De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat snorfietsen verplicht gebruik maken van het fietspad, tenzij de
lokale wegbeheerder hen naar de rijbaan verwijst;
constaterende, dat het aantal snorfietsen, met name snorscooters, snel toeneemt, hetgeen
in diverse gemeenten leidt tot grote drukte en onveilige situaties op het fietspad;
constaterende, dat de maatregel «brommers op de rijbaan» heeft geleid tot een afname
van het aantal letselongevallen onder brommerrijders met meer dan dertig procent;
constaterende, dat de gemeente Amsterdam voorstander is van een grootschalig experiment
om snorfietsen (waaronder scooters) op de rijbaan te laten rijden in plaats van op
het fietspad;
constaterende, dat een snorfietsbestuurder zonder helm niet veilig aan het verkeer
kan deelnemen op de rijbaan en er dus een helmplicht voor de periode van dit experiment
zou moeten gelden;
constaterende, dat de minister inmiddels heeft toegezegd haar medewerking te willen
verlenen door onderzoeksgegevens ter beschikking te stellen, maar dat de gemeente
Amsterdam ook van de minister afhankelijk is voor de invoering van een tijdelijke
helmplicht;
verzoekt de regering om het mogelijk te maken een tijdelijke helmplicht in te voeren
voor bestuurders van snorfietsefl gedurende een experiment waarbij snorfietsen van
de fietspaden naar de rijbaan gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.