Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2017
Tijdens de begrotingsbehandeling (Handelingen II 2016/17, nr. 20, items 3 en 5 en
Handelingen II 2016/17, nr. 21, items 3 en 6) heb ik het lid Pia Dijkstra toegezegd
te reflecteren op kiembaanmodificatie.
Kiembaanmodificatie
Onder kiembaanmodificatie verstaan we het aanbrengen van genetische veranderingen
die aan het nageslacht worden doorgegeven. Sinds de opkomst van de genoommodificatietechniek
CRISPR-Cas wordt kiembaanmodificatie gezien als reële optie. Men doelt dan op aanpassing
van het kern-DNA met een therapeutisch oogmerk. Het veranderen van het kern-DNA van
menselijke kiembaancellen waarmee een zwangerschap tot stand wordt gebracht is in
Nederland verboden op grond van artikel 24 sub g van de Embryowet.
De discussie over kiembaanmodificatie
Over kiembaanmodificatie vindt internationaal discussie plaats en diverse partijen
hebben hun standpunten publiek gemaakt. In de discussie wordt onderscheid gemaakt
tussen kiembaanmodificatie voor onderzoeksdoeleinden en de klinische toepassing voor
een zwangerschap. Op dit moment bestaat er algemeen consensus dat klinische toepassing
van kiembaanmodificatie (nog) niet moet plaatsvinden, omdat de veiligheid ervan onvoldoende
is aangetoond. De meningen verschillen over de vraag of klinische toepassing van kiembaanmodificatie
ethisch aanvaardbaar is en in de toekomst tot de mogelijkheden kan behoren. Een vervolgvraag
is welke therapeutische toepassingen al dan niet in aanmerking zouden kunnen komen.
Ook over de toepassing van kiembaanmodificatie voor onderzoek lopen de meningen uiteen.
Partijen die klinische toepassing van kiembaanmodificatie principieel onaanvaardbaar
achten, bepleiten meestal grote terughoudendheid met de toepassing in onderzoek. Anderen
bepleiten juist het doen van onderzoek, zodat meer duidelijk wordt over de veiligheid
en effectiviteit van kiembaanmodificatie.
Mijn reflectie
Onderzoek naar kiembaanmodificatie is in Nederland mogelijk. Artikel 24 van de Embryowet
verbiedt kiembaanmodificatie enkel wanneer met die cellen een zwangerschap tot stand
wordt gebracht. Het onderzoek zal echter wel met restembryo’s moeten plaatsvinden,
uiteraard na toestemming van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek. Ik wil
in specifieke gevallen het speciaal voor onderzoek tot stand brengen van embryo’s
mogelijk maken.1 Ik heb daaraan voorwaarden gesteld, zoals de eis dat het onderzoek direct relevant
moet zijn voor de klinische toepassing. Onder het door mij gedane voorstel, zou het
tot stand brengen van embryo’s voor onderzoek naar kiembaanmodificatie tot de mogelijkheden
behoren. Momenteel bestudeer ik het advies van de Raad van State over mijn voorstel
tot wijziging van de Embryowet en overweeg ik of ik dit nog aan u kan voorleggen.
Een eventuele stap naar de kliniek is nog ver weg. De veiligheid van de technologie
zal ten minste voldoende aannemelijk moeten zijn. Bovendien acht ik van belang dat
de eerste klinische toepassingen plaatsvinden binnen klinische studies. Er is nog
discussie over de vraag of Europese regelgeving dit toelaat.
Of de stap naar de kliniek ook wenselijk en toelaatbaar is, is niet eenvoudig te beantwoorden,
zoals ook de auteurs van de Trendanalyse Biotechnologie 2016 opmerken.2 Het antwoord zal genuanceerd zijn, een «ja, mits» of «nee, tenzij». Dat is dan ook
waarom het kabinet in reactie op de Trendanalyse het belang van maatschappelijk debat
heeft onderstreept.3 Dankzij dergelijk debat met een breed scala aan betrokkenen, kunnen de grenzen en
randvoorwaarden uitkristalliseren. Pas daarna is het aan de politiek om een regulerend
kader vast te stellen. Ik ben er optimistisch over dat een dergelijk regulerend kader
– bijvoorbeeld vergelijkbaar aan de Regeling Pre-implantatie Genetische Diagnostiek
– goed kan werken en ervoor kan zorgen dat enkel moreel en maatschappelijk acceptabele
toepassingen van kiembaanmodificatie plaatsvinden.
Nadere reflectie
In het tweede kwartaal van dit jaar zullen de Gezondheidsraad en Commissie Genetische
Modificatie (COGEM) een signalement uitbrengen over kiembaanmodificatie. Dit zal ongetwijfeld
stof bieden voor verdere maatschappelijke reflectie en politiek debat.
Ik verwacht hiermee aan uw verzoek te hebben voldaan.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers