Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2019
Op 22 december 2016 publiceerde de Gezondheidsraad een advies over prenatale screening.
Op 23 november 2018 stuurde ik, samen met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, een beleidsreactie op het advies naar uw Kamer (Kamerstuk 29 323, nr. 121). Op 29 november jl. besprak ik deze reactie met uw Kamer tijdens het AO Zwangerschap
en geboorte (Kamerstuk 32 279, nr. 148). Op 11 december jl. deed ik, tijdens het VAO Zwangerschap en geboorte (Handelingen II
2018/19, nr. 34, item 28), de toezegging uw Kamer nader te informeren hoe ik aankijk tegen de voorwaardelijkheid
van counseling voor de prenatale screening. Met deze brief schets ik de uitgangspunten
van het beleid, geef ik een nadere duiding van de beleidsreactie op het Gezondheidsraadadvies
op dit punt en beschrijf ik hoe dit in de praktijk invulling krijgt en wat dit voor
zwangeren betekent.
Een centraal uitgangspunt van het beleid rond prenatale screening is dat vrouwen (en
hun partners) hierover een goed geïnformeerde keuze moeten kunnen maken. Daarbij is
ook het recht op niet-weten geborgd. Als een vrouw niet wil deelnemen aan de prenatale
screening en ook geen informatie hierover wil ontvangen, dan wordt deze keuze gerespecteerd.
Voor vrouwen die dat wel willen is goede informatie op een toegankelijke wijze beschikbaar
en wordt een vrouw waar nodig geholpen om de keuze te maken die bij haar past. Een
goed geïnformeerde keuze is een keuze die een vrouw naar eigen tevredenheid neemt.
In de beleidsreactie is het volgende aangegeven: «Wij vinden counseling van zeer groot
belang en zien dit als een voorwaarde om te waarborgen dat een vrouw goed geïnformeerd
en doordacht het besluit neemt of ze deel zal nemen aan screening.» De nadruk ligt
op het kunnen waarborgen van een goed geïnformeerde keuze. Daarmee is het niet de bedoeling dat er onnodige
gesprekken plaatsvinden. De mate waarin vrouwen behoefte hebben aan informatie over
de prenatale screening en aan ondersteuning bij het maken van een keuze verschilt
per persoon. Omdat er op gebied van prenatale screening veel ontwikkelingen en vernieuwingen
zijn is ook bij een eventuele volgende zwangerschap van belang dat de zwangere de
meest recente relevante informatie krijgt. De counseling is laagdrempelig ingericht
en door maatwerk te bieden in het counselingsgesprek wordt aangesloten bij de aard
en omvang van de individuele informatiebehoefte en de individuele behoefte aan hulp
bij besluitvorming. Daarmee wordt recht gedaan aan het uitgangspunt dat alle deelnemers
aan de prenatale screening hierover een goed geïnformeerde keuze kunnen maken, een
keuze die bij hen past.
Om zeker te zijn dat vrouwen die deelnemen aan prenatale screening goed op de hoogte
zijn van de mogelijke gevolgen moet dat in het proces worden geborgd. En om dit te
kunnen borgen moet een zorgverlener de vaardigheid hebben om te kunnen beoordelen
of de zwangere een goed geïnformeerde keuze maakt. De minimale invulling van het counselingsgesprek
is dan ook dat een gekwalificeerde counselor bevestiging zoekt bij de zwangere vrouw
dat haar keuze een goed geïnformeerde keuze is. Meer hoeft het niet te zijn, maar
omdat veel vrouwen juist behoefte hebben de materie goed door te nemen staat er wel
een half uur ter beschikking, indien de vrouw dit wenst.
Het counselingsgesprek is onderdeel van de zorg die vrouwen tijdens hun zwangerschap
ontvangen. Dit gesprek wordt door een gekwalificeerde counselor gevoerd, meestal is
dit de eigen verloskundige zorgverlener. Wanneer een vrouw aan haar verloskundig zorgverlener
zou aangeven dat ze bezwaar heeft tegen een apart gesprek dan zal de zorgverlener
in de praktijk zorgen voor een doorverwijzing naar bijvoorbeeld een bloedafnamepunt
voor de NIPT of naar de echoscopist. Overigens bereiken mij geen signalen dat dit
zich vaak voordoet.
Deelnemen aan een counselingsgesprek is daarmee geen harde voorwaarde voor een zwangere
vrouw om mee te kunnen doen aan prenatale screening. Dat counseling een vaste plek
heeft in de keten van prenatale screening is wel een voorwaarde om te borgen dat vrouwen
een goed geïnformeerde keuze maken wanneer ze deelnemen aan de screening.
Ik hoop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis