29 344 Terugkeerbeleid

Nr. 127 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2015

In het Algemeen Overleg van 4 juni 2015 over het vreemdelingen- en asielbeleid (Kamerstuk 19 637, nr. 2025), heb ik u een brief toegezegd, waarin het proces wordt beschreven van het verkrijgen van (vervangende) reisdocumenten voor vertrekplichtige vreemdelingen, zoals dat door de Dienst Terugkeer en Vertrek (hierna: de DT&V) wordt uitgevoerd.

In het Nederlandse terugkeerbeleid staat de eigen verantwoordelijkheid van de vreemdeling voor zijn vertrek voorop. Om personen te stimuleren zelfstandig terug te keren naar hun land van herkomst, investeert de DT&V in maatwerk en subsidieert de Nederlandse overheid verschillende terugkeerprojecten uitgevoerd door de Internationale Organisatie voor Migratie en diverse ngo’s. De projecten bestaan uit persoonlijke begeleiding en financiële hulp of ondersteuning in natura in Nederland en/of het land van herkomst.

In persoonlijke gesprekken met de vreemdeling en in overleg met de ketenpartners, bekijken de medewerkers van de DT&V wat de mogelijkheden zijn voor het organiseren van het (zelfstandige) vertrek. Wanneer de vreemdeling niet zelfstandig vertrekt en geen hulp aanvaardt van de DT&V of van andere organisaties, zullen de mogelijkheden voor gedwongen terugkeer onderzocht worden. Er kunnen daarbij vrijheidsbeperkende of, in het uiterste geval, vrijheidsbenemende maatregelen worden toegepast.

Werkwijze van de Dienst Terugkeer en Vertrek

Nadat de asielaanvraag van een vreemdeling is afgewezen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst, of een persoon zonder rechtmatig verblijf in het land is aangetroffen, ontvangt de DT&V een overdrachtsdossier en start het vertrekproces. Vervolgens stelt de DT&V een individueel vertrekplan op. Een onderdeel van het vertrekplan is veelal de aanvraag voor een (vervangend) reisdocument bij de autoriteiten van het (vermoedelijke) land van herkomst. Deze aanvraag wordt door de DT&V opgestart, tenzij er een origineel geldig reisdocument aanwezig is of een alternatieve vertrekmogelijkheid, zoals bijvoorbeeld een overdracht in het kader van de Dublinverordening.

Voor de meeste landen geldt dat de identiteit en nationaliteit van een vreemdeling vast moet komen te staan alvorens een (vervangend) reisdocument door de buitenlandse autoriteiten kan worden afgeven. Indien de vreemdeling niet in het bezit is van een identiteitsdocument en aangeeft deze evenmin alsnog (in het land van herkomst) te kunnen opvragen, zal doorgaans een bezoek nodig zijn aan de ambassade of het consulaat van het land waar de vreemdeling stelt vandaan te komen. De DT&V organiseert dit bezoek en is in beginsel aanwezig zijn bij het gesprek. De vreemdeling heeft tijdens het gesprek met de betreffende diplomatieke vertegenwoordiging de gelegenheid om voldoende herkomstinformatie te verstrekken op basis waarvan een (vervangend) reisdocument kan worden afgeven. Het komt voor dat er aanvullend onderzoek in het herkomstland zelf noodzakelijk is. Daarnaast zijn niet alle diplomatieke vertegenwoordigingen bevoegd om zonder tussenkomst van de autoriteiten in het land van herkomst een (vervangend) reisdocument te verstrekken.

De praktijk leert dat aan vreemdelingen, die de juiste personalia en nationaliteitsgegevens hebben opgegeven en uitdrukkelijk te kennen hebben geven te willen terugkeren, (vervangende) reisdocumenten worden verstrekt door de diplomatieke vertegenwoordigingen.

Niet elke aanvraag leidt tot een (vervangend) reisdocument

Het komt regelmatig voor dat personen geen of valse personalia verstrekken of dat personen in het bezit zijn van hun paspoort, maar deze niet willen tonen aan de Nederlandse overheid. Het is voor de DT&V een zeer lastige opgave om in die gevallen een (vervangend) reisdocument te verkrijgen, zodat de vreemdeling daadwerkelijk Nederland kan verlaten. De autoriteiten van het (vermoedelijke) land van herkomst zullen, aan de hand van de door de persoon verstrekte informatie controleren of de opgegeven nationaliteit en identiteit kloppen. Sommige landen zullen (vervangende) reisdocumenten verstrekken als de nationaliteit is vast komen te staan. Het is echter bij veel landen van wezenlijk belang, dat de vreemdeling de juiste identiteitsgegevens verstrekt en niet alleen zijn of haar nationaliteit kan aantonen. Ook de vaststelling van de nationaliteit van een vreemdeling kan zonder diens medewerking uiterst lastig zijn.

Een aantal landen werkt niet of onvoldoende mee aan gedwongen terugkeer, ook al staat de nationaliteit en/of identiteit niet ter discussie. Als een vreemdeling afkomstig is uit een dergelijk land niet uitdrukkelijk aan de autoriteiten te kennen geeft terug te willen keren, zal er geen (vervangend) reisdocument worden verstrekt.

Buitenschuldvergunning

Er zijn geen herkomstlanden bekend die structureel weigeren hun landgenoten terug te nemen als zij daar zelf om verzoeken. In die gevallen dat het toch voorkomt, dat een vreemdeling er alles aan heeft gedaan om terug te keren naar zijn land van herkomst en het buiten zijn schuld ligt dat er geen (vervangend) reisdocument wordt verkregen, ook al wordt er door de autoriteiten niet getwijfeld aan de opgegeven nationaliteit en identiteit van de persoon, dan kan de vreemdeling in aanmerking komen voor een zogenaamde vergunning «buiten schuld». Hiervoor is van belang dat aannemelijk wordt gemaakt dat het niet is gelukt om zelfstandig (vervangende) reisdocumenten te verkrijgen en dat ook bemiddeling door de DT&V niet tot terugkeer heeft kunnen leiden.

Terug- en overnameovereenkomsten

Nederland is partij bij een aantal1 (meestal namens de EU afgesloten) terug-en overnameovereenkomsten. Dit zijn overeenkomsten waarin de terugkeermodaliteiten en identificatieprocedure tussen landen geregeld is. Nederland stuurt naar deze landen een verzoek tot identificatie en terugname van vreemdelingen en deze procedure verloopt goed. Als de vreemdeling de juiste nationaliteits- en identiteitsgegevens heeft verstrekt, ontvangt Nederland onverwijld een terugnameakkoord van het aangezocht land. De Nederlandse overheid staat positief tegenover deze overeenkomsten, die de terug- en overname van onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen vereenvoudigen. Vertrekplichtige vreemdelingen zullen niet alleen Nederland, maar ook het grondgebied van de EU moeten verlaten.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven