De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat in de AMvB Bodemenergiesystemen wordt
voorgesteld dat een structurele onbalans in de energiebalans voor grote open en
gesloten bodemenergiesystemen niet is toegestaan en dat hiervoor wordt gerekend
met een termijn van 3 jaar waarbinnen de energiebalans moet worden
gerealiseerd;
overwegende, dat verstedelijking een stijging van de
bodemtemperatuur heeft veroorzaakt en dat afkoeling van de bodem met enkele
graden door bodemenergiesystemen dit effect compenseert;
overwegende, dat meerjarige klimaatcurven laten zien dat er in
Nederland een paar jaar achter elkaar koudere regenachtige of juist warme
zomers kunnen zijn, en dat door het toestaan van een ruimere energiebalans deze
langjarige schommelingen kunnen worden opgevangen en daarmee een grotere
energiebesparing kan worden bereikt;
overwegende, dat een te grote onbalans in de energiebalans ook
kan worden hersteld door na twee jaar een controlemoment in te bouwen waarin
wordt getoetst of de energiebalans nog haalbaar is en zo nodig een plan van
aanpak wordt voorgeschreven waarmee de energiebalans wordt hersteld;
overwegende, dat voor kleinere systemen een volledig
koudeoverschot al toegestaan is en een beperkt koudeoverschot voor grotere
systemen milieutechnisch hetzelfde effect heeft;
overwegende, dat door het toestaan van een beperkt koudeoverschot
voor grotere systemen de toepasbaarheid van bodemenergie sterk wordt vergroot,
aangezien in veel woningen en gebouwen de verwarmingsvraag groter is dan de
koelvraag;
overwegende, dat in interferentiegebieden via het masterplan
altijd strengere eisen aan de energiebalans kunnen worden gesteld;
verzoekt de regering om in de AMvB Bodemenergiesystemen een
ruimere energiebalans mogelijk te maken door:
-
– de standaardtermijn te verlengen van drie naar vijf jaar,
met inachtneming van een controlemoment na twee jaar waarbij het bevoegd gezag
kan toetsen of er sprake is van een te scheve energiebalans,
-
– zowel de wijze van toetsing van de energiebalans als de
definitie van een te scheve energiebalans nader in te vullen door onderliggende
regelgeving voor grotere bodemenergiesystemen een beperkt koudeoverschot toe te
staan, waarvan de maximale omvang nader wordt ingevuld in onderliggende
regelingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Wiegman-van Meppelen Scheppink
Samsom
Van Veldhoven