegeven dat mijn ministerie in het eerste Wob-verzoek heeft gemeld dat het niet over de gevraagde informatie beschikt en bij het tweede Wob-verzoek heeft aangegeven dat de gevraagde informatie inmiddels is vernietigd. Dit lijkt tegenstrijdig. Het is immers niet mogelijk informatie te vernietigen waarover men niet beschikt. De bovenstaande beschrijving laat echter zien dat de Wob-verzoeken betrekking hadden op andere periodes en op andere organisaties. Ik begrijp dat bij RTL Nieuws het beeld bestond dat de politie een onderdeel is van het ministerie en dat daardoor bij RTL Nieuws verwarring was ontstaan. Voortaan zal mijn ministerie in dergelijke situaties eerder met betrokkenen in overleg treden om te bespreken of men bij het ministerie aan het juiste adres is of dat men zich beter tot de politie kan wenden.
Ik onderstreep nogmaals het uitgangspunt dat mensen die de verkeersveiligheid in gevaar brengen hierop moeten worden aangesproken. Dit geldt ook voor bestuurders van voertuigen met een buitenlands kenteken. Er wordt hard aan gewerkt om de digitale handhavingsmiddelen zo in te richten dat ook kentekens uit andere landen die onder de CBE richtlijn vallen, kunnen worden herkend en dat vervolgens boetes worden opgelegd na het begaan van een overtreding. Voor drie CBE-landen en Zwitserland is dit inmiddels gerealiseerd en Polen volgt nog dit jaar. Er wordt continu gewerkt aan het verder verbeteren van de handhaving, waardoor ook kentekenhouders uit andere landen in de toekomst kunnen worden beboet.
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29398-481.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.