29 385 Aanleg en de aanpassing van hoofdinfrastructuur

Nr. 64 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2011

Met mijn brief van 16 mei 2011, (kamerstuk 29 385, nr. 63), heb ik u de evaluatie van het Spoedaanpak programma en de Voortgangsrapportage van Spoedwet- en Tracéwetprojecten aangeboden. Helaas moet ik u melden dat de Voortgangsrapportage een aantal onjuistheden bevat. Zo zijn enkele mijlpalen voor de realisatie van Spoedaanpakprojecten niet juist vermeld in de tabel van de bijgevoegde bijlage 2.1 Ook is in deze tabel voor een aantal projecten de start of openstelling niet expliciet aangegeven. Deze aanpassingen hebben geen invloed op de uitkomsten van de evaluatie. Overigens staan deze mijlpalen wel juist vermeld in de tabel van de bij de brief als bijlage 1 meegezonden evaluatie van het Spoedaanpak programma.

Overigens kan ik u melden dat voor de A1 ’t Gooi het Wegaanpassingsbesluit op 8 juni 2011 onherroepelijk is geworden.

Ik zend u hierbij de correcte Voortgangsrapportage van Spoedwet- en Tracéwetprojecten toe, zodat u tijdens het Algemeen Overleg Filebestrijding van 23 juni 2011 over de juiste informatie beschikt. Ik verontschuldig mij voor het ongemak dat hierdoor mogelijk bij u is ontstaan. Ik zal er voor zorg dragen dat de interne werkprocessen worden aangescherpt om een herhaling te voorkomen.

De minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Bijlage Bij de Voortgangsrapportage Spoedwet- en Tracéwetprojecten

In deze rapportage zijn 64 projecten opgenomen die vallen onder de Spoed- en/of Tracéwet.

In de vorige rapportage (MIRT-projectenboek 2011) stonden ook de projecten A15 Maasvlakte – Vaanplein, N31 Haak om Leeuwarden en A50 Ewijk – Valburg vermeld. Deze 3 projecten aan het hoofdwegennet zijn inmiddels overgaan naar de realisatiefase.

De 64 projecten zijn onder te verdelen in:

  • 18 Spoedwetprojecten

  • 24 hoofdwegenprojecten die de verkorte Tracéwetprocedure doorlopen

  • 15 hoofdwegenprojecten die de uitgebreide Tracéwetprocedure doorlopen

  • 1 spoorwegenproject dat de uitgebreide Tracéwetprocedure doorloopt

  • 5 spoorwegprojecten die de verkorte Tracéwetprocedure doorlopen

  • 1 vaarwegproject dat de uitgebreide Tracéwetprocedure doorloopt

In de volgende paragrafen ga ik kort in op de voortgang van de projecten van de Spoedaanpak en die van de overige MIRT-projecten.

Vervolgens geef ik in de tabellen per project aan welke de mijlpalen in de procedure en openstelling zijn. Daarbij ga ik extra in op de eventuele reden voor aanpassing van de planning.

In extra kolommen heb ik aangegeven welke maatregelen per project genomen worden en om hoeveel kilometer asfalt het daarbij gaat.

1. projecten van de Spoedaanpak

Bij één project, A28 Utrecht – Amersfoort, is de planning van de besluitvorming aangepast. Vanwege de noodzakelijke kwaliteitsverbetering van het WAB staat deze nu gepland voor Q3 2011. Deze wijziging heeft geen effect op de beoogde openstelling. De omgevingsvergunning hiervoor is aangevraagd voor de werkzaamheden die in het kader van beheer en onderhoud nodig zijn.

2. overige MIRT-projecten

Van 11 van de overige 34 projecten ligt de planning op schema. Van 10 ervan zijn besluiten vastgesteld. En van 13 projecten is de planning van de besluitvorming aangepast.

Ik geef hier in het kort de redenen van aan:

  • Voor de projecten A4/A9 Omlegging Badhoevedorp, A27/A1 Utrecht noord – knooppunt Eemnes – aansluiting Bunschoten en A12 Bypass Nootdorp is de planning gewijzigd vanwege noodzakelijke ontwerpwijzigingen;

  • A13/A16/A20 Rotterdam: de planning is gewijzigd. Op verzoek van de regio is een nader onderzoek verricht naar de inpassing van de weg ter hoogte van het Bergse Bos. Hierbij is de afspraak gemaakt dat de regio met een voorstel zal komen voor de bekostiging van de verbeterde inpassing.

  • N11 Leiden/Zoeterwoude – Alphen aan de Rijn: het OTB is, in afwachting op de uitspraak van de Raad van State over het TB A4 Burgerveen – Leiden, een kwartaal later vastgesteld.

  • A1 Beekbergen – Apeldoorn: door de langere doorlooptijd van het OTB valt het Tracébesluit een jaar later.

  • N18 Varsseveld – Enschede: de planning is gewijzigd vanwege de aanpassing van de scope op verzoek van de regio (BO MIRT 2010).

  • A12 Ede – Grijsoord: de keuze voor de contractvorm heeft geleid tot een latere openstelling dan gepland.

  • N33 Assen – Zuidbroek: het OTB is twee kwartalen later vastgesteld vanwege noodzakelijke kwaliteitsverbetering;

  • A10 Zuidas Amsterdam (spoor en weg): voor dit project loopt een verkenning. De voorkeursbeslissing is eind 2011 gepland. De planuitwerkingsfase is daarna voorzien.

  • OV SAAL (tracédeel Flevolijn): het OTB is twee kwartalen later gereedgekomen door aanpassing van de scope;

  • Sporen in Utrecht (tracédeel Amsterdam Rijnkanaal – Utrecht CS): planning is aangepast in afwachting van de uitspraak van de Raad van State over TB van een aanliggend Tracédeel;

  • Lekkanaal / 3e kolk Beatrixsluis, dit project heeft om budgettaire redenen enige tijd stilgelegen, maar wordt nu met voorrang hervat, waarbij de «sneller en beter»-methodiek wordt gevolgd.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven