29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving

Nr. 168 MOTIE VAN HET LID SNIJDER-HAZELHOFF C.S

Voorgesteld 28 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat in het Activiteitenbesluit de opslag van agrarische bedrijfsstoffen zoals kuilvoer en droge bijproducten (gewasresten) nu alle onder een en hetzelfde regime vallen;

constaterende, dat opgeslagen kuilvoer zoals gras en maïs veelal een (dusdanig hoog) droge stofgehalte heeft van 40% of meer en dat daardoor geen sappen vrij komen en het bovendien ook reeds een afdekking heeft, waardoor contact met hemelwater wordt voorkomen en daardoor ook geen verontreinigde vloeistof vrijkomt;

overwegende, dat met het voorliggend voorstel zoals nu in de wet geformuleerd er van veel agrarische ondernemers een forse investering wordt gevraagd om een verharding en een kelder aan te leggen om sappen op te vangen die er wellicht helemaal niet zijn, dan wel regenwater te verzamelen dat niet of nauwelijks verontreinigd is en daardoor de investering voor wat betreft het milieurendement zeer twijfelachtig maakt;

verzoekt de regering de opslag van kuilgras en maïs niet meer aan te merken als zijnde bodemrisico en daarmee uit het besluit artikel 3.47 en uit de regeling artikel 3.66 te halen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Snijder-Hazelhoff

Koopmans

Dijkgraaf

Naar boven